Skip to main content

Archieven: Trajecten

Hergebruik kunstwerken

Hergebruik kunstwerken

Hergebruik kunstwerken

Transitietraject over hergebruik als het nieuwe normaal

De Bouwcampus organiseert momenteel geen activiteiten in dit traject.

De opgave is bekend: duizenden kunstwerken zijn aan vervanging toe, bij voorkeur circulair. Dat betekent dat we moeten investeren in levensduurverlenging en in circulair bouwen. In de toekomst is geen nieuw materiaal meer nodig en we kunnen materialen en onderdelen gemakkelijk hergebruiken. Ook in de huidige tijd hergebruiken we al materialen, onderdelen en zelfs hele bruggen die ergens niet meer nodig zijn of voldoen. Want een hele brug of een onderdeel daarvan kan elders nog prima dienst doen!

Stand van zaken
In oktober 2019 is bij De Bouwcampus samen met Platform WOW een verkenning georganiseerd. Zo’n 100 aanwezigen bespraken diverse aspecten van het hergebruiken van bruggen: van technische overwegingen en omgevingsfactoren als welstand, tot de rol van beheerders en het businessmodel voor betrokken marktpartijen. De verkenning leverde veel enthousiasme op, maar nog niet de grote aantallen geïnteresseerde opdrachtgevers waarop we hopen. Er is wel op verschillende plaatsen activiteit waargenomen. De Bruggencampus van de Floriade Almere poogt een ‘tweede leven brug’ geplaatst te krijgen, de Bruggenbank is operationeel en vormt een verbinding tussen aanbieders van (delen van) bruggen en opdrachtgevers en Rijkswaterstaat zoekt een derde locatie voor zes delen van Keizersveer-bruggen, de voormalige Moerdijk-bruggen. Ook een van de Van Brienenoord-bruggen komt binnenkort beschikbaar.

Assetmanagement
De Bouwcampus richt samen met iAMPro een community op die over circulair assetmanagement in gesprek gaat. De intentie hierbij is beheerders aanzetten tot nadenken over het managen van materialen en onderdelen en de levensduur van objecten minder centraal stellen. Beheerders worden uitgenodigd in deze community te participeren. Zodra hier meer over bekend is, wordt het gedeeld op de website.

Vervolg
De ambitie om het hergebruik van bruggen te stimuleren is hoog gegrepen, mogelijk té hoog. We zijn daarom op zoek naar initiatieven om circulariteit en hergebruik op kleinere schaal aandacht te geven. Kleine objecten en onderdelen staan hierin centraal. Ben je geïnteresseerd om in samenwerking een nieuw traject te starten? Neem dan contact met ons op

Interessante links

Verslagen

Lees verder

Herhuisvestingsopgave politie

Herhuisvestingsopgave politie

Herhuisvestingsopgave politie

Gezamenlijk op zoek naar een herhuisvestingsstrategie voor de politie

In 2013 is de politie samengevoegd van in totaal 26 verschillende korpsen naar 10 regionale eenheden en één landelijke eenheid. Parallel aan de samenvoeging van de politie werd ook het dienstverleningsconcept van de politie aangepast en verder ontwikkeld. Met maatschappelijke ontwikkelingen daarbij opgeteld vroeg dit om een andere visie op de huisvestingsstrategie van de politie.

De Bouwcampus heeft een rol gespeeld bij het samenbrengen van partijen om tot een marktvisie te komen en bij het organiseren van een Innovatie Challenge. 

Aanleiding
De ontwikkelingen in de maatschappij leiden ertoe dat steeds hogere eisen aan het werk van de politie worden gesteld. Denk daarbij aan de steeds complexer wordende criminaliteit, de grote instroom van asielzoekers of de rol van de politie bij de bestrijding van terrorisme en de radicalisering van jongeren. Tevens is als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen met de vorming van de politie de zichtbaarheid en de aandacht vanuit de media enorm toegenomen.

Ook deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor het dienstverleningsconcept van de politie en vragen een steeds nauwere samenwerking met haar ketenpartners.

Doel
De politie voert de komende jaren de opgave via een huisvestingsprogramma uit. Dit programma bestaat uit honderden projecten met een investeringsvolume van tussen de 1 en 1,5 miljard euro. Het programma bestaat uit zowel nieuwbouw als renovatie alsmede functionele verbetering in combinatie met groot onderhoud. De ambities die met dit programma moeten worden gerealiseerd zijn:

  • De invoering van nieuwe huisvestingsconcepten waarbij er een nauwe relatie is tussen gebouw, ICT en operaties;
  • Verduurzaming van de voorraad waaronder energie neutraliteit;
  • Faciliteren van ontwikkelingen in de operatie van de politie via standaardisering, flexibilisering van de huisvesting en waar nodig maatwerk.

Aanpak
De ambities vroegen om vernieuwing op de volgende terreinen:

  • Andere wijze waarop de markt betrokken wordt bij uitvoering van het programma. Meedenken in eerdere fases, meer geïntegreerde bouworganisatievormen en clustering van projecten zijn daar belangrijke aspecten bij.
  • Verdere ontwikkeling, implementatie en evaluatie van nieuwe en duurzame huisvestingsconcepten, waarbij gebruik gemaakt wordt van nieuwe technologieën, smartbuilding concepten e.d.
    Beide aspecten hangen nauw met elkaar samen. De samenwerking met de markt en de wijze van aanbesteden moeten enerzijds leiden tot een betere relatie tussen kosten en kwaliteit en meer zekerheid over prestaties van de huisvesting tijdens de exploitatie en anderzijds moet het meer ruimte bieden voor de toepassing van innovaties en gerichte experimenten.

Hoewel de huisvesting van de politie op onderdelen aan specifieke eisen moet voldoen komen deze eisen voor een groot deel overeen met eisen aan andere gebouwen. Dit geldt vooral voor kantoorgebouwen. Bovendien hebben politiepanden qua omvang een courante maat. De eisen die gesteld worden aan het realisatieproces van de huisvesting zijn zelfs nagenoeg gelijk aan die van andere opdrachtgevers in de collectieve sector. Dit alles maakt dat de politie waar mogelijk wil samenwerken met andere opdrachtgevers in de publieke sector en gebruik wil maken van kennis die bij hen aanwezig is. Daarnaast wil ze ook gebruik maken van de kennis in de markt en de door kennisinstellingen ontwikkelde kennis en instrumenten. De politie wilde onder meer via De Bouwcampus en het Opdrachtgeversberaad komen tot strategische samenwerking en partnerschap met andere partijen.

Oogst
De politie heeft na een aantal co-creatiesessies in februari 2018 een marktvisie gepresenteerd.

Innovatie Challenge 
Zomer 2018 organiseerde Bouwend Nederland samen met de politie en De Bouwcampus de Innovatie Challenge. We daagden de markt uit om mee te denken over politiehuisvesting in de toekomst. De politie vroeg om innovatieve bijdragen die de zichtbaarheid van en het vertrouwen in de politie vergoten. De ideeën moesten vernieuwend zijn, snel toepasbaar, klimaatbestendig, realistisch, energieneutraal en CO2-voetafdruk van de politie sterk verminderen.

Toepassing in de praktijk 
Zesenzeventig organisaties deden mee aan de challenge. Drie winnaars gingen er met de hoofdprijs vandoor. Mooier nog is dat de winnende innovaties de kans krijgen om toegepast te worden in de politiepraktijk.

Vervolg met de winnaars:

  • Cubes in a Box is gekoppeld aan een traject bij de politie om innovatieve en creatieve workshopruimtes in te richten. Hier worden interieurelementen van de Cubes in a Box toegepast om de cubes uit te proberen in politiehuisvesting en om bij te dragen aan de ontwikkeling van de cubes.
  • The Next Agency heeft de politie ingezet bij een pilot om het nieuwe huisvestingsconcept in politiebureaus te testen, waarbij ook gekeken wordt naar de procesaanpak die Next Agency nastreeft.
  • De Modulaire Cellenblokken gaan een versnellingsstudio in om het idee een stap verder te brengen door een digitaal prototype te ontwikkelen.

Organisatoren

  • Rob Konings (Transitiemanager)

Lees verder

Multiwaterwerk

Multiwaterwerk

Multiwaterwerk (MWW)

Op weg naar de slimste sluis van de wereld

Hoe kan standaardisatie helpen bij het efficiënt vervangen en renoveren van 52 sluizen van het programma Multiwaterwerk?

Tussen nu en 2050 zijn 52 sluizen aan vernieuwing toe; ze zijn aan het einde van hun levensduur of hebben een capaciteitstekort. Het gaat om een investering van 2-4 miljard euro met consequenties voor de komende 100 jaar. Rijkswaterstaat (RWS) daagt de markt uit om ‘The Dutch Lock’ te ontwikkelen, die ook in het buitenland toe te passen is.

Deze opgave draagt bij aan de Roadmap ‘Bruggen & sluizen’ van De Bouwagenda.

Laatste stand van zaken
Op 9 maart 2017 was de vierde en afsluitende bijeenkomst van MultiWaterWerk. Voor een globale indruk van de opgave, de perspectieven die het heeft opgeleverd en een indruk wat het co-creatieproces Rijkswaterstaat en de deelnemers heeft opgeleverd, download bij ‘Documenten’ de factsheet en het oogstboekje.

De MWW-bijeenkomsten laten een rijke oogst zien: zowel wat betreft de perspectieven als het enthousiasme en de nieuwe contacten die zijn ontstaan. Maar is het werk al af? Nee, dat kan ook niet in zo’n korte tijd; de ontwikkeling van de slimste sluis ter wereld is geen eenvoudige opgave. Ook is co-creatie nog geen gemeengoed. Maar inmiddels is MWW dus wel onderdeel geworden van het Vervangings- en Renovatieprogramma. En is standaardisatie om de grote opgave de komende jaren te realiseren een noodzaak. Er lopen al diverse trances en van de vierde tranche (rond 2020) weten we nu al dat er meer objecten (tunnels, bruggen en sluizen) zijn dan wij aan kunnen.

Voor meer informatie over het vervolg
Robert de Roos, Projectleider MultiWaterWerk Rijkswaterstaat, mail robert.de.roos@rws.nl.

Aanleiding
Begin vorige eeuw zijn er een groot aantal sluizen aangelegd in Nederland. De komende jaren bereiken deze sluizen het einde van hun levensduur. Rijkswaterstaat heeft MultiWaterWerk (MWW) opgezet om deze vervangingsopgave efficiënter in te vullen.

Doel
Het doel van MultiWaterWerk is het verlagen van de aanleg- en onderhoudskosten, door voor grotere series natte kunstwerken een goed onderbouwde balans te zoeken tussen standaardisatie, innovatie en marktwerking. MultiWaterWerk identificeert hierbij de elementen van schutsluizen waar het voordeel van standaardisatie/modulariteit evident is. Voor elk van deze elementen wordt bepaald hoe hiermee om te gaan om deze voordelen te benutten. Rijkswaterstaat heeft De Bouwcampus gevraagd om met alle stakeholders in co-creatie te verkennen hoe deze doelstellingen het beste gehaald kunnen worden.

Aanpak
In co-creatiesessies is verkend hoe standaardisatie kan helpen bij de vervangingsopgave.

In de eerste sessie (21 april 2016) is uitleg gegeven over het toekomstperspectief en MWW. Ook is een start gemaakt met het inventariseren van onderwerpen voor de co-creatiesessies.
De Bouwcampus organiseerde twee co-creatiesessies (eentje voor de zomer en een daarna) waar alle geïnteresseerden aan deel konden nemen. In deze sessies werden de onderwerpen uitgediept. Welke items en vormen van standaardisatie kunnen interessant zijn met de “Dutch Lock” als stip op de horizon? Hoe belangrijk vinden we die items?
In de laatste sessie werden de aanbevelingen vastgesteld die zijn meegegeven aan Rijkswaterstaat. Deze neemt Rijkswaterstaat mee in het verdere vervolg van MultiWaterWerk en bij de vervanging van de sluizen.

Verslagen

Lees verder

Omgevingswet

Omgevingswet

Omgevingwet

Werken in de geest van de omgevingswet

Pionieren in de geest van de omgevingswet
Niemand weet wat de toekomst ons brengt. Op het gebied van de Omgevingswet zijn nog veel dingen onduidelijk. Zelfs de invoeringsdatum wordt telkens verschoven. Sommige mensen wachten af, terwijl er ook allerlei pioniers stappen richting die toekomst zetten. Zij hebben al een sleutel naar de toekomst in handen.

Tauw, Movares, gemeente Rotterdam en Rijkswaterstaat hebben de handen ineengeslagen om samen te leren over de geest van de Omgevingswet. Op 15 mei 2019 presenteerden negen genomineerden hun ontdekkingen over het werken volgens de bedoeling van de nieuwe wet.

De genomineerde projecten
De vier organisaties hadden twee projecten uit hun eigen werkomgeving genomineerd voor de Gouden Sleutel en er is een gezamelijk project ingediend:

  • Herinrichting Diever
  • Reyersoord+
  • Verbreding A27
  • Blankenburgverbinding
  • Multifunctionele daken 
  • Onderdoorgang Wolfheze
  • Oostvaardersoevers
  • Rivier als getijdenpark
  • Sprintsessies warmtetransitievisie

Bekijk hier de vlogs waarin de betrokkenen kort vertellen wat hun project inhoudt, hoe ze in de geest van de Omgevingswet gewerkt hebben, welke Gouden Sleutel zij ontdekt hebben en waar ze tegenaan liepen in het traject. Ook geven ze jou een tip hoe je zelf in de geest van de Omgevingswet kunt werken.

Vakjury
De volgende personen hebben gezamenlijk, naast de publieksjury, beoordeeld welk project in hun ogen de ‘Gouden Sleutel tot de Omgevingswet’ verdient:

  • Marc van Leeuwen, directeur Projectmanagement en Engineering Stadsontwikkeling gemeente Rotterdam (Juryvoorzitter)
  • Marco Zeeman, directeur netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid
  • Karin van den Brink, afdelingshoofd Stedelijke Transformatie Tauw
  • Annelies van Remmerden, regiodirecteur Zuidwest Movares
  • Laurens Schrijnen, toenmalig directeur De Bouwcampus

De winnaars
 De vakjury reikte de ‘Gouden Sleutel tot de Omgevingswet’ uit aan het project ‘Herinrichting Diever’ van Tauw. Publieksfavoriet was het project ‘Reyersoord+’ van de gemeente Rotterdam. Alle inzendingen verdienden complimenten omdat ze erin geslaagd zijn om los te komen van de gebruikelijke denkpatronen en op een positieve manier samen te werken met de omgeving.

Lees het complete sfeerverslag dat bij Documenten staat. 

Verslagen

Lees verder

Open Leeromgeving Circulaire Viaducten en Bruggen

Open leeromgeving circulaire viaducten en bruggen

Open leeromgeving circulaire viaducten en bruggen

Gezamenlijke aanpak voor afspraken over circulaire viaducten en bruggen

De Open Leeromgeving Circulaire Viaducten & Bruggen is een initiatief van De Bouwcampus en Rijkswaterstaat. In de Open Leeromgeving wisselden 60 deelnemers van marktpartijen, overheden en kennisinstellingen kennis en ervaringen uit over het circulair bouwen van viaducten en bruggen in de periode maart – november 2019. Op deze manier creëerden we met elkaar een gezamenlijk beeld over wat we nu al circulair kunnen uitvragen en welke innovatievragen we nog moeten doorontwikkelen.

De sector heeft de afgelopen jaren in diverse pilots en projecten al kennis en ervaring opgedaan met circulair bouwen. In de Open Leeromgeving zochten de deelnemers verdieping op in verschillende themalijnen:

  • Business- en Valuecase
  • Inkoop en Aanbesteding
  • Ketensamenwerking
  • Materiaal
  • Ontwerp
  • Technologie en Data

Laatste nieuws
Van de 32 inschrijvingen voor de SBIR Circulaire Viaducten bij Rijkswaterstaat, zijn 10 partijen aan de slag gegaan met een haalbaarheidsonderzoek. Het projectteam SBIR Circulaire viaducten heeft in de fase van de haalbaarheidsonderzoeken begeleidingsteams voor de consortia benoemd. Ondanks de digitale afstand in deze tijd heeft het SBIR projectteam samen met de 10 consortia zoveel mogelijk de kenniscommunity van de Open Leeromgeving doorgetrokken. Vooral de beoordelingscriteria (technische) haalbaarheid, impact en economisch perspectief zijn aan bod gekomen. Gezamenlijk zijn diverse expertmeetings georganiseerd voor vragen en/of belemmeringen, rondom bijvoorbeeld de Richtlijnen Ontwerp Kunstwerken, de Milieu Kosten Indicator en restlevensduur van materialen. De haalbaarheidsfase is op 16 maart 2021 afgerond. Op 23 april 2021 zal de beoordelingscommissie, inclusief een afgevaardigde van De Bouwcampus, bekendmaken welke 3 consortia met hun ingediende oplossingsrichting door gaan naar de prototype fase van de SBIR Circulaire viaducten.  Wil je op de hoogte blijven van de voortzetting? Dat kan via de website van Rijkswaterstaat.

Waarom deze leeromgeving?
Het Rijk heeft de ambitie om de economie van Nederland in 2050 volledig circulair te laten zijn. De Transitieagenda Bouw wil daarom in 2023 alle infrastructuur circulair uitvragen. Circulair bouwen kan op veel verschillende manieren. Het gebeurt ook al op vele plekken: overal in ons land experimenteren bouwers en bedrijven met circulaire innovaties. Het zou zonde zijn als al die partijen al die kennis voor onszelf zouden houden. Ook in de bouwsector staat ‘kennis delen gelijk aan kennis vermenigvuldigen’. De enorme uitdaging van de vervangingsopgave van viaducten en bruggen heeft daarnaast veel marktpotentie, en tegelijkertijd ook urgentie. Het moment van doen is NU! De Open Leeromgeving gaf, samen met de sector, invulling aan deze urgentie.

Prototype circulair viaduct
Het idee voor de Open Leeromgeving is ontstaan uit de samenwerking tussen Rijkswaterstaat, Van Hattum en Blankevoort en Spanbeton in de ontwikkeling van het eerste circulaire viaduct. Dit viaduct is op 14 januari 2019 in Kampen geopend. Later dat jaar is het viaduct ongeschonden uit elkaar gehaald en weer in elkaar gezet. De Open Leeromgeving liep parallel aan dit traject en de leerervaringen van het prototype werden met de groep gedeeld.

Doorontwikkeling van innovatie via een SBIR-uitvraag
Rijkswaterstaat gebruikt de resultaten van de Open Leeromgeving in lopende projecten. Daarnaast wil Rijkswaterstaat de doorontwikkeling naar circulaire viaducten en bruggen nog een extra prikkel geven. Als vervolg op de Open Leeromgeving steunt Rijkswaterstaat bedrijven actief bij het uitwerken en doorontwikkelen van innovaties. Hiervoor benutten zij de zogenoemde Strategic Business Innovation Research (SBIR) regeling. 

Bekijk hier de videocompilatie van het traject ‘Open Leeromgeving Circulaire Viaducten en Bruggen’.

Coalitiepartner
De coalitiepartner van de Open Leeromgeving is Rijkswaterstaat.

Verslagen

Lees verder

Portfolioaanpak Sluizen

Portfolioaanpak Sluizen

Portfolioaanpak sluizen

Kennis- en innovatieagenda sluizen

Rijkswaterstaat heeft ongeveer 130 schutsluiskolken in beheer. De komende decennia worden In het kader van de Vervanging en Renovatie opgave bij een flink deel daarvan deelsystemen vervangen. Hierbij moet ook rekening worden gehouden met de transitieopgaven van klimaatbestendigheid, energieneutraliteit en circulariteit. De opgave is groot, en het is belangrijk dat we deze zo doelmatig en efficiënt mogelijk invullen. Kennisontwikkeling en innovatie kunnen een belangrijke bijdrage leveren bij het sneller, beter en goedkoper maken van deze opgave.

Doel
Rijkswaterstaat, NLingenieurs, Bouwend Nederland, Techniek Nederland, het Kennisplatform Natte Kunstwerken en de Bouwcampus hebben de handen ineengeslagen om samen kansen voor kennisontwikkeling en innovatie te verkennen en te bundelen in een gezamenlijke kennis- en innovatieagenda sluizen.

Aanpak
Een kwartiermakersgroep werkt momenteel aan de voorbereiding van de kennis- en innovatie agenda. Onderstaande infographic geeft een beeld van de route die daarbij wordt gevolgd. Met een enquête zijn breed visie en ideeën opgehaald over deze opgave, waarbij de focus lag op praktisch toepasbare ontwikkelingen.  Met de inbreng wordt een scherper beeld verkregen waar de grootste kansen liggen om de opgave voor de sluizen sneller, beter en goedkoper in te vullen.

Coalitiepartners
De coalitiepartners zijn RijkswaterstaatKoninklijke NLingenieursBouwend NederlandTechniek Nederland en Kennisplatform Natte Kunstwerken.

Organisatoren

  • Harald Versteeg (Transitiemanager)

Verslagen

Lees verder

Stroomversnelling bruggen

Stroomversnelling bruggen

Stroomversnelling bruggen

Vervangings- en renovatieopgave bruggen versneld op gang brengen

Een groot deel van de bruggen in ons land is verrezen vanaf de jaren vijftig tot circa 1975. De komende jaren zijn duizenden bruggen, tunnels en viaducten in Nederland aan vervanging toe. Als er verkeerd wordt gehandeld, heeft dit grote gevolgen.

Aanleiding
De meeste bruggen en viaducten in Nederland zijn aangelegd in de periode 1965-1975. De komende jaren is er een enorme vervangings- en renovatieopgave. In heel Nederland zijn er zo’n 40.000 bruggen en viaducten, waar de beheerders jaarlijks gezamenlijk zo’n 6 miljard euro aan uitgeven voor de instandhouding.

Voor wegbeheerders betekent dit dat de beheersbaarheid van het onderhoudsbudget onder druk komt te staan. De financiële consequenties zijn groot (voor gemeenten, provincies en het Rijk) maar het betekent ook een enorme opgave voor de betrokken bouwbedrijven. In co-creatie met betrokken en geïnteresseerden partijen is gewerkt aan deze opgave.

Doel
Vanuit de Ronde Tafel gesprekken over versnelling en vernieuwing in de bouw is door de directeuren-generaal van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken gevraagd voor een vernieuwende aanpak in de renovatie en vervanging van bruggen. Als inspiratiebron voor deze opgave is gekeken naar de “De stroomversnelling” die bij de renovatie van jaren 60-woningen succesvol is gebleken. Heijmans, TNO en De Bouwcampus hebben die handschoen opgepakt en het initiatief genomen voor de Stroomversnelling Bruggen.

Aanpak
Samen met betrokken en geïnteresseerde partijen is onderzocht hoe de vervangingsopgave voor bruggen innovatief kan worden ingevuld. Hierbij kwamen de volgende vragen aan de orde: Hoe kunnen we het vervangingsproces optimaliseren en welke innovatieve producten kunnen worden toegepast? Ambitie was om de totale kosten voor de vervangingsopgave met 40% te reduceren.

In bijeenkomsten is geïnventariseerd wat de opgave inhoudt qua scope en proces. Deze uitkomsten zijn benut om de vervangingsstrategie verder uit te werken.

Deelnemers

  • Adjust
  • Curve Development
  • De Boer dc
  • DeQuelerij Consultancy
  • FiberCore Europe
  • Gemeente Almere
  • Gemeente Delft
  • Gemeente Den Haag
  • Gemeentewerken Rotterdam
  • Gemeente Utrecht
  • Heijmans
  • Ingenieursbureau Den Haag (ibDH)
  • IPV Delft
  • Iv-infra
  • Koninklijke BAM Groep
  • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
  • Ministerie van Infrastructuur en Milieu
  • Platform31
  • PNO Eindhoven
  • ProRail
  • Provincie Noord-Holland
  • Provincie Overijssel
  • Provincie Zuid-Holland
  • Rijkswaterstaat
  • SBRCURnet
  • Schaap Composites
  • Stadsbeheer Rotterdam
  • Syntens
  • TAUW
  • Technisch Buro De Heer
  • TNO
  • Van Hattum en Blankevoort
  • VolkerRail
  • Witteveen + Bos 

Oogst

Voor deze opgave vonden verschillende co-creatiesessies en bijeenkomsten plaats. Hieronder een overzicht met bijbehorende verslagen.

Verslagen

Lees verder

Toekomst Noordersluis

Toekomst Noordersluis

Toekomst Noordersluis

Blijvend gesprek over de renovatie van de Nederlandse civiele kunstwerken

Oogstmagazine

Klik hier voor het oogstmagazine van dit transitietraject

Aanleiding
De Noordersluis is de grootste van de vier sluizen die de scheepvaartverbinding vormen van de Noordzee en het Noordzeekanaal. Vanwege de schaalvergroting in de scheepvaart en de toename van de overslag in het Noordzeehavengebied wordt momenteel een nieuwe, grotere sluis gebouwd, de Nieuwe Zeesluis. Deze sluis zal de Noordersluis vervangen. Gezocht zal moeten worden naar een nieuwe toekomst voor de Noordersluis. Hierbij behoudt de Noordersluis in elk geval de functies waterkeren en oeververbinden. Wat voor maatschappelijke kansen zijn er nog meer voor dit object en gebied? Rijkswaterstaat roept experts uit alle werkvelden op om in een vroeg stadium mee te denken over kansrijke opties.

Doel
Rijkswaterstaat wil de Noordersluis en het gebied vanuit een ander perspectief bekijken met een diverse groep deelnemers om zo te komen tot kansrijke ideeën waar zij zelf niet op waren gekomen.

Aanpak
De Bouwcampus faciliteert een co-creatietraject om enthousiaste deskundigen, met uiteenlopende achtergronden, tot innovatieve, toekomstbestendige, duurzame ideeën en perspectieven te laten komen voor de toekomst van de Noordersluis. De zoektocht is breder dan alleen technische oplossingen en reikt verder dan de Noordersluis. We kijken naar de functies van het hele sluizencomplex en kansen voor het hele Noordzeekanaalgebied. Is de Noordersluis geschikt voor meerdere maatschappelijke doelen, zoals energieopwekking, vergroening van de haven, recreatie of iets heel anders?

De eerste drie bijeenkomsten hebben inmiddels plaatsgevonden, zie de verslagen hieronder. Er volgt nog één sessie waarbij de zes teams hun ideeën presenteren en waar je ook bij aanwezig kunt zijn. Ga naar ‘programma’ voor meer informatie over het programma van de oogstbijeeenkomst op dinsdag 10 september.

Organisatoren

  • Harald Versteeg (Transitiemanager)

Verslagen

Lees verder

Versnellingsopgave renovatie woningen

Versnellingsopgave renovatie woningen

Versnellingsopgave renovatie woningen

Versnellingsopgave renovatie bestaande particuliere woningen Zaanstad

De gemeente Zaanstad staat voor verschillende opgaven, waarvoor de directe oplossing niet klaar ligt:

  • Circa 8.000 vooroorlogse particuliere Zaanse woningen hebben slechte funderingen die hersteld moeten worden;
  • Een deel van de voorraad moet levensloopbestendig worden gemaakt om te zorgen dat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen;
  • De energetische kwaliteit van woningen wordt verbeterd om de CO2 uitstoot terug te brengen.

Aanleiding
Bovenop deze vraagstukken over de bestaande voorraad heeft de gemeente Zaanstad ook de opgave om ruimte te bieden aan 20.000 extra woningen. Het combineren van deze opgaven biedt mogelijkheden, waarbij aan sloop/nieuwbouw van de particuliere woningvoorraad in Zaanstad gedacht wordt. Echter, de gemeente lukt het op dit moment niet om voor versnelling en opschaling van deze opgaven te zorgen.

Aanpak
Bouwend Nederland en de gemeente Zaanstad hebben De Bouwcampus gevraagd om dit proces te versnellen. De Bouwcampus heeft Procap gevraagd om door middel van Value Engineering op zoek te gaan naar kansen rondom sloop/nieuwbouw. Met Value Engineering wordt met de markt en kennisinstituten gezocht naar welke kansen de gemeente krijgt bij sloop/nieuwbouw van een deel van de particuliere woningvoorraad. Om tot de kern van de vraag te komen, werken De Bouwcampus en Procap eerst een analyse van problemen en doelen uit met de gemeente Zaanstad. Vervolgens volgt een grotere werkconferentie, waarin we bepalen hoe de technische, financiële en maatschappelijke haalbaarheid kan worden vergroot. Deze bijeenkomst vond halverwege het eerste kwartaal van 2018 plaats.

Verslagen

Lees verder

Vol onder Maaiveld

Vol onder Maaiveld

Vol onder Maaiveld

Op zoek naar integrale oplossingen voor de stedelijke ondergrond

In steden zijn er grote zorgen over de kabel- en leidingeninfrastructuur. De kwaliteit van de leefomgeving komt onder hoge druk te staan gezien de huidige situatie in de ondergrond én de maatschappelijke opgaven. Zonder structurele veranderingen is het onmogelijk alle ambities te realiseren. Een aantal gemeenten vormen samen een koplopergroep die oplossingen gaat zoeken.

Ben jij een visionair, dwarsdenker, innovator, vernieuwende financier, geraffineerde ondernemer of ondernemende technicus met interesse voor herinrichting van de stedelijke ondergrond? Doe dan mee aan het co-creatietraject ‘Vol onder maaiveld’ dat COB en De Bouwcampus samen organiseren!

Aanleiding
Deze opgave is geïnitieerd door Marten Klein, directielid van het Ingenieursbureau Amsterdam. Hij maakt van dichtbij mee hoe belangrijk het is om opgaven die impact hebben op ondergrondse kabels en leidingen te combineren.

Binnenstedelijk gebied ligt nu al vaak en soms langdurig open vanwege het beheer en onderhoud van de verharding, riolering en overige kabel- en leidingeninfrastructuur. Als we straks op grote schaal aan de slag gaan met maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie – opgaven die óók de ondergrond nodig hebben – gaat de stad verder op slot. De uitvoering van de voorgestelde energie- en klimaatmaatregelen komt in het geding.

De impact van maatschappelijke ambities op het ruimtebeslag in de ondergrond is in de praktijk extra groot doordat er geen regie is op de aanleg, beheer en onderhoud van alle afzonderlijke elementen, en de connectie op strategisch en tactisch niveau ontbreekt. Elke individuele ambitie wordt gerealiseerd zonder rekening te houden met het totaalpakket aan wensen.

Doel
‘Vol onder maaiveld’ gaat op zoek naar integrale oplossingen om tot een betaalbare en toekomstbestendige inrichting van de stedelijke ondergrond te komen. Een innovatieprogramma moet oplossingen bieden voor de voorziene knelpunten. Dit innovatieprogramma gaat zich richten op echte praktijksituaties; marktpartijen krijgen hierin een belangrijke rol.

Aanpak
Als eerste stap is een koplopergroep gevormd van gemeenten die de urgentie onderschrijven, hiermee aan de slag willen en bereid zijn het bestuurlijke lef te tonen om structurele veranderingen te bewerkstelligen. Vervolgens wordt er een innovatieteam samengesteld met enkele afgevaardigden van de koplopergemeenten en een passende afspiegeling van organisaties uit de sector van de ondergrondse infra. Dit zullen mensen zijn met een open blik: visionairs en grootdenkers, innovators en dwarsdenkers, vernieuwende financiers, geraffineerde ondernemers en ondernemende technici. Met dit innovatieteam wordt een plan van aanpak gemaakt, worden partijen betrokken, middelen gezocht en toegezien op de uitvoering.

Wat we nodig hebben om structurele veranderingen te realiseren, is onbekend. In proeftuinen van de koplopergemeenten zullen de oplossingen vanuit het innovatieteam worden uitgeprobeerd. Daar is ruimte voor fouten, verbeteringen, testen, elkaar opzoeken en discussies. De geleerde lessen en alle ideeën vanuit het innovatieteam worden verder verspreid door het maken van tools, vormen van expertteams en organiseren van masterclasses. Hiermee maken we een stap om Nederland te helpen de maatschappelijke doelen te halen. 

Coalitiepartners
Partijen betrokken bij de eerste fase van ‘Vol onder Maaiveld’ zijn COB en de gemeenten Alphen aan den RijnAmersfoortAmsterdamBredaDen HaagDeventerLeidenTilburgRotterdamUtrechtZoetermeer en Zwolle.

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen via de website van het COB.

Organisatoren

  • Harald Versteeg (Transitiemanager)

Verslagen

Lees verder

Vraagbundeling woningcorporaties

Uniforme vraag bij woningcorporaties

Uniforme vraag bij woningcorporaties

Samen de markt benaderen voor snellere bouw van betaalbare, duurzame woningen

Aanleiding
Corporaties hebben allemaal de behoefte om de betaalbaarheid en kwaliteit van hun nieuwbouwwoningen te verbeteren, zodat er een huurprijs en kwaliteitsniveau kan worden gerealiseerd die past bij hun doelgroep. Daarnaast is er de wens om de doorlooptijd van projecten te verkorten en door innovatie extra ambities op het terrein van circulariteit, biobased, gezondheid en energiezuinigheid te realiseren. 

Doel
De wijze waarop corporaties nu nieuwbouwprojecten ontwikkelen zal moeten veranderen. Er moet gekeken worden naar een andere en meer gezamenlijke ontwikkelaanpak. Oftewel, samenwerking en standaardisatie om tot meer uniforme en continue bouwstromen te komen. Vraagbundeling om schaalgrootte te creëren is daarbij een wenselijke stap. 

Aanpak
De Bouwcampus richt samen met Aedes in de regio Zuid-West in Zuid-Holland een Bouwstroom* in waarin een aantal woningbouwcorporaties samenwerken om te komen tot een continue bouwstroom. Op basis van voorbeelden en leerervaringen elders, er lopen inmiddels meerdere Bouwstromen, gaan de corporaties concreet aan de slag met uniforme vraagspecificaties naar nieuwe woonconcepten en/of industriële woningbouwsystemen. 

Een volgende stap is die naar vraagbundeling voor één of meerdere productmarktcombinaties (PMC’s). Vraagbundeling kan het meest effectief worden ingezet als partijen uit de gehele keten kunnen meedenken. De Bouwcampus brengt partijen in co-creatietrajecten bijeen en jaagt zo de transitie aan.

* Bouwstroom
In de Aedes Agenda is afgesproken: “Vernieuwing en innovatie helpt om met hetzelfde geld meer woningen te bouwen en de huren betaalbaar te houden. Corporaties combineren en standaardiseren bouwopdrachten en plannen met bouwbedrijven continue bouwstromen. Dit stelt de markt in staat om te innoveren, bijvoorbeeld met conceptuele nieuwbouw. We delen de ervaringen en lessen van professioneel opdrachtgeverschap. Ambitie is dat de helft van alle corporaties eind 2023 regionaal samenwerkt aan de nieuwbouwopgave.”

Organisatoren

  • Atto Harsta (Transitiemanager)

Lees verder

Bruggen en sluizen

Bruggen en sluizen

Bruggen en sluizen

Road map 1: De Bouwagenda

Roadmap 1 van De Bouwagenda concentreert zich op Bruggen & Sluizen. In Nederland zijn ongeveer 40.000 bruggen en viaducten en 137 sluizen die dagelijks door miljoenen mensen worden gebruikt. Wanneer ook alle kleine kunstwerken worden meegeteld, zijn het er misschien wel 100.000. Veel van deze kunstwerken zijn in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw gebouwd. De periode is aangebroken dat vele van die 40 tot 50 jaar oude kunstwerken moeten worden vervangen, omdat onder het huidige gebruik het einde van de levensduur nadert. De Road Map 1 – Bruggen & Sluizen van De Bouwagenda focust op civiele kunstwerken en beoogt nieuwe benaderingen te vinden voor de grote onderhouds- en vervangingsopgave waar we voor staan.

De bijeenkomsten van deze opgave zijn afgerond. Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws omtrent Bruggen en Sluizen? Schrijf je dan in voor de nieuwsbrief en houd het thema ‘Vervanging en Renovatie Infrastructuur’ in de gaten!

Aanleiding
Het beheren van kunstwerken komt neer op het waarborgen van een goede technische kwaliteit, zodat ze veilig gebruikt kunnen worden. Kunstwerken moeten om die reden structureel onderhouden worden om de kans op ongewenst functieverlies te minimaliseren en de levensduur te verlengen. In de huidige praktijk komt dat neer op het hebben van een actueel inzicht in de toestand, het functioneren en de gebruiksbelasting van de kunstwerken. Dit adresseren we in de Road Map met het formuleren van een kennisagenda.

Doel
We hebben een kwaliteitssprong nodig in de integrale benadering en samenwerking en een schaalsprong in de aanpak. Dat vraagt slimme oplossingen die met betrekking tot het vervangingsvraagstuk van kunstwerken aansluiten bij de lokale, nationale en internationale ambities.

Aanpak
In Road Map 1 werkt de kerncoalitie namens de Taskforce Bouwagenda aan toekomstbestendige en duurzame bruggen en sluizen. De Road Map valt binnen het cluster ‘infra.

Leden van de kerncoalitie

  • Koene Talsma (Vz)
  • Lindy Molenkamp
  • Marco Hofman
  • Maaike Ritzen
  • Arie Bleijenberg
  • Maurice van Rooijen
  • Richard Mulder

Overijssel, Noord-Holland en Rijkswaterstaat inventariseren samen hun bruggenopgave
Aanbesteden van reeksen (mandjes) van werken is een manier om marktpartijen in staat te stellen werkelijk te innoveren en innovaties ook terug te verdienen. Op diverse plaatsen wordt hiermee geëxperimenteerd. Maar wat als een organisatie niet voldoende werk(en) heeft om zo’n reeks te vormen? Provincies Overijssel en Noord-Holland verkennen samen met Rijkswaterstaat of er in gezamenlijkheid reeksen te vormen zijn, en wat dat aan kansen biedt.

Lees verder

Circulaire infra community

Circulaire infra community

Circulaire infra community

InnovA58: Eerste circulaire snelweg

Om tot een eerste circulaire snelweg te komen, zullen nieuwe technologieën en processen moeten worden ontwikkeld. Dat kunnen we niet alleen. Samen met diverse stakeholders verkenden we daarom hoe een Circulaire Infra Community eruit moet zien, zodat de nieuwste circulaire innovaties worden toegepast en getest bij de realisatie van InnovA58 en daaropvolgende infraprojecten. De Bouwcampus faciliteerde het co-creatietraject in samenwerking met SmartwayZ.NL.

Stand van zaken
In september 2017 is een start gemaakt met een community ter versnelling van de transitie van een lineaire naar een circulaire economie. Op 14 juni was de afsluitende bijeenkomst waarin de oogst werd gepresenteerd. De drie teams presenteerden hun ideeën over wat zij concreet willen uitproberen of onderzoeken als het gaat om het realiseren van de circulaire weg en hoe zij dat willen aanpakken. Op 4 september is de oogst vervolgens getoond aan het programmateam van SmartwayZ.Nl. De komende maanden krijgt het Living Lab van InnovA58 nadere invulling. De resultaten van de Circulaire Infra Community worden hierbij als input meegenomen.

Aanleiding
Om vorm te geven aan een toekomstbestendige, duurzame economie heeft het Rijk het Rijksbrede programma ‘Circulaire Economie’ vastgesteld. Om de doelstellingen van het programma te realiseren is onderzoek, product- en procesinnovatie nodig. Het innovatieve mobiliteitsprogramma SmartwayZ.NL biedt hier ruimte voor.

SMARTWAYZ.NL
Ministerie I&M, Rijkswaterstaat, provincie Noord Brabant, provincie Limburg en gemeenten werken met markt- en kennispartijen en belanghebbenden samen binnen het programma SmartwayZ.NL. Met als doel de doorstroming van het verkeer te verbeteren in Zuid-Nederland en om innovatie te stimuleren in deze slimme regio. Ze zijn op zoek naar concrete oplossingen. Ondernemerschap en innovaties staan hierbij centraal. SmartwayZ.NL deelt kennis proactief en wil leren van anderen. Oplossingen moeten op bredere schaal toepasbaar zijn.

Doel
LIVING LAB: INNOVA58
Op de A58 tussen de knooppunten Sint-Annabosch en Galder en tussen Eindhoven en Tilburg wordt in het project InnovA58 de weg verbreed. De ambitie van InnovA58 is om innovaties te stimuleren en te implementeren, zodat het project circulair wordt in aan- en afvoer van materiaalstromen in de realisatie-, beheer- en onderhoudsfase en het uitwerken van een circulair ontwerp van de hele weg inclusief de kunstwerken. Het gaat dus niet alleen om de wegverbreding van 35 km, maar om innovatie. Innovatie op de gebieden duurzame leefomgeving, slimme mobiliteit, minder hinder en LifeCycle management. Om de innovaties te laten slagen, wordt er een Living Lab gecreëerd. Dit is een ontwikkel-, test- en leeromgeving voor innovaties.

Uitgangspunt is dat de innovaties zo veel mogelijk op, aan of rond de weg worden ontwikkeld, getest en gemonitord. Zo kan ervaring opgedaan worden met het testen en implementeren van innovaties in de praktijk, zodat toepassing van innovaties versneld wordt. Vervolgens kunnen de ervaringen uit het Living lab gebruikt worden in de andere deelopgaven van SmartwayZ.NL en de overige Nederlandse wegen.

Aanpak
Op 21 september 2017 heeft de eerste Verkenningstafel plaatsgevonden, waar meerdere stakeholders de scope en samenwerking hebben bepaald, om de transitie van een lineaire naar een circulaire economie te versnellen. Er is verkend welke mogelijkheden en bouwstenen er nodig zijn voor een circulaire weg om in 2050 zelfs zonder afval te kunnen bouwen. Op 2 november kwamen 35 bevlogen mensen samen om de bouwstenen van Circulaire Infra te concretiseren.

Met de volgende bouwstenen is vervolgens aan de slag gegaan:

  • Lef om samen te werken
  • Visie op een volledig circulaire weg
  • Meekoppel kansen

Het uitgangspunt dat de innovaties zoveel mogelijk op, aan of rond de weg worden ontwikkeld, getest en gemonitord geldt voor al deze bouwstenen. De verschillende teams zijn met de bouwstenen aan de slag gegaan, waarbij het Living Lab karakter wordt bewaakt.

Verslagen

Lees verder

Grip op de Maas

Grip op de Maas

Grip op de Maas

Vervangingsopgave Grip op de Maas

Vanaf de 20-er en 30-er jaren van de vorige eeuw zijn natte kunstwerken, zoals sluizen, stuwen en gemalen, gebouwd om het hoofdwatersysteem aan de wensen van de samenleving aan te passen. Na de aanleg verschoof de aandacht naar beheer en onderhoud. Inmiddels zijn de oudste kunstwerken aan vervanging toe. Dat is een grote en complexe opgave: een opgave die te groot is voor Rijkswaterstaat alleen en ook de oplossing is (nog) niet direct helder. Aan de hand van de concrete opgave van de zeven stuwen in de Maas, Grip op de Maas, willen we de gedachtevorming en kennisontwikkeling over de vervangingsopgave op gang brengen. Voor Grip op de Maas heeft op De Bouwcampus een pré-concurrentieel co-creatietraject plaatsgevonden waar marktpartijen, kennisinstellingen en overheden samen nieuwe perspectieven ontwikkeld hebben.

Aanleiding
In Nederland, maar dat geldt ook voor de meeste geïndustrialiseerde landen, is de infrastructuur gebouwd en doorontwikkeld in de eerste helft van de 20ste eeuw, dus in de periode 1900-1950. Het merendeel van deze infrastructuur is aan vervanging toe. Dat geldt ook voor de kunstwerken in de drie netwerken die Rijkswaterstaat beheert; het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem. Deze kunstwerken, zoals stuwen, sluizen en gemalen, naderen het einde van de levensduur en zijn aan vervanging toe. Sommige vervangingsopgaven zijn complex, omdat de kunstwerken geschakeld zijn en in samenhang de gewenste functionaliteit leveren.

Een van die complexe opgaven betreft de stuwen in de Maas. De stuwen en sluizen in de Maas zijn aan het begin van de 20ste eeuw aangelegd om de Maas bevaarbaar te maken ten behoeve van het transport van kolen van Limburg naar de Randstad. Het bevaarbaar maken van de Maas vergde een forse systeemingreep in de vorm van sluizen, stuwen en kaden. De vraag is nu of voor de komende vijftig tot honderd jaar in dezelfde lijn moet en kan worden doorgegaan of dat er (systeem)alternatieven zijn.

Dat is een grote en complexe opgave: een opgave die te groot is voor Rijkswaterstaat alleen en ook de oplossing is (nog) niet direct helder. Aan de hand van de concrete opgave Grip op de Maas willen we de gedachtenvorming en kennisontwikkeling over de vervangingsopgave op gang brengen.

Doel
Samen met marktpartijen, kennisinstellingen en overheden willen we de bovenstaande gedachtenlijn toetsen en op zoek gaan of er een optimaler ontwerp (anders dan 1:1 vervanging) voor de inrichting/het functioneren van de Maas als transportnetwerk mogelijk is.

Daarbij spelen ook de volgende onderwerpen een rol: hoe houden we rekening met het feit dat de levensduur van constructies (80-100 jaar) groter is dan de beleidshorizon (20-30 jaar)? En hoe gaan we om met veranderingen gedurende de uitvoeringsperiode (10-30 jaar), zoals maatschappelijk, economisch, klimatologisch, beschikbare kennis en beschikbare techniek?

De uitkomsten van de bijeenkomsten worden benut om de vervangingsstrategie verder uit te werken.

Aanpak
De vervanging van de stuwen in de Maas is de eerste opgave die Rijkswaterstaat op De Bouwcampus neerlegt. Gekozen is voor De Bouwcampus omdat hier pré-concurrentieel en in cocreatie samengewerkt kan worden. Verkregen resultaten worden op de De Bouwcampus-site geplaatst waardoor ze openbaar en toegankelijk zijn voor iedereen.

In 2015 startte fase 1 van het co-creatietraject Grip op de Maas. Fase 1 bestond uit vier grote bijeenkomsten, waarin 6 perspectieven zijn ontwikkeld en verrijkt. Tijdens de slotbijeenkomst gaf Rijkswaterstaat aan dat fase 1 een rijke, inhoudelijke oogst heeft opgeleverd en dat het proces eigenlijk nog niet klaar was. Rijkswaterstaat en de zes perspectieftrekkers besloten samen verder te gaan met het traject in een volgende fase.

In fase 2 is een aantal bijeenkomsten geweest met de perspectieftrekkers en Rijkswaterstaat. Maar ook het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat sloot aan voor de verbinding met het beleid. Op 13 maart 2018 was de oogstbijeenkomst en daarmee de feestelijke afsluiting van de fasen 1 en 2 van dit co-creatietraject op De Bouwcampus. Hiermee is Grip op de Maas niet afgelopen. Het is het begin van een discussie over wat we gaan vervangen en waarom we de infrastructuur vervangen in Nederland. Rijkswaterstaat blijft de denkkracht van marktpartijen, kennisinstellingen en overheden nodig hebben en heeft er vertrouwen in dat we met elkaar dit soort vraagstukken ook in de toekomst aankunnen.

Warmte uit Water
Vermeldingswaardig is dat 1 van de 6 perspectieven, namelijk het energietransitieperspectief, een volgende fase is ingegaan. Aanleiding hiervoor was het fase 2-rapport van dit perspectief  ‘Eindrapport Grip op de Maas – Energietransitieperspectief Water & Energie –  fase 2 ‘. Dit rapport schetste een groot potentieel van het water-uit-oppervlaktewater-concept voor de warmtetransitie van de gebouwde omgeving in Nederland. Deze nieuwe fase, fase 3, ressorteert ook onder de pré-concurrentiële setting van De Bouwcampus, waardoor marktverstoring nu en in de toekomst wordt uitgesloten. Nadere uitwerking van het energietransitieperspectief, het warmte-uit-oppervlaktewater-concept, gaat verder onder de naam Warmte uit Water. Dit is te vinden onder de Bouwcampusopgave Verduurzaming Gebouwen & Omgeving met daaronder het transitietraject ‘Vernieuwde energie voor vastgoed’. In deze fase werken Alliander en Rijkwaterstaat het warmte-uit-oppervlaktewater-concept verder uit door ontwikkeling van een generiek concept welke gevoed wordt door ervaringen opgedaan op proeflocaties.

Lees hier meer over Warmte uit Water.

Verslagen

Lees verder

Funderingsherstel bij woningcorporaties

Funderingsherstel bij woningcorporaties

Funderingsherstel bij woningcorporaties

Funderingsherstel makkelijker, duurzamer en goedkoper maken

Vanwege de urgentie en complexiteit van de uitdaging rondom funderingsherstel zet de Bouwcampus zich in om de ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden aan te jagen. Dit jaar heeft de Bouwcampus hiervoor contact gelegd met diverse organisaties, zoals overheidsinstanties, woningcorporaties, brancheverenigingen en uitvoeringspartijen. Het doel is om gezamenlijk, binnen een brede coalitie, deze herstelopgave te verkennen en versnellen. Dit krijgt in 2025 vorm met de start van een nieuw traject.

Aanleiding
In Nederland krijgen veel woningen te maken met funderingsproblemen. De uitdaging is groot. In Nederland staan volgens schattingen zo’n 750.000 panden met een houten paalfundering en zo’n 300.000 panden met een ondiepe fundering. Deze funderingen zijn kwetsbaar, zeker in gebieden met een minder draagkrachtige bodem, zoals veen- en kleigebied.

Eerdere schattingen geven aan dat in elk geval de helft van de panden met een houten of ondiepe fundering problemen kan krijgen. Per woning kan funderingsherstel zo’n €40.000 tot €80.000 kosten. Woningeigenaren staan dus voor een grote opgave. Dat geldt ook voor woningbouwcorporaties, die zo’n 2,4 miljoen huurwoningen bezitten. Bij sommige woningbouwcorporaties kampt wel één vijfde van het woningbestand met funderingsproblematiek.

In de huidige markt wordt funderingsherstel steeds duurder. Voor corporaties is dit veelal een nieuw thema, waarbij een goede afweging moet worden gemaakt tussen sloop-nieuwbouw, funderingsherstel of een grotere renovatie. Als er goed wordt gepland, kunnen corporaties de verschillende opgaven waar ze voor staan (woningnood, verduurzaming en funderingsproblematiek) handig combineren in één aanpak.

Doel
Funderingsherstel moet makkelijker, duurzamer en goedkoper worden. Vanwege de omvang, complexiteit en de hoge kosten is samenwerking gewenst. Gezamenlijk kunnen corporaties komen tot procesinnovaties en de markt stimuleren om nieuwe herstelprocessen en producten op de markt te brengen. Kostenverlaging is daar een logisch gevolg op.

Aanpak
Om dit te bereiken wil De Bouwcampus een Community of Practice oprichten, waarin een groep actieve woningbouwcorporaties samenkomt en werkt aan oplossingen. Iedere deelnemer brengt projecten in, waardoor de innovatie direct wordt toegepast en getest in de praktijk (‘practice’). Het gaat om actief delen van kennis en daarop doorbouwen, zodat nieuwe oplossingen effectief worden getest en opgeschaald. Een Community of Practice is expliciet geen netwerk waarin slechts wordt gesproken.

Uitvoering
De Bouwcampus heeft onderzocht of er bij woningcorporaties behoefte is aan een Community of Practice (CoP). Er is vastgesteld dat er zeker behoefte is aan vastere en continue onderlinge samenwerking en kennisuitwisseling over het onderwerp funderingsherstel. Een echte Community of Practice, die zelfstandig functioneert, regelmatig samenkomt (onder begeleiding van een externe procescoach) en waar samenwerken en innoveren centraal staat, lijkt niet de meest geschikte vorm.

De woningcorporaties gaven wel aan de volgende behoeften te hebben:

  • Het leren kennen van het netwerk: Er zijn (en zullen in de toekomst) continu nieuwe medewerkers binnen dit dossier actief zijn vanuit de corporaties. Het is belangrijk dat deze mensen elkaar leren kennen, zodat de drempel om elkaar eerder te contacteren lager wordt.
  • Op de hoogte blijven van landelijk beleid: Vanwege de betrokkenheid van de RVO (Rijksdienst voor ondernemend Nederland) bij deze bijeenkomsten, blijven corporaties op de hoogte van het landelijke beleid, en zijn de lijnen korter.
  • Kennisbehoefte vervullen: Veel corporaties staan nog aan het begin van het proces, zij moeten hun fundatieherstel- aanpak en -strategie nog vormen. Zij hebben veel baat bij kennis en inzichten (o.a. in de vorm van presentaties en discussies) van andere corporaties en kennisinstellingen over hun toekomstige aanpak.
  • Komen tot een slimmere aanpak over de toekomstige samenwerking tussen corporaties op het gebied van funderingsproblematiek.

Er is een voorstel gedaan om een kleine werkgroep op te richten met enkele vooroplopende corporaties op gebied van funderingsherstel. Zij kunnen samenwerken aan onderwerpen die ervaring vereisen, bijvoorbeeld het verbeteren van de businesscase(s). Onze conclusie is dat kennisdeling op deze specifieke onderwerpen zich leent voor digitale webinars, een informatie platform en fysieke netwerk- en samenwerksessies.

Afronding
Na afloop van dit traject is de opgedane kennis gebundeld. Op deze manier kan de RVO de samenwerking tussen corporaties verder versterken en zo bijdragen aan het doelmatig oplossen van de funderingsproblematiek. Een interview met Atto Harsta over de uitkomsten van dit traject en de vervolgstappen lees je hier.

Organisatoren

  • Atto Harsta (Transitiemanager)

Lees verder

Emissieloos bouwen

Emissieloos bouwen

Emissieloos bouwen

Samen werken aan bouwen zonder uitstoot

Het Klimaatakkoord is duidelijk. De bestaande woningvoorraad moet voor 2050 verduurzaamd worden. Ook het adviescollege Stikstofproblematiek is september 2019 helder geweest in de aanbevelingen die zijn gedaan. Een operationalisering is gegeven in de zgn. Malieveldverklaring van december 2019, waarin kennispartijen, opdrachtgevers, banken, intermediairs, adviseurs, bouwers en maatschappelijke organisaties constateren dat de koplopers uit de bouwsector de uitdaging van een transitie naar emissievrij bouwen willen aangaan om stikstofemissies vanuit de gebouwde omgeving terug te brengen. In het transitietraject Emissieloos Bouwen van De Bouwcampus gaan we hier met opdrachtgevers, ingenieursbureaus, kennisinstellingen en bouwbedrijven mee aan de slag door met elkaar een antwoord te vinden op de cruciale vraag: ‘Hoe kunnen we emissieloos bouwen c.q. hoe kan het beste emissieloos aanbesteed worden?’

Aanleiding
Het stikstof onderwerp is voor heel Nederland van belang gezien de actuele ontwikkelingen rondom (de interpretatie van) het ‘Remkes’-rapport. Ook voor de regio Den Haag heeft dit verstrekkende gevolgen. Stikstofdepositie is door de omliggende Natura 2000 gebieden die Den Haag omringen een uitdaging. Om het bovenstaande vraagstuk te kunnen aanpakken heeft Boudewijn Revis in 2019 vanuit zijn rol als boegbeeld van de Verstedelijkingsalliantie en vooral ook als destijds wethouder van de Gemeente Den Haag de navolgende vraag aan De Bouwcampus gesteld: “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk emissieloos en emissiearm gebouwd kan gaan worden en dat een aantal niet vergunde projecten kunnen worden vlot getrokken?”

De bovenstaande vraag heeft geleid tot de organisatie van de Versnellingstafel Stikstof waar duidelijk naar voren kwam dat ondanks de wil om emissieloos te bouwen het ontbreekt aan concreet handelingsperspectief. Wat kan nu wel om emissie aanzienlijk terug te dringen? En om te zorgen dat depositie (van voornamelijk stikstof, echter ook CO2) binnen de gestelde grenswaarden kan plaatsvinden. De vergunningverlening moet weer op gang komen, zodat er ‘gebouwd’ kan worden.

Doel
Samen met koplopers, vernieuwers en andere belangstellenden vanuit marktpartijen, overheden en kennisinstellingen onderzoeken en creëren we toekomstperspectief door te kijken wat wel kan of hoe we mogelijkheden kunnen bewerkstelligen, in het licht van stikstofdepositie en de opgave die er ligt.

Aanpak
De behoefte om meer te delen over emissieloos bouwen is groot. Dat bleek ook tijdens de bijeenkomst die De Bouwcampus op 27 augustus organiseerde samen met het RVB.

De Bouwcampus wil graag optreden als verbinder en transitie-begeleider om te komen tot planvorming die beweging brengt in het emissiearm, of emissieloos bouwen. De Bouwcampus werkt daarmee aan haar opgave om de bouwsector maatschappelijke waarde te laten creëren.

We nodigen gemeenten, provincies, aannemers, ontwerpers, ontwikkelaars, toeleveranciers en kennisinstellingen uit om gezamenlijk hier naar toe te werken.

Verslagen

Lees verder

Dutch coastline challenge

Dutch coastline challenge

Dutch coastline challenge

Samen werken aan een veilige Nederlandse kust

We staan met elkaar iedere dag voor een belangrijke opgave om de Nederlandse kust veilig te houden. We doen dit als Nederland goed en we staan er goed voor. Daar kunnen we met z’n allen echt trots op zijn. Wij geloven dat deze opgave in de toekomst, door verschillende ontwikkelingen, echter omvangrijker en complexer gaat worden.

Aanleiding
Wij geloven dat deze opgave om de Nederlandse kust veilig te houden in de toekomst omvangrijker en complexer gaat worden. Een aantal ontwikkelingen spelen hierbij een belangrijke rol:

  • Klimaatontwikkeling met als resultaat zeespiegelstijging. En of het nu een stijging van 1 meter of 6 meter wordt, deze ontwikkeling dwingt ons om goed na te denken of we onze werkwijze moeten aanpassen om Nederland ook in de toekomst veilig te houden.
  • Maatschappelijke ontwikkelingen leiden tot andere eisen aan de wijze waarop we ons werk uitvoeren, waarbij duurzaamheid een belangrijk thema is; hoe zorgen wij ervoor dat we Nederland ook voor onze kinderen en kleinkinderen niet alleen veilig maar ook leefbaar houden?
  • Technologische ontwikkelingen & nieuwe kennis bieden kansen om adequaat op bovenstaande ontwikkelingen in te spelen. Stimuleren en benutten we deze kennis wel voldoende?

Het verhaal
Nederland. Land van dijken, duinen en Deltawerken. Van leven onder de zeespiegel, zonder angst of overlast. Al eeuwen beschermen we ons land succesvol tegen de kracht van het water en de grillen van de natuur. Elk dreigend gevaar weten we in te dammen, letterlijk. En als het nodig is, maken we vanuit het water nieuw land, nieuwe polders, nieuwe akkers, nieuwe steden. Het maakt ons een autoriteit en een attractie, maar we realiseren ons nauwelijks nog hoe bijzonder dat allemaal is. Dit unieke lage land maken we samen: slimme ingenieurs, daadkrachtige waterbouwers, visionaire bestuurders en zeventien miljoen andere nuchtere Nederlanders. We leven met het water. En het water leeft met ons. Elke dag.

De 5 sporen:

  • Spoor 1: Vaststellen gezamelijke ambities van overheid, markt en kennisinstellingen in Kustlijnakkoord, gereed in 2021.
  • Spoor 2: Aanpassen van contracten en aanbestedingen zodat hierin ‘incentives’ komen die leiden tot CO2-reductie.
  • Spoor 3: Stimuleren van technische innovaties middels marktuitvragen gekoppeld aan concrete toepassing en uitvoering, waarbij Rijkswaterstaat optreedt als ‘launching customer’. Eerste tranche loopt, tweede tranche is in voorbereiding.
  • Spoor 4: Binnen wetgeving komen tot nieuwe duurzame benaderingen, ook op basis van ìnnovaties die bij spoor 3 zijn ontwikkeld en deze vastleggen in het Kustlijnakkoord.
  • Spoor 5: Blik op 2050 en verder. Nu goede afspraken maken en innovaties ontwikkelen die op korte en lange termijn werken met behulp van onder meer ‘back casting’; Wat moeten we nu doen om de voor 2050 geambieerde transities te realiseren?

Verslagen

Lees verder

Circulair grondstoffencluster

Circulair grondstoffencluster

Circulair grondstoffencluster

Transitietraject voor een duurzaam industrieel ecosysteem

Wonen en werken – een ruimtelijk-economisch vraagstuk
Het kabinet heeft de ambitie om landelijk 1 miljoen woningen bij te bouwen tot 2040, waarvan 250.000 in de Zuidelijke Randstad. Dit is een enorme uitdaging die om innovatieve aanpakken vraagt. Het woningbouwdossier is een multi vraagstuk, waarin verschillende ruimtelijk-economische opgaven schuil gaan. De druk op de ruimte neemt alleen nog maar toe; meer ruimte voor werken, logistiek, mobiliteit, recreatie, natuur én extra woningen voor het groeiende aantal huishoudens.
Het woningbouwvraagstuk vraagt om verdichten: een betere concentratie van bedrijven en het optimaal benutten van ruimte in de stad en op bedrijventerreinen.

Aanleiding
Gewenst: een verleidelijk toekomstperspectief voor grondstoffenbedrijven en hun ketens.
Een aantal hoog milieu categorie bedrijven (HMC4+), zoals grondstoffenbedrijven afval, asfalt, beton, zand en grind leggen momenteel een grote ruimteclaim op bedrijventerreinen. Ook zij ervaren de ruimtedruk van buiten. Deze bedrijven spelen een belangrijke rol in de bouwketen en zijn van grote waarde voor de stad, want zíj verzorgen het materiaal om verder aan de stad te bouwen.
Naast de ruimteschaarste die de vestigingen onder druk zetten, is het voor deze HMC4+-bedrijven van belang om duurzaam te blijven innoveren. Het ruimtevraagstuk en de duurzaamheidsambities en eisen van de nabije toekomst zijn omgevingsfactoren die vragen om het gezamenlijk nadenken over een sterk toekomstperspectief.

Het transitietraject circulaire grondstoffenhub bouwt voort op het traject ‘Balans Wonen & Werken’, gehouden in 2018 en 2019. De Verstedelijkingsalliantie en De Bouwcampus werken samen om via een co-creatietraject met deelnemers uit de markt, overheid en kennisinstellingen, te zoeken naar oplossingen voor bovenregionale knelpunten, waaronder de balans tussen wonen en werken. De Verstedelijkingsalliantie is opgericht met als doel om de versnelde ontwikkeling van woningbouwlocaties mogelijk te maken. De alliantie bestaat uit de gemeente Delft, Rijswijk, Leiden, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Den Haag, Zoetermeer en wordt ondersteund door de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) en de Provincie Zuid-Holland.

Doel
Circulair grondstoffencluster
Het opzetten van een circulair grondstoffencluster is een toekomstperspectief dat we graag samen onderzoeken met als doel de realisatie ervan. De hub kan fungeren als nieuw economisch, industrieel ecosysteem van een aantal samenwerkende bedrijven en mogelijk ook van publieke instanties met daarin in ieder geval HMC4+-bedrijven zoals beton- en asfaltcentrales en afvalverwerking. Dit biedt potentiële voordelen op het gebied van ruimte, energietransitie, schaalgrootte, circulariteit, gedeelde voorzieningen, kostenbesparing, kleinere milieu-impact, innovatiekansen en logistieke optimalisatie.

Vraagstelling
Vanuit zowel het ruimtelijk-economisch vraagstuk van stedelijke gebieden als vanuit de belangen van de grondstoffenbedrijven onderzoekt De Bouwcampus, in samenwerking met de Verstedelijkingsalliantie, het draagvlak en het toekomstperspectief van een circulair grondstoffencluster. Is het zinvol om een aantal grote grondstoffenbedrijven te clusteren op een locatie? Wat zijn de schaalvoordelen, logistieke voordelen, ruimtelijke voordelen, energie- en grondstoffenvoordelen? Heeft de hub een regionale of grootstedelijke functie? Is de hub haalbaar en is er draagvlak? We onderzoeken graag samen de volgende vraag:
‘Welke kansen zijn er voor samenwerking tussen HMC4+-bedrijven (zoals asfalt-, afval- en betonbedrijven) in een circulair grondstoffencluster?’
Verschillen en overeenkomsten | bouwhub en circulair grondstoffencluster
Een circulair grondstoffencluster is een ruimtelijke bundeling van grondstof intensieve bedrijven zoals afval, asfalt en beton gerelateerde grondstoffen zoals zand en grind, waarbij de ruimtelijke nabijheid de mogelijkheid biedt om in productieprocessen gebruik te maken van circulaire synergiën waaronder allerlei nieuwe proces- en verwerkingstechnologieën.

Een bouwhub is wezenlijk iets anders dan een circulair grondstoffencluster, ook al bezitten ze raakvlakken. Een bouwhub is een ruimtelijk logistiek punt dat het bouwproces bedient door middel van een gezamenlijke plek voor opslag en distributie van bouwcomponenten. Een circulair grondstoffencluster heeft een veel grotere omvang dan een bouwhub. Er moet rekening gehouden worden met hindercirkels, omdat het een bundeling is van hoge milieu categorie 4+ (HMC4+) bedrijven. Vanwege de grootte is vaak maar een grondstoffencluster nodig per grote stad en/of regio. Dit terwijl een stad vaak meerdere bouwhubs kan gebruiken. Er liggen uiteraard wel kansen om ze in de bouwlogistiek en het toewerken naar een meer circulaire toekomst met elkaar te verbinden. De bouwhub zou prima op de locatie van de circulair grondstoffencluster kunnen worden gevestigd.

Aannames
Dit traject gaat ervan uit dat in de toekomst de afvalsector zich verder zal focussen op na-scheiding in plaats van bronscheiding. Daarnaast wordt aangenomen dat het werken vanuit circulaire principes leidend gaat zijn in de toekomst en zich sneller en breder zal ontwikkelen; (in 2030 zal 50% van alle sectoren omgevormd moeten zijn. Dat het voor het tot stand komen van een circulaire samenwerking tussen grondstofbedrijven essentieel is om zich in een cluster te vestigen, is geen aanname, maar iets dat we in dit traject willen onderzoeken.

Aanpak
Het transitietraject behelst veel 1-op-1 gesprekken met belanghebbende stakeholders en circulaire denkers. Daarnaast zullen drie bijeenkomsten met genodigden vanuit de markt, overheid en kennisinstellingen de zoektocht naar een potentiële circulair grondstoffencluster ondersteunen.

1e bijeenkomst: Kennismaking & Verkenning
Datum: Dinsdag 30 juni 2020, in de middag

2e bijeenkomst: Verdieping model circulaire grondstoffenhub
Datum: Donderdag 17 september 2020, in de middag

3e bijeenkomst: Verrijken Ontwikkelstrategie
Datum: Donderdag 26 november 2020, in de middag

Coalitiepartners
De coalitiepartners zijn de Verstedelijkingsalliantie en Provincie Zuid-Holland.

Organisatoren

  • Atto Harsta (Transitiemanager)

Verslagen

Lees verder

Balans wonen en werken

Balans wonen en werken

Balans wonen en werken

Oplossingen voor wonen in industriële gebieden

In de zuidelijke Randstad moeten tot 2040 circa 240.000 woningen worden gerealiseerd, waarvan zeker 170.000 in bestaand, stedelijk gebied. De Verstedelijkingsalliantie is opgericht met als doel om de versnelde ontwikkeling van woningbouwlocaties mogelijk te maken. De alliantie bestaat uit de gemeente Delft, Rijswijk, Leiden, Dordrecht, Rotterdam, Schiedam, Den Haag, Zoetermeer en wordt ondersteund door de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) en de Provincie Zuid-Holland. Er zijn 13 transformatielocaties gedefinieerd in de verschillende gemeenten. Zij liggen geconcentreerd langs de bestaande infrastructuur op de lijn Dordrecht-Leiden.

Als onderdeel van de samenwerking binnen de Verstedelijkingsalliantie worden bovenregionale kansen en knelpunten binnen de transformatielocaties geïdentificeerd en op regionaal niveau geprobeerd deze kansen en knelpunten op te lossen.

De Verstedelijkingsalliantie en De Bouwcampus zijn gezamenlijk een co-creatietraject gestart om te zoeken naar oplossingen voor een van deze geïdentificeerde bovenregionale knelpunten: de balans tussen wonen en werken in de geselecteerde gebieden.

Aanleiding
De perspectieven van de betrokken bedrijven en sectoren (zand, grind, asfalt) blijven niet zoals ze nu zijn. We hebben het over een ontwikkeling van meerdere jaren. Maar hoe gaat dat dan veranderen en op welke manier kan daar dan op ingespeeld worden? Deze ontwikkeling heeft een directe relatie met de transformatie van diverse grondstof gerelateerde bedrijven. Hoe zal de bouw en GWW-sector gaan evolueren? Hoe zien deze bedrijven er over 15 jaar uit als ze moeten voldoen aan de nieuwe CO2-neutrale en grondstofarme processen die dan gelden? Welke processen zijn er dan in de omgeving nodig? En wat is er nodig om die bedrijven telkens tot die ene stap verder te inspireren? Kunnen we deze bedrijven in woningbouw, utiliteit, GWWen de grondstoffensector verleiden daarin mee te denken en ontwikkelen? Is de hinder die dan nog wel voortkomt uit deze nieuwe bedrijfsprocessen op een andere (vernieuwende) manier weg te nemen dan wel te reduceren waardoor realisatie van gemengde woon-werk gebieden in combinatie met deze industrie mogelijk wordt?

Doel
Een van de geïdentificeerde kansen/knelpunten in de transformatielocaties is de balans tussen wonen en werken binnen de 13 locaties van de Verstedelijkingsalliantie. Kenmerkend voor deze transformatielocaties is de huidige aanwezigheid van (oude) industrie en bedrijven. Op het gebied van werken gaat het zowel over het borgen van de belangen van de bestaande ondernemingen als het mogelijk maken of aantrekken van innovatieve bedrijvigheid in de regio (blue economy). De industriële werkgelegenheid (o.a. scheepsbouw, zand, grind, chemie, machinefabrieken, rederijen) dient in een bepaalde mate behouden te blijven terwijl nieuwe ondernemingen aangetrokken of ontwikkeld worden. Hoofdvraag luidt dan ook:

Welke gelijktijdige ontwikkelingen zijn noodzakelijk voor de ontwikkeling van woon-werk locaties in de aangewezen transformatiegebieden? Wat zijn doorbraakmogelijkheden en wat is er vanuit de diverse deelnemende stakeholders nodig om te komen tot een versnelling van de realisatie in de diverse binnenstedelijke industriële gebieden (opgenomen in de Verstedelijkingsalliantie)?

Doel voor De Bouwcampus is hierbij om gevonden oplossingsrichtingen ook breder dan Zuid-Holland te verspreiden en goede voorbeelden (zowel nationaal als internationaal) van buiten de regio Zuid-Holland in te brengen bij de ontwikkelingen in de Verstedelijkingsalliantie.

Oogst
De volgende activiteiten zijn georganiseerd in het kader van dit co-creatietraject:

Twee verkenningsgesprekken met focus op knelpunten wonen & werken in binnenstedelijk industrieel gebied:

  • Verkenningsgesprek wonen-werken Casus Schieoevers-Noord (1 juni 2018 – verslag)
  • Verkenningsgesprek Nieuwe vormen van wonen-werken bij stedelijke transformatie (18 juni – verslag)

Het eerste verkenningsgesprek vertrok vanuit de kansen en belemmeringen, die ervaren worden bij ambitie om wonen en werken te mengen bij de herontwikkeling van een specifieke locatie, namelijk Delft Schieoevers. De bijeenkomst eindigde met diverse inspirerende visies, waarmee er op een andere manier over de veel besproken onderwerpen gedacht kan worden. Bij het tweede verkenningsgesprek werd vanuit het regionale perspectief naar de specifieke locaties gekeken, wat is er dan mogelijk? Maar vooral, wat is er mogelijk wanneer de bestaande discussies, aannames, belangen en procesaanpak niet meetellen.

Een belangrijk resultaat vanuit beide verkenningsgesprekken was dat er naast een visie op wonen en het mengen van wonen-werken ook een visie op werken van de toekomst nodig is. Aandachtspunt hierbij is het ruimtegebruik van de bedrijven met grote hinderlast (vaak HMC-bedrijven) en tevens een grote ruimtelijke impact op het te ontwikkelen gebied van de Verstedelijkingsalliantie die dit type bedrijvigheid heeft.

Richting 2030 gaat de milieucirkel van deze bedrijven, maar wellicht ook hun productieproces, ingrijpend veranderen. Met een gemeenschappelijke visie op deze ontwikkelingen kan daar ook met de visie op wonen en ontwikkelingen dynamisch op ingespeeld worden en kan anders worden gedacht over de impact die deze bedrijvigheid heeft op de beoogde (woon)ontwikkeling.

Als vervolg op dit belangrijke inzicht zijn de volgende activiteiten georganiseerd/worden georganiseerd:

  • Co-creatiesessie betonsector in Verstedelijkte gebieden (1 november – Verslag)
  • Co-creatiesessie asfaltsector in Verstedelijkte gebieden ( 27 november – Verslag)
  • Co-designsessie Hoe kunnen we hoogwaardig wonen naast een beton- of asfaltcentrale? 11 december – Verslag)

Videoverslag slotbijeenkomst

Organisatoren

  • Atto Harsta (Transitiemanager)

Verslagen

Lees verder

Platform CB 23

Platform CB’23

Platform CB’23

Platform CB’23 streeft ernaar om vóór 2023 bouwsector-brede afspraken op te stellen over circulair bouwen

Platform CB’23 wil bouw-breed partijen met circulaire ambities met elkaar verbinden, zowel in de GWW-sector als in de woning- en utiliteitsbouw. Het streven is om vóór 2023 nationale, bouwsector-brede afspraken op te stellen over circulair bouwen. Actieteams hebben inmiddels leidraden opgesteld voor het meten van circulariteit en paspoorten voor de bouw en er is een lexicon ontwikkeld met definities over circulair bouwen. 

De Bouwcampus is betrokken geweest bij de oprichting van Platform CB’23 en heeft nu zitting in de Regieraad. 

Stippel samen met Platform CB’23 de route uit naar circulaire afspraken in de bouw! Ga naar www.platformcb23.nl voor meer informatie.

Aanleiding
Ons grondstoffengebruik moet enorm teruggedrongen worden. In 2023 wil de overheid daarom 100% circulair uitvragen. Voor de bouw betekent dit onder andere hoogwaardiger hergebruik van materialen, een andere aanpak in ontwerpen, produceren, bouwen en beheren van bouwwerken en een andere manier van samenwerken. Het bouwproces moet in haar totaliteit hervormd worden. Alleen door de krachten te bundelen kunnen we de transitie naar een circulaire bouweconomie werkelijk realiseren! Daarom verbindt Platform CB’23 bouw-breed alle initiatieven, pilots en kennis rondom circulair bouwen met elkaar.

Doel
CB’23 staat voor: Circulair Bouwen in 2023. Het platform heeft een horizon van vijf jaar: van 2018 tot 2023. Kort genoeg om druk op de ketel te zetten en lang genoeg om tot concrete resultaten en afspraken te komen. Het platform draagt bij aan de transitie naar een circulaire bouwsector door zich te richten op:

  • Het opbouwen en delen van kennis
  • Het inventariseren en agenderen van belemmeringen
  • Het opstellen van bouwsector brede afspraken

Oftewel: co-creëren, construeren en concluderen. Het beoogde resultaat is een gezamenlijke route naar circulaire afspraken.

Aanpak
Het uitgangspunt van Platform CB’23 is dat er transparant gewerkt wordt aan uitdagingen die de deelnemers samen kiezen en oppakken. Het platform is gericht op actie, versnelling en opschaling met een zo breed en relevant mogelijk draagvlak uit de sector. Het bouwt voort op bestaande kennis en ervaringen, in samenwerking met relevante circulaire initiatieven.

Een Regieraad verbindt alle activiteiten met elkaar en zorgt ervoor dat kennis onderling gedeeld wordt. Daarnaast inventariseert zij bredere behoeftes op het gebied van circulair bouwen. Platform CB’23 organiseert vervolgens zelf nieuwe activiteiten of zorgt ervoor dat een andere partij een bepaalde behoefte oppakt.

Organisatoren

  • Harald Versteeg (Transitiemanager)

Lees verder

CO2-neutrale woningrenovatie

CO2-neutrale woningrenovatie

CO2-neutrale woningrenovatie

Innovatietraject CO2-neutrale woningrenovatie

We lezen elke dag alarmerende berichten over de noodzaak om de bestaande woningvoorraad te renoveren naar gezonde, toekomstbestendige, duurzame, aantrekkelijke woningen en wijken. Bovendien moet de woningvoorraad geschikt blijven voor alle sociale doelgroepen. Terwijl de krapte op de bouwmarkt de prijzen opstuwt, nemen de ambities rond de huidige woningvoorraad toe; aardgasloos, circulair, betaalbaar en met een snelheid van 5.000 woningen per week renoveren.

Voor het versnellen en opschalen van CO2-neutrale woningrenovatie in de bestaande sociale woningbouw heeft De Bouwcampus een innovatietraject ingericht in samenwerking met zes regionale innovatiehubs en ondersteuning van Aedes:

  • BuildinG (regio Noord)
  • Pioneering (regio Oost)
  • SPARK makers zone (regio Zuid)
  • Utrechtse Renovatieversneller (regio Midden)
  • 3D Makerszone / BouwLab R&Do (regio Noord-Holland)
  • iCircl (regio Zuid-Holland)
  • C-Creators (regio Noord-Holland)

Aanleiding
Om te komen tot versnelling en opschaling bij CO2-neutrale woningrenovatie, ziet De Bouwcampus het belang van een ondernemend en onderling verbonden innovatielandschap in Nederland. Niet versnipperd pilots ontwikkelen, maar samenwerken om kruisbestuivingen en opschaling tot stand te brengen. In de regio wordt al veel geëxperimenteerd, maar er is nog geen verbinding tussen de verschillende regionale innovatiehubs. Een collectief van regionale renovatiepraktijken kan bijdragen aan de benodigde cultuurverandering voor product-, proces- en marktinnovatie.

Doel
Met het innovatietraject ‘CO2-neutrale woningrenovatie’ zetten de regionale innovatiehubs zich samen met De Bouwcampus praktijkgericht in om versnelling en opschaling van CO2-neutrale woningrenovatie in de bestaande sociale woningbouw te realiseren. Idee achter het innovatietraject is om middels Communities of Practice (CoP’s)  voorbij de pilotfase te komen. De CoP’s ontwikkelen kansrijke concepten door tot haalbare proposities om woningen zowel aardgasloos als circulair te renoveren, en deze proposities vervolgens grootschalig in de praktijk te implementeren.

Aanpak
Dit traject onderscheidt zich van eerdere initiatieven door de kennis uit de regio’s landelijk te bundelen en deze gezamenlijk verder te ontwikkelen tot integrale én opschaalbare oplossingen. Oplossingen waarmee sociale woningen versneld aardgasloos én circulair gerenoveerd kunnen worden.

Community of Practice ‘CO2-neutrale woningrenovatie’
De innovatiehubs formeren in de eigen regio een Community of Practice (CoP) ‘CO2-neutrale woningrenovatie’. Een Community of Practice is een praktijk- en leergericht netwerk waarbinnen gecommitteerde partijen uit de regio samenwerken aan een specifiek thema binnen de brede opgave van CO2-neutrale woningrenovatie. Door geleerde lessen uit eerdere pilotfases te bundelen, ontwikkelen de CoP’s gezamenlijk haalbare en opschaalbare proposities.

De verschillende communities voeden vanuit de regio het landelijk platform van regionale renovatiepraktijken, dat De Bouwcampus faciliteert. Nieuwe kennis en ervaringen zijn zo ook bereikbaar voor de andere regio’s en worden actief gedeeld. Oplossingen die de regionale renovatiepraktijken uiteindelijk zelf kunnen toepassen om de sociale woningen in de eigen regio CO2-neutraal te renoveren. Niet alleen doen de praktijken in hun eigen regio praktijkervaring op, ook slaan zij de handen ineen om gezamenlijk proposities verder te brengen. Hierdoor ontstaat een dynamische beweging waarbij de partijen continu van elkaar leren.

Hub Noord – BuildinG
Procescoach: Rolf Koops (rkoops@building.nl)
Focus: mandjes maken en digitalisering
Meer informatie

Hub Oost – Pioneering
Procescoach: Freek Kranen (F.kranen@pioneering.nl  | +31622526092)
Focus: circulair opdrachtgeverschap
Meer informatie

Hub Utrecht – Utrechtse Renovatieversneller
Procescoach: Arthur Lippus (arthur.lippus@kmidb.nl | +31622450588)
Focus: opschaling via donutmodel, vraagbundeling, mandjes maken
Meer informatie

Hub Noord-Holland – Bouwlab R&Do
Procescoach: Wilfred van Beuningen (wilfred@bouwlab.com | +31622233394)
Focus: digitalisering (digital twinsIoT, blockchain, datadelen etc.), circulariteit en 3D-printen (beton, kunststof, metaal)
Meer informatie

Hub Zuid-Holland – iCircl
Procescoach: Floor van de Kemp (floor@icircl.nl)
Focus: circulair renoveren
Meer informatie

Hub Zuid – Spark Makerszone
Procescoach: Peter Linders (peter@tki-urbanenergy.nl) en Thieu Platenburg (thieu@toevast.nl | +31621264289)
Focus: renoveren bij mutatie
Meer informatie

De pilots voorbij: opschaling en versnelling
De ambitie van dit innovatietraject is om te komen tot potentieel opschaalbare proposities voor het aardgasloos en circulair renoveren van woningen. Proposities waarmee de deelnemende partijen in de regionale Communities of Practice de sociale woningen in de eigen regio én daarbuiten CO2-neutraal gaan renoveren. Het landelijk platform zorgt voor verdere kennisdeling en opschaling door samenwerking te zoeken met landelijke partijen zoals Aedes, BTIC, de Renovatieversneller, Cirkelstad en Platform31 en creëert zo de benodigde versnelling in het CO2– neutraal renoveren van de sociale woningbouw in Nederland.

Coalitiepartners
De coalitiepartners zijn het Ministerie Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesDe Renovatieversneller, de provincies, AedesBouwend NederlandTechniek Nederland en Koninklijke Onderhoud NL.

Organisatoren

  • Atto Harsta (Transitiemanager)
  • Pepik Henneman (Transitie-expert)

Verslagen

Lees verder

Adaptief en flexibel vastgoed

Adaptief en flexibel vastgoed

Adaptief en flexibel vastgoed

Gebruikersgerichte, toekomstbestendige werkplekken

Anders naar huisvesting kijken
Het gebruik van kantoorpanden is in de afgelopen jaren sterk veranderd. Er is meer behoefte aan flexibiliteit en veel mensen werken vanuit huis of hybride. Hierdoor staan kantoorruimtes vaker leeg. Daarnaast moet commercieel en publiek vastgoed verduurzamen. Kortom, er ligt een flinke druk op organisaties om op een andere manier naar hun huisvesting te kijken. Onder het kopje adaptief en flexibel vastgoed is De Bouwcampus begonnen om hen te helpen met het realiseren van toekomstbestendige werkplekken als ook deze utiliteitsgebouwen (op termijn) geschikt te maken voor een andere functie, zoals woonruimte.

In 2020 (midden in één van de coronagolven) hebben de Koninklijke Metaalunie, Brink , NEVAP en De Bouwcampus sessies georganiseerd rondom het thema toekomstwaarde van gebouwen. Rondom die sessies is toen ook de website ‘Toekomstwaarde van Gebouwen‘ opgericht.

Daaropvolgend is in 2021 een verkenningsbijeenkomst met een kleine groep deelnemers afkomstig uit verschillende organisaties op touw gezet. De uitkomst kan worden samengevat in de oneliner: 100 jaar extra en klokje rond gebruik van gebouwde vastgoed. Met andere woorden, door kantoorpanden in functie en gebruiker uitwisselbaar te maken en ook in de avonduren en weekenden beschikbaar te stellen, zijn de kantoorruimtes 24/7 beschikbaar. Daarnaast vergroot het verduurzamen (en eventuele functiewijziging) van het commercieel vastgoed zowel de levensduur als de maatschappelijke waarde.

Stand van zaken
Er is bij diverse partijen interesse om te leren van voorbeelden en mogelijkheden als het gaat om flexibel en adaptief vastgoed. Bij sommige organisaties zoals Arcadis, de politie en het ministerie van Binnenlandse Zaken jagen enkele medewerkers het thema aan. Zij hebben een sterke drang om er mee aan de slag te gaan maar ervaren intern hun eigen organisaties niet voldoende draagvlak en urgentie. Dit verandert wel enigszins mede als gevolg van de Oekraïense vluchtelingencrisis.  Het ministerie van Justitie en Veiligheid zoekt tot nu toe vooral voorbeelden in mogelijkheden van adaptiviteit en naar succesfactoren en valkuilen van flexibel bouwen. Samen met De Bouwcampus hebben zij hiervoor een plan van aanpak opgesteld om dit inzichtelijk te maken. Er is op dit moment echter nog geen concrete casus of coalitie in het vooruitzicht.

Bovenstaande gecombineerd in het perspectief van het Transmissiemodel levert een beeld op dat de beweging naar meer flexibel en adaptief vastgoed zich bevindt in de beginfasen (2-3).

Organisatoren

  • Rob Konings (Transitiemanager)
  • Pepik Henneman (Transitie-expert)

Verslagen

Lees verder

Industrialisatie woningbouw

Industrialisatie woningbouw

Industrialisatie woningbouw

Versnelling en opschaling van geïndustrialiseerde nieuwe woningen

In de zuidelijke Randstad moeten tot 2040 circa 240.000 woningen worden gerealiseerd, waarvan zeker 170.000 in bestaand, stedelijk gebied. Een tekort aan bouwcapaciteit is een bedreiging voor het realiseren van de woningbouwdoelen. Uit diverse verkennende bijeenkomsten van De Bouwcampus is naar voren gekomen dat één van de oplossingen voor het tekort aan bouwcapaciteit een industrialisatie van de woningbouw is; de woning wordt als compleet seriematig product gezien in plaats van traditioneel projectgebonden op de bouwplaats samengesteld bouwwerk. Bijkomende voordelen van industrialisatie: minder (stikstof)uitstoot op de bouwlocatie, reductie van arbeidsinzet per woning, efficiënter gebruik van materialen, circulair bouwen, verlaging van faalkosten (waardoor reductie van de kostprijs), kwaliteitsverbetering door procesbeheersing en verlaging van overlast op de bouwplaats.

Er zijn meerdere aanbieders van geïndustrialiseerde woningbouwsystemen, maar in Nederland wordt woningbouw nog beperkt via deze weg gerealiseerd. Verdergaande industrialisatie vraagt om regie in aantallen, systeembegrenzingen en tijd. De Provincie Zuid-Holland heeft De Bouwcampus gevraagd om in co-creatie met gemeenten, aannemers, ontwerpers, ontwikkelaars, toeleveranciers en kennisinstellingen oplossingen te ontwikkelen voor het vraagstuk: Hoe kan een structurele versnelling en opschaling van industriële woningbouw worden bereikt? De Verstedelijkingsalliantie is hierbij een van de belangrijke betrokkenen.

Doe mee aan het transitietraject en zorg mede voor schaalvergroting van geïndustrialiseerde woningbouw!

Industrialisatie in de praktijk

In het kader van Transitie in de Praktijk trok De Bouwcampus er met genodigden en experts op uit. Zo hebben we Homes Factory in Breda bezocht. Daar produceren ze in de fabriek eengezinswoningen maar ook patiowoningen en appartementen. Het tweede bezoek betrof het hoogste houten appartementengebouw in Rotterdam: Sawa. Ook daar worden geprefabriceerde modules uit de fabriek op de bouwplaats ‘in elkaar gezet’.

Aanleiding

Vanwege tekorten in de bouwcapaciteit stijgen de kosten voor bouwprojecten. Dit zet de haalbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid van binnenstedelijke projecten onder druk. Uit een eerder co-creatietraject is een belangrijke doorbraak geformuleerd voor het snel realiseren van woningen: het opschalen van de industriële woningbouw. Dit wordt onderschreven door het Ministerie van Binnenlandse Zaken (Motie van de leden Dik-Faber en Van Eijs over proeftuinen voor innovatie en een impuls voor prefab) en provincies (Coalitieakkoord Provincie Zuid-Holland). Ook in de Woondeal wordt industriële woningbouw genoemd om voor de noodzakelijke versnelling te zorgen.

Alle partijen in de bouwkolom hebben belang bij een continue bouwstroom. Flexibele, hoogwaardige en industrieel vervaardigde woningbouwconcepten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de continue bouwstroom omdat deze minder afhankelijk zijn van het personeelstekort. Bovendien hebben industrieel vervaardigde woningen een kortere productietijd en een stabielere marktprijs. Door voor een langere periode het gewenste productievolume en de -typologie vast te leggen kan de aanbodzijde investeren in innovatie en opschaling van het productievolume.

Op technisch vlak is er veel onderzocht en ontwikkeld, maar toch komt industrialisatie niet van de grond. Integraal werken en ontwikkelen binnen de huidige wetgeving, bestaande bureaucratie en marktwerking is enorm complex. Door de huidige maatschappelijke druk en bestuurlijke bereidheid en regie is nu de tijd om het daadwerkelijk te gaan doen!

Doel

Industrialisatie is een middel om een aantal dilemma’s in de bouw structureel op te lossen. De woningbouwcrisis biedt de kans om via industrialisatie de bouw te versnellen, te verduurzamen, de arbeidsproductiviteit te verhogen, gezond rendement te behalen en continu te vernieuwen. De Bouwcampus jaagt de transitie naar duurzaam bouwen aan. Wij anticiperen op schaarste in woningen, arbeidskrachten, ruimte en grondstoffen. Alleen een systemische vernieuwing leidt tot industrialisatie en de daarmee verwachte versnelling van woningbouwontwikkeling en –productie, verduurzaming (biobased en circulair) en kostenreductie. Een kritisch continu volume is nodig om dit ingrijpende transitieproces op gang te brengen.

Onze transitiedoelstelling is daarom 50% industriële woningbouw (IW) in 2030. Als dit lukt, heeft industrialisatie significant bijgedragen aan het oplossen van de huidige woningbouwcrisis. En het lukt als wij nu samen kiezen voor een industrieel ontwikkel- en realisatieproces; oftewel vergaande industrialisatie van de woningbouw!

Aanpak

We nodigen gemeenten, aannemers, ontwerpers, ontwikkelaars, toeleveranciers en kennisinstellingen uit om gezamenlijk oplossingen voor het vraagstuk te ontwikkelen. Hiervoor organiseert De Bouwcampus in samenwerking met de Provincie Zuid-Holland en de Verstedelijkingsalliantie co-creatiesessies. 

#Zetdewoningbouwaan

Op dit moment wordt industrieel ontwikkelen en bouwen nog te vaak als ongewenst en niet relevant gezien en daardoor buiten spel gezet. Met die reden is De Bouwcampus de campagne #Zetdewoningbouwaan gestart, om het negatieve imago van industriële woningbouw te doorbreken. In 2022 is hiervoor een online peiling opengezet in samenwerking metSwipocratie.Meer dan 150 mensen hebben de peiling ingevuld, waarbij meer dan 90% aangaf dat industrieel bouwen de woningbouw helpt te versnellen. Bekijk de uitkomsten hier.

Als gemeenten, provincies, ontwikkelaars en woningcorporaties hun woningvragen bundelen, dan levert dat meer continuïteit en zekerheid op voor aanbieders. Zij krijgen het vertrouwen en financiële mogelijkheden om hun productieproces winstgevend te maken.

De Bouwcampus is ervan overtuigd dat woningen sneller, goedkoper, circulair én modulair gebouwd kunnen gaan worden door middel van vergaande industrialisatie. Snel, smaakvol en steengoed dus. Graag overtuigen wij jou ook. Ontdek het onbenutte vermogen, sluit je met jouw vraag aan en #zetdewoningbouwaan! Ga naar www.zetdewoningbouwaan.nl

Coalitiepartners

De coalitiepartners zijn Provincie Zuid-Holland en de Verstedelijkingsalliantie. Andere aangesloten partijen AedesNEPROM en De Innovatieversneller.

Organisatoren

  • Atto Harstra (Transitiemanager)
  • Pepik Henneman (Transitie-expert)

Verslagen

Lees verder

Waarom seriematig werken?

Voordelen van seriematig werken

In de infrastructuursector is het traditioneel gebruikelijk geweest voor opdrachtgevers en uitvoerders om zich te richten op projecten op individuele basis. Echter, we staan voor een golf van duizenden kleinere en grotere bruggen, viaducten, sluizen en gemalen die moeten worden vervangen of gerenoveerd.

Om deze uitdaging aan te gaan binnen de bredere maatschappelijke context van klimaatverandering, stikstofreductie en woningtekort, is een verschuiving naar een andere werkwijze noodzakelijk. De Bouwcampus richt zich op een meer gestandaardiseerde aanpak, waarbij meerdere kunstwerken in één aanbesteding worden samengebracht en er meer nadruk wordt gelegd op industrialisatie.

Waarom een seriematige aanpak

Een seriematige aanpak is één van de grootste oplossingen voor de vervangings- en renovatieopgave waar de infrastructuur voor staat. Het gaat om het structureel organiseren van de leveringsketens om de doelen van de samenleving en de betrokken partijen te realiseren.

  • Lees meer over het waarom

    Er moet de komende jaren veel gebeuren om de bestaande infrastructuur te vervangen of te renoveren. TNO heeft in opdracht van het Rijk, de Provincies en VNG een prognose opgesteld van de omvang van de opgave. Zo verwacht TNO een enorme toename van de jaarlijkse vernieuwingskosten. Dit loopt op tot een piek van 3,7 miljard euro per jaar in 2080. De totale kosten tot het jaar 2100 is dan 260 miljard euro. Meer dan de helft van deze kosten zullen bij gemeenten terecht komen. Klik hier om het hele rapport te lezen.

    Ook de schaarste aan deskundige en ervaren bouw- en infraprofessionals speelt een grote rol in de opgave. Hierdoor kan de capaciteit van de leveringsketen worden beperkt. Dit leidt nu al tot concurrentie tussen de verschillende marktsegmenten of opgaven, waarbij bijvoorbeeld staalbouwers en installatietechnici kunnen kiezen welke opdrachten zij aantrekkelijker vinden. 

    In conclusie: er moet veel meer gebouwd worden met minder personeel en lagere kosten. Dat is niet mogelijk met de huidige manier van werken.

  • Visie op seriematige aanpak

    In 2023 zijn sessies georganiseerd rondom drie werkgroepen: beweegbare bruggen, sluizen en gemalen. Hierin kwamen in totaal meer dan honderd professionals uit de infrasector samen. De drie werkgroepen hebben geresulteerd in een aanvalsplan met concrete acties. Dit aanvalsplan wordt in de infographic hiernaast visueel weergegeven.

    De opgave wordt extra uitdagend omdat de samenleving veel wensen heeft waar rekening mee gehouden moet worden bij de vervanging en renovatie van de infrastructuur. Voor kunstwerken wordt vaak een hoge beschikbaarheid en betrouwbaarheid als uitgangspunt genomen. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met doelen als circulariteit, emissieloos bouwen, energieverbruik, (monumentale) architectonische kwaliteit en beleidsambities. Hierdoor spreken we van een ‘stapeling van doelstellingen’ door opdrachtgevers. Doorvertaling naar projectdoelstellingen is er vaak niet of is per project verschillend, waardoor ambities soms tegenstrijdig zijn. Daarmee heeft de markt geen houvast om projectoverstijgend beslissingen te maken over welke innovaties op termijn voordeel opleveren.

    Een belangrijke kenmerk van de huidige werkwijze is dat de bouw of renovatie van kunstwerken als separaat project wordt voorbereidt, aanbesteedt en gerealiseerd. We gebruiken daarvoor de term ‘brug voor brug’. Hierbij wordt elk project technisch en organisatorisch als uniek gezien. Deze manier van werken is historisch bepaald en de betrokken partijen ervaren een aantal voordelen. Maatwerkoplossingen voor de specifieke situatie worden gewaardeerd en er kan veelal onderhands worden gegund aan bedrijven waarmee goede ervaringen zijn. Bij grotere projecten die openbaar aanbesteed moeten worden is sprake van volledige concurrentie bij ieder object.  

    De Bouwcampus pleit voor een seriematige aanpak van de vervanging en renovatie opgave. Een aanpak waarbij de sector een transitie doormaakt van de ‘brug voor brug’ werkwijze naar project overstijgend denken en doen. Het uitgangspunt is dat een team van specialisten landurig bijeen blijft en de garantie heeft op een meerjarige samenwerking. Voordelen hiervan zijn een hogere efficientie, lagere kosten, hogere marges en meer maatschappelijke waarde. Dit komt onder andere door:

    • Lagere transactiekosten; minder bezig met aanbesteding en meer met het werk zelf
    • Minder faalkosten; als je iets vaker doet gaat wordt je er beter in, sneller en maak je minder fouten
    • Hogere bezettingsgraad; optimalisatie van personeel en materiele planning
    • Standaardisatie en doorontwikkeling van processtappen en technische oplossingen
    • Relatieopbouw met focus op de langere termijn
    • Aandacht voor ontwikkeling medewerkers; met lange termijnen kunnen specialismen beter ontwikkeld worden
    • Meer investeringsruimte voor innovatie; Er kan een focus worden gelegd op het benutten van nieuwe technische innovaties
    • Minder kosten bij standaard componenten door bestelling in grote volumes
    • Kleiner en beter te voorspellen risicoprofiel bij grote reeksen

    Lees hier de uitgebreide toelichting bij deze plaat.

  • Voordelen van seriematige aanpak

    In 2024 hebben we de voordelen van een seriematige aanpak op een rij gezet. Voor het ontwikkelen van deze infographic hebben we input gehaald uit de werkgroep Bouwstenen, de TransitieMotor, Lonkend perpsectief en het Whitepaper juridische (on)mogelijkheden van seriematig aanbesteden. Hierboven zie je de voordelen van een seriematige aanpak overzichtelijk samengevat in een inforgraphic. 

    Klik HIER op hem in groot formaat te bekijken.

De markt over seriematige aanpak

We hebben een aantal marktpartijen gevraagd naar hun visie op seriematig werken. Het resultaat van deze filmpjes zie je hieronder. De partijen die hebben meegewerkt zijn Dura Vermeer, Aannemersbedrijf Damsteegt, BAM, Van Doorn, Equans, DHM, Heijmans, Max Bögl, NH-Istimewa, Savera en Vialis. Bekijk de compilatie hieronder.

  • Beschouw V&R opgave als één opgave

    BAM

    Volgens Wouter Beens, bedrijfsleider binnen V&R en Rick Smits, conceptontwikkelaar V&R bij BAM levert een seriematige aanpak zeker zo’n 15 procent aan kostenvoordeel op.

    Bekijk video

  • Elke 5e brug gratis

    Aannemersbedrijf Damsteegt

    “Ik denk dat een opdrachtgever bij een seriematige uitvraag elke vijfde brug gratis kan krijgen.” Dat zegt Hans de Wit, bedrijfsleider bij Aannemersbedrijf Damsteegt.

    Bekijk video

  • Heel veel efficiency voordelen

    Dura Vermeer

    Als het aan Geert-Jan Oosterhout, programmadirecteur Infra Landelijke Projecten ligt, wordt seriematige aanpak bij Dura Vermeer gemeengoed.

    Bekijk video

  • Ook een eenduidiger onderhoudsregime

    Equans

    Wouter Persoon, commercieel directeur Infra & Energy bij Equans ziet naast kostenvoordelen in de uitvoering ook in het onderhoud grote voordelen aan een seriematige aanpak.

    Bekijk video

  • Dertig procent tijdwinst

    Van Doorn

    Als je kijkt naar de uitvoeringssnelheid van de werkzaamheden blijkt dat je in een opvolgende serie dertig procent sneller werkt dan in de vorige serie. Dat zegt algemeen directeur Robert van Doorn.

    Bekijk video

  • Het leidt tot een gelukkige sector

    DHM

    “Je gaat veel meer kunnen doen met minder geld. Dat betekent minder hinder, meer geluk, en meer medewerkers die blij zijn met wat ze doen en daarmee een gelukkiger sector”, aldus Marc Martojo, oprichter van DHM.

    Bekijk video

  • Naar grotere raamcontracten

    DHM

    Om seriematige aanpak breed toe te passen is volgens Mara Ririassa, algemeen directeur van Max Bögl Nederland, een standaard maatvoering nodig. Maar ook modulaire briggen en grotere raamcontracten.”

    Bekijk video

  • Je hebt teams draaien die het veel vaker gedaan hebben

    DHM

    Sipke Huitema technisch directeur en business development manager Marco de Jong van VW Instrastructuur Nederland zien dat je met seriematig werken met dezelfde mensen veel meer kan doen.

    Bekijk video

  • Meer hergebruik en standaardiseren

    DHM

    René Valkenburg, directeur systeemintegratie en techniek bij Heijmans en Jeffrey van Korlaar, senior projectmanager bij Heijmans, vertellen meer over het systeem bedacht om tunnels efficienter en sneller te renoveren

    Bekijk video

  • Met 26 bruggen aan de slag

    DHM

    “We zijn met 26 bruggen in één project bezig waarin we in een bouwteamrelatie het ontwerp hebben kunnen optimaliseren”, vertelt Hans de Wit, bedrijfsleider van Annenemersbedrijf Damsteegt.

    Bekijk video

  • Ruimte om te investeren

    DHM

    Geert-Jan van Oosterhout, programmadirecteur Dura Vermeer, Ronald van den Berg, algemeen directeur Hollandia Services en Christian Carlie, manager business development Freyssinet zien continuïteit als groot voordeel.

    Bekijk video

  • Seriematige aanpak biedt veel voordelen

    DHM

    Richard Pijpelink, algemeen directeur Isimewa Elektro en Gerrit Jansen, projectmanager aansluiten bruggen & sluizen PHN zijn het over eens dat seriematige aanpak leidt tot meer betrokkenheid en plezier in het werk.

    Bekijk video

Nieuws

Het V&R-team van De Bouwcampus

Lees verder

Regionale Samenwerking Opdrachtgevers

Samen werken aan een betere infrastructuur

Vul de grote V&R enquête in

Samenwerking tussen opdrachtgevers is cruciaal om de complexe vervangings- en renovatieopgave in de infrastructuur effectief aan te pakken. Omdat veel kunstwerken onderdeel zijn van een groter regionaal netwerk, overstijgt de verantwoordelijkheid vaak het belang van een individuele eigenaar. Door krachten te bundelen kunnen opdrachtgevers teams vormen die duurzaam leren, innoveren en investeren. Zo wordt niet alleen de continuïteit van projecten gewaarborgd, maar ook het functioneren van het gehele systeem veiliggesteld.

Ook vanuit bereikbaarheidsperspectief is samenwerking onmisbaar. Verkeers- en waternetwerken houden immers niet op bij gemeente- of provinciegrenzen, en werkzaamheden aan afzonderlijke kunstwerken hebben directe invloed op de doorstroming in een veel groter gebied. Alleen door gezamenlijk te plannen en af te stemmen kan hinder worden beperkt en blijven regio’s veilig en bereikbaar.

Brabants Infra Beheerders Overleg

De Bouwcampus ondersteunt een prille samenwerking in Brabant op het gebied van assetmanagement. Dit Brabants Infra Beheerders Overleg is gestart n.a.v. de werkgroep gemeentelijke Bruggen van De Bouwcampus in 2023.  Ook met de organisatie Zuid-Holland Bereikbaar is contact over het aansturen van de V&R opgave vanuit een regionaal belang van bereikbaarheid en hinder beperking.

Lees hier het artikel met Ad van Vugt van de gemeente ‘s-Hertogenbosch

Samen Slimmer Renoveren en Vervangen (SSRV)

Een goed voorbeeld van samenwerkende opdrachtgevers is het initiatief Samen Slimmer Renoveren en Vervangen (SSRV). Binnen dit programma bundelen verschillende beheerorganisaties in Noord-Holland hun krachten om de grote vervangings- en renovatieopgave van bruggen en viaducten gezamenlijk aan te pakken. Door samen op te trekken en kennis te delen worden er uniforme werkwijzen te ontwikkeld. 

Lees hier meer over het SSRV

Bureau Inkoop & Aanbestedingen Zuidoost-Brabant (BIZOB)

Een voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen opdrachtgevers is Bureau Inkoop en Aanbestedingen Zuidoost‑Brabant (BIZOB). Binnen dit samenwerkingsverband bundelen meer dan 35 gemeenten en publieke organisaties in Midden- en Oost-Brabant hun krachten bij inkoop en aanbestedingen. Door gezamenlijk op te trekken, kunnen deze opdrachtgevers efficiënter inkopen, kosten besparen en expertise delen, terwijl ieder nog steeds verantwoordelijkheid behoudt voor de eigen organisatie. BIZOB laat zien hoe samenwerking tussen opdrachtgevers praktische voordelen oplevert en bijdraagt aan een professionele, consistente en toekomstbestendige uitvoering van publieke taken.

Lees hier meer over BIZOB

Nieuws

Het V&R-team van De Bouwcampus

Lees verder

Praktijkvoorbeelden van seriematig werken

Seriematig werken in de praktijk

Goed voorbeeld doet goed volgen. Het delen van goede praktijkvoorbeelden is dan ook essentieel om naar een nieuwe manier van werken te gaan. Op deze pagina bekijk je hoe anderen seriematig werken al in de praktijk hebben gebracht.

De TransitieMotor

Er zijn al veel mooie voorbeelden die laten zien dat een seriematige aanpak werkt. Iedere maand lichtten we een voorbeeld uit in onze TransitieMotor. Houdt de agenda in de gaten voor de volgende editie of schrijf je hier in om via mail op de hoogte te blijven. 

Bekijk hieronder vorige edities terug.

  • Transitiemotor: Vijfentwintig bruggen en gemalen

    In deze TransitieMotor nemen Gerrit Jansen (Provincie Noord-Holland), Richard Pijpelink (Istimewa) en Lenette Koole (Yunex Traffic) je mee in het innovatieve project waarbij 25 bruggen en sluizen binnen 6 jaar worden gerenoveerd en centraal bediend vanuit één bediencentrale in Heerhugowaard. Ontdek de voordelen van seriematig werken, de samenwerking tussen partners en de geleerde lessen uit dit bijzondere project.

    Bekijk video

  • Transitiemotor: bruggen & kademuren Amsterdam

    De gemeente Amsterdam staat voor een enorme opgave: ruim 200 kilometer aan kademuren verkeren in slechte staat en naderen het einde van hun levensduur. Deze kades zijn essentieel voor de infrastructuur én het karakter van de stad. De noodzaak om snel én zorgvuldig te handelen is groot, maar hoe pak je dat aan in een dichtbebouwde, historische stad waar elke ingreep voelbaar is? 

    Bekijk video

  • TransitieMotor: Duurzaam funderingsherstel Groningen

    Joost Merema, (Programmamanager), Paul Reinders (Contractmanager), Jack de Vries (Programmamanager) en Peter Westra (Operationeel directeur) hebben één ding gemeen, samen zetten zij zich in voor een duurzaam herstel van schade door aardbevingen in Groningen. Ieder vanuit zijn eigen expertise. Maar hoe pak je dit slim, seriematig en duurzaam aan? Daar vertellen zij alles over.

    Bekijk video

  • Transitiemotor: Het Merwedekanaal in één keer aanbesteed

    Het Merwedekanaal, dat 9 steden in de provincies Utrecht en Zuid-Holland doorkruist, was toe aan een opknapbeurt van haar bruggen. Zeven bruggen in totaal werden aanbesteed, niet één voor één zoals nu nog gebruikelijk is. Maar allemaal in één keer. Wat kunnen we van dit voorbeeld leren? Tako Heins, werkzaam bij Provincie Zuid-Holland en Gerwin van der Hoek, divisie directeur bij Maurik, nemen ons mee in dit proces.

    Bekijk video

  • TransitieMotor: Tachtig poldergemalen in een keer aanbesteed

    Tijdens de TransitieMotor over de seriematige aanpak vertelden Projectmanager Mike Heuzen van het Hoogheemraadschap van Rijnland en Wessel Nauta, directeur van Den Boer CCI over hoe zij tachtig poldergemalen in één keer aanbesteden. Het gesprek ging over de verdeling van de risico’s, hoe het is gelukt en wat het voor de verschillende partijen oplevert.Ook was er aandacht voor duurzame oplossingen

    Bekijk video

  • TransitieMotor: Verduurzamen van beton

    Herken jij de stappen die gezet worden in de transitie naar duurzaam Beton? Jacqueline Cramer, Voorzitter van het Betonakkoord deelde waardevolle inzichten over de stappen die gezet zijn. Op de goed bezochte Infra TransitieMotor gaf haar verhaal van woensdag 24 april inspiratie, discussie en nieuwe inzichten. Ook was er Consensus over de belangrijke bijdrage van de Opdrachtgevers maar dan wel samen met de sector!

    Bekijk video

  • TransitieMotor: Hout in de GWW

    Hoewel in de bouwsector het gebruik van hout al een flinke vlucht heeft genomen, blijft de GWW sector ondanks groeiende aandacht voor het materiaal achter. Welke transitielessen uit de bouw kunnen we gebruiken om ook in de GWW het gebruik van hout vanzelfsprekend te maken? Wytze Kuijper, Transitie Expert Materialen met Toekomst bij De Bouwcampus neemt ons mee in de geleerde transitielessen in de woning- en utiliteitsbouw, waar hout al meer wordt toegepast. 

    Bekijk video

  • TransitieMotor: Transitie naar duurzaam asfalt

    Deze editie van de Infra TransitieMotor ging over de transitie naar duurzaam asfalt. Ondanks de velen jaren aan inspanning om asfalt te verduurzamen, blijkt dit nog niet voldoende te zijn om de doelstellingen van de sector te behalen. Daarom is het belangrijk om deze initiatieven niet alleen vanuit de techniek, maar ook systemisch aan te pakken. Naast kennis en innovatie is het noodzakelijk om ook de belemmeringen te analyseren die de implementatie en opschaling van een systemische aanpak tegenhouden.

    Bekijk video

  • TransitieMotor: De kansen van AI

    AI is vernieuwend, populair en disruptief. Velen zijn er al mee bezig maar weinig weten wat deze relatief jonge technologie voor de transitie en de opgaven kan betekenen. Voor de Infra TransitieMotor van 31 januari nodigde we Tufail Ghauharali en Peter Jaarsveld, oprichter en data engineer bij Akida uit. Zij wisten ons haarfijn te vertellen wat de kansen, mogelijkheden en valkuilen van AI binnen de V&R opgave zijn. Dat het onderwerp populair is, bleek tevens ook wel. Het was de meest bezochte TransitieMotor tot nu toe.

    Bekijk video

Kubrcast: Het nieuwe aanbesteden in Infra

Ingeborg Ligtenberg en Harald Versteeg zijn te gast in KUBRCast, de nieuwe podcastserie van het kennis- en informatieplatform KUBR. In deze aflevering brengen de twee transitiemanagers bij De Bouwcampus de voordelen van seriematig aanbesteden over het voetlicht.

De transitiemanagers zien dat in de Infra dankzij seriematig aanbesteden projecten sneller worden gerealiseerd, tegen lagere kosten. Zo kun je zomaar zes bruggen bouwen, voor de prijs van 5, om maar een voorbeeld te noemen. Maar daarnaast: het geeft veel voldoening om als sector uitdagingen gezamenlijk op te pakken.

Transitie in de Praktijk

“De bouw is er klaar voor,” stelt Theo Winter, COO bij Dura Vermeer tijdens de derde Transitie in de Praktijk op 17 mei over het seriematig aanpakken van de Infrastructuur bij Damsteegt in Meerkerk. Dit was ook in de praktijk te zien tijdens de rondleiding door de bruggenfabriek van Damsteegt. Bedrijfsleider Hans de Wit stelde al eerder: “Als je seriematig we

Vlamingen gaan voorop in seriematige aanbesteding

In dit interview vertelt Nele Gheysens, Omgevings manager PPS kunstwerken bij het Agentschap Wegen & Verkeer over hoe ze de dringende vernieuwing van ruim 200 verouderde bruggen in Vlaanderen willen aanpakken met seriematige aanbestedingen.

Sjouke Bootsma over een seriematige aanpak

“Als je kijkt naar de energietransitie, dan ligt daar voor ons direct de grote uitdaging,” aldus Sjouke Bootsma, Director Supply Chain management van TenneT.In deze video laat hij zijn licht schijnen over wat een seriematige aanpak voor de sector zou kunnen betekenen.

Nieuws

Bouwcampus Team

Lees verder

Brugdialogen

Brugdialogen

Blijvend gesprek over de renovatie van de Nederlandse civiele kunstwerken

De Bruggenstichting, CROW, Platform WOW en De Bouwcampus merken op dat er behoefte is aan een brugdialoog. De uitdagende en omvangrijke opgave om de Nederlandse civiele kunstwerken te renoveren en vervangen is iets waar we samen nog decennia mee bezig zijn. Om dit als overheid en markt aan te kunnen is het gesprek hierover van groot belang.

Tijdens de online Brugdialogen komen vraagstukken, ideeën, oplossingen en fails aan bod die jou en jouw collega’s door heel Nederland helpen. Laten we er met zijn allen naar streven om zo veilig, efficiënt en duurzaam mogelijk te werken. Want die (gerenoveerde) kunstwerken moeten er komen. En vaak snel ook. Jouw kennis en ervaring is hard nodig om dit voor elkaar te krijgen.

De opzet van de brugdialogen

Elke brugdialoog wordt gestart met een korte introductie aan de hand van een thema. Dit doen we door een gesprek tussen enkele specialisten en ervaringsdeskundigen te faciliteren. Daarna bespreken we het onderwerp in kleinere groepen (3-5 mensen) en sluiten dan weer plenair af met een wrap-up. Kort en bondig, to the point zodat we er met z’n allen wijzer van worden. 

Waar hebben we mee te dealen?

Veel bruggen, maar bijvoorbeeld ook sluizen, viaducten en duikers zijn gebouwd in de jaren 50-60-70 van de vorige eeuw en naderen het einde van hun technische levensduur, waardoor assetbeheerders en -eigenaren geconfronteerd worden met een ingrijpende en kostbare uitdaging. Willen we deze opgave op tijd, veilig, efficiënt en duurzaam uitvoeren, dan is het van belang dat alle betrokken beheerders en marktpartijen met elkaar samenwerken en kennis uitwisselen.

Vier redenen om aan te sluiten

  1. Het wiel: we vinden niet individueel als persoon of organisaties het wiel opnieuw uit. We werken samen aan dezelfde opgaven.
  2. Open: tijdens de Brugdialogen delen we ideeën, mislukkingen en successen.
  3. Impact: luisteren, inbrengen, inspireren, tot je nemen, verwerken, meenemen én toepassen. Impact door het gesprek te voeren en verder te brengen.
  4. Puzzel: in dialoog brengen we samen. Ook jij hebt een stukje van de puzzel.

Organisatoren

  • Anita Baas (TU Delft)
  • Marco Hofman (Provincie Noord-Holland)
  • Fred Westenberg (De Nederlandse Bruggenstichting)
  • Jos Wessels (Kennisplatform CROW)
  • Romana Oosterbeek (Platform WOW)

Inleidingen

Verslagen

Lees verder

Young Professionals Netwerk

Young professionals maken de toekomst

Young Professionals samen laten denken en doen

De Bouwcampus coördineert, met specifiek daarvoor beschikbaar gesteld budget van Rijksvastgoedbedrijf, de samenwerking tussen verschillende brancheorganisaties in het young professionals netwerk. Het doel van het netwerk is om young professionals samen te laten denken en doen:

  • Wij staan aan de lat voor de organisatie van het netwerk;
  • We financieren gedeeltelijk de activiteiten van partnerpartijen die open worden gesteld voor de gehele keten;
  • We organiseren gezamenlijk activiteiten;
  • We betrekken young professionals bij trajecten van De Bouwcampus.

Aanleiding

Primair belang voor De Bouwcampus is het bereiken van een andere doelgroep en hen actief te betrekken bij de trajecten. We zien nu regelmatig dat young professionals (eindfase studie t/m 35 jaar) niet worden uitgenodigd voor sessies, terwijl de mix tussen young professionals en professionals ons inziens erg waardevol is. Daarnaast zien we graag meer crossovers tussen de verschillende organisaties, waardoor medewerkers in aanraking komen met andere (young) professionals binnen de keten. Die behoefte blijkt ook te bestaan bij andere (branche)organisaties die zich veelal richten op medewerkers van hetzelfde soort organisaties.

Aangesloten partijen

Er is nadrukkelijk geen inhoudelijke afbakening van partijen die wel of niet mogen meedoen. Afhankelijk van de inhoudelijke opgaven waaraan wordt gewerkt zullen nodigen we actief partijen uit. Op dit moment zijn de volgende partijen aangehaakt: TVVLBouwend NederlandNEVAP(Jong) RijksvastgoedbedrijfTechniek NLNEPROMKoninklijke NLingenieurs, Branchevereniging Nederlandse ArchitectenbureausJong IenW (Rijkswaterstaat)NGinfraPlatform WOWNederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud en Delegeren, denken, doen (Rijkswaterstaat, Arcadis, BAM en TBI).

Meedoen

Ben jij een young professional en wil je je verbinden met andere young professionals? Meld je dan hier aan, dan nemen we contact met je op.

Op de hoogte blijven van onze transitietrainingen? Meld je dan hier aan en word als eerste uitgenodigd als we er weer een organiseren!

Nieuws

Documenten

Bouwcampus Team

Lees verder

Verbouwstromen

Verbouwstromen

Naar de site

Realiseren van opschaalbare en voorspelbare renovatiestromen

Een duurzame, comfortabele en gezonde woning moet voor iedereen sneller realiteit worden. Met dit doel voor ogen hebben Stroomversnelling, TKI Bouw & Techniek, TKI Urban Energy en De Bouwcampus de krachten gebundeld in het programma Verbouwstromen. De vier organisaties combineren hun kennis, expertise en netwerken op het gebied van energietransitie, klimaatadaptatie en natuurinclusief en circulair bouwen.

Samen met bouwers, installateurs, toeleveranciers, woningcorporaties, verhuurders en woningeigenaren wil Verbouwstromen renovatiestromen ontwikkelen die het benodigde tempo en volume hebben om de klimaatdoelstellingen voor 2030 en richting 2050 te kunnen realiseren. Hiervoor is een lerend en adaptief programma noodzakelijk. In een complexe en ambigue context, zoals de duurzaamheidstransitie, leer je oplossingen pas echt kennen door eraan te werken.

Omdat De Bouwcampus een lange en intensieve samenwerking kent met Communities of Practice (COP’s) binnen en tussen regionale innovatiehubs op het gebied van CO2-neutraal renoveren is het logisch deze zogenaamde Regionale Renovatiepraktijken aan het programma Verbouwstromen te (ver)binden.

Deze grote maatschappelijke duurzaamheidstransitie is gebaat bij gedeeld leiderschap; een vorm van leiderschap waarbij met veel mensen wordt samengewerkt aan vraagstukken die verder reiken dan ieders eigen primaire verantwoordelijkheid. Dit maakt samenwerking tot een subtiel spel van wederzijdse beïnvloeding, van onderhandeling én samenwerking tegelijkertijd, met een voortdurende afstemming en peiling van het vertrouwen. De principes en ervaringen die we vanuit De Bouwcampus hanteren met het co-creëren binnen de Regionale Renovatiepraktijken, geven een goede basis om tot opschaling te komen.

Bekijk www.verbouwstromen.nu voor meer informatie. Wil je contact met het team Verbouwstromen? Of je alvast aanmelden voor de nieuwsbrief? Stuur dan een bericht naar info@verbouwstromen.nu.

Een voorbeeld van een stroom

Hoe breng je de verduurzaming van sociale huurwoningen op stoom? Bij Actium, een woningcorporatie met woningen in Drenthe en Friesland, hebben ze daar een overtuigend antwoord op gevonden. Met een innovatieve aanbestedingsmethode, de zogenaamde ‘2.5 Aanbesteding’, is Actium erin geslaagd om een langjarige, kostenefficiënte renovatiestroom van sociale huurwoningen op gang te brengen. Het doel is 2.400 woningen verduurzamen vóór 2030. “Je hebt alles nodig: techniek, organisatie, communicatie én lef. En vooral: de wil om samen te leren,” zegt Martin Meijer, programmamanager bij Actium. 

Bekijk hieronder de film.

Lees verder

Praktijkprogramma Herinrichting Stedelijke Ondergrond

Praktijkprogramma Herinrichting Stedelijke Ondergrond

De ondergrond staat op de agenda

Aanleiding

We moeten een nieuwe werkwijze ontwikkelen als het gaat om de herinrichting van de stedelijke ondergrond. Zo’n nieuwe werkwijze is nodig om maatschappelijke doelen (oa energietransitie, klimaatadaptatie, elektrificatie van mobiliteit) tegen acceptabele kosten en met minimale overlast te bereiken. Dit vereist op de eerste plaats meer samenwerking, een betere coördinatie, met scenario’s vooruitkijken, gezamenlijk ontwerpen, financieren én uitvoeren. De stedelijke ondergrond is al vol en wordt steeds voller. Kortom, het is een complexe transitie waar veel verschillende partijen bij betrokken zijn.

Ruim vijf jaar lang heeft De Bouwcampus zich beziggehouden met het aanjagen van de samenwerking tussen deze partijen. Dankzij de inzet van diverse transitiemanagers en transitiemedewerkers zijn er verschillende samenwerkingsverbanden tot stand gebracht.

Prominent op de agenda

Het is dan ook duidelijk dat mede door de inzet van het transitieteam HSO, de bewustwording over de dilemma’s die er in de stedelijke ondergrond zijn fors is toegenomen. Het thema staat daarmee dan ook prominent op de agenda. Zo krijgt de ontwikkeling van kennis en technieken op meerdere plaatsen een goede invulling. Denk in dit kader aan het Centrum Ondergronds Bouwen (COB), Kennisplatform CROW, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), Kennis en Onderwijscentrum Bodem en Ondergrond (KOBO) en de verschillende onderwijsinstellingen.

Nieuwe fase

En daarmee komt HSO nu als het ware in een nieuwe fase. In onze ogen is dat een volgende volwassenheidsfase. Die nieuwe fase vult De Bouwcampus in door de aandacht voor en inrichting van de ondergrond in de lopende transitieopgaven in te bedden. Ons uitgangspunt is namelijk dat ‘ruimte’ de optelling is van bovengrond, de plattegrond en de ondergrond. Elke transitie heeft aandacht voor ruimte en daarmee impliciet dus ook voor de ondergrond.

Hoe

Binnen De Bouwcampus hebben we het nu over de wijze waarop we de aandacht voor de ondergrond in de andere opgaven een plek gaan geven.

Wat is er bereikt

In de afgelopen vijf jaar hebben verschillende transitiemanagers en transitiemedewerkers zich met de herinrichting van de stedelijke ondergrond beziggehouden. In een kort overzicht zetten we de behaalde resultaten op een rij.

Vol onder het maaiveld

In samenwerking met het Centrum Ondergronds Bouwen (COB) zijn een 14-tal innovaties voorgesteld om op een andere (lees: innovatieve) wijze om te gaan met de ondergrond. Hier zijn via stappen van selecties en uitwerking met de coalitie van “koplopergemeenten” twee projecten overgebleven om nader uit te werken. Dat zijn het werken met algoritmen bij het ontwerp en inrichten en het ontwikkelen van een verticaal kabels en leidingensysteem (VKLS). Parallel is een systeem van diepe stedelijke leidingtunnels (DILT) samen met Amsterdam en Rotterdam verder uitgewerkt.

‘Hulp bij Richtlijnen’ en ‘Kennisarena’

Deze twee producten die we samen met Centrum Ondergronds Bouwen (COB) hebben gemaakt, vormen een belangrijke kennisbank en handleiding bij het gebruik van de ondergrond.

De Samenwerkwijzer

Met MijnAansluitingen.nl en het COB hebben we ‘de samenwerkwijzer’ gerealiseerd. De Samenwerkwijzer is ontwikkeld voor samenwerkingsverbanden die integraal programmeren in de fysieke leefomgeving, of hiermee willen beginnen. Zowel voor startende als bestaande samenwerkingen, biedt de Samenwerkwijzer inzicht.

Ga hier naar de Samenwerkwijzer

Optimaal benutten van samenwerkingsverbanden

Door initiatieven en onderhoudsbehoeften vast te leggen in convenanten kunnen samenwerkingsverbanden optimaal worden benut. Voorbeelden van gemeenten waar met convenanten is samengewerkt zijn bijvoorbeeld Tilburg, Rotterdam en Zoetermeer.

We hebben de Samenwerkwijzer ontwikkeld voor samenwerkingsverbanden die werken aan integrale planafstemming van projecten tussen boven- en ondergrond, of hiermee willen starten. De Samenwerkwijzer bestaat uit: 1) stappenplan die helpt samenwerkingsverbanden op te zetten en optimaal in te richten, 2) een bibliotheek met concrete hulpmiddelen die helpen samenwerkingsverbanden te optimaliseren en 3) een samenwerkscan die in 10 minuten laat zien waar jouw samenwerkingsverband nu staat en op welke fronten deze kan worden verbeterd. 

Lees verder

Materialen met Toekomst

Biobased- en houtbouw staan volop in de belangstelling

Biobased-/houtbouw in gebouwen tot vijf lagen hoog

Biobased- en houtbouw staan volop in de belangstelling, waarbij hout steeds vaker wordt omarmd vanwege zijn aanzienlijke maatschappelijke voordelen. Bouwen met hout is niet slechts een trend, maar een toekomstgerichte keuze. Hout, als natuurlijk materiaal, draagt bij aan een gezondere leef- en werkomgeving, slaat CO2 op en opent deuren naar ongekende mogelijkheden voor demontage en hergebruik van gebouwen. Hoewel de voordelen van bouwen met hout steeds duidelijker worden, blijft de bedrijfseconomische impact soms nog wat onduidelijk. De vraag is nu: hoe maken we biobased bouwen tot een alledaags fenomeen? 

De uitdaging

Echt de transitie op gang brengen. De oplossing en doorbraak ligt niet bij één partij, we staan voor een gezamenlijke uitdaging: Het activeren van de transitie naar biobased bouwen. Hoewel de voordelen evident zijn en de business case voor biobased woningbouw al bestaat, blijft de daadwerkelijke stap uit. Wat houdt ons tegen, en belangrijker nog, hoe kunnen we samen de randvoorwaarden creëren zodat biobased bouwen de nieuwe standaard wordt? 

  • Biobased Bouwen tegen minimale milieu-impact

    Ontwikkelaars, opdrachtgevers, beleggers en financiers stellen steeds hogere duurzaamheidseisen aan bouwprojecten. Hout wordt aantrekkelijk vanwege zijn minimale milieu-impact, lage NOx-emissie, CO2 opslag, gezond binnenklimaat, aansprekend woonklimaat en het vermogen om integrale duurzaamheid te bevorderen. Het doel is duidelijk: gebouwen met een lagere milieu-impact over hun hele levensduur, met biobased materialen als sleutel voor constructieve doeleinden.  Er wordt al veel ervaring opgedaan met biobased-/ houtbouw in de hele bouwketen, maar kennisdeling en toegang tot resultaten om op te schalen zijn nog beperkt.

    Het is tijd om gezamenlijk te kijken hoe we kunnen samenwerken vanuit een gedeelde basis en te komen tot opschaling. Hoe gaan we bouwen binnen de planetaire grenzen?

  • Biobases Bouwen: Business as Usual

    De eerste (voorzichtige) stappen op weg naar dit lonkend perspectief zijn gezet. In 2021 en 2022 met zogenoemde verdiepingssessies. En in 2023 hebben we met een afspiegeling van de hele bouwketen trends en ontwikkelingen in kaart gebracht, gewenst toekomstbeeld gedeeld en de centrale vraag geformuleerd ‘Hoe wordt biobased bouwen business as usual’. Met het idee om met een breed stakeholderveld een gezamenlijke agenda met actieplannen te ontwikkelen.

  • De betrokken partijen

    Belanghebbenden van organisaties uit de verschillende werkvelden hebben aan de voorbereidingen deelgenomen. Het lijstje van betrokken partijen bestaat nu uit:

    • BAM
    • Achmea Verzekeringen
    • Triodos
    • INBO – opstart houtteam intern
    • Traject (nu onderdeel van Movaris)​
    • RVB
    • NLV (voorheen MN)​
    • Sweco
    • RVO​
    • NICE Development​

Waar we nu staan

De grote bouwopgave in Nederland gaat gepaard met hoge ambities op het gebied van klimaat en circulaire economie en woondoelen. Om Paris Proof te kunnen bouwen, stijgt de vraag naar duurzame bouwmethodes en biobased bouwmaterialen die CO2-emissies reduceren.

 Voor Houtbouw tot vijf lagen ligt er een businesscase. Het is prima uitvoerbaar, veilig en zorgt voor een gezond binnenklimaat. Er is ook steeds meer aandacht voor circulair bouwen, waarbij hout als een essentieel materiaal wordt beschouwd voor het sluiten van de kringloop van grondstoffen.

Toch lukt het ons nog niet om de transitie naar biobased bouwen echt grootschalig op gang te brengen. Er is een zekere terughoudendheid bij grote vastgoedontwikkelaars en bouwbedrijven, die vaak kiezen voor traditionele materialen vanwege bekendheid en gevestigde processen. Bovendien zijn er ook vooroordelen over houtbouw, dat het niet brandveilig is bijvoorbeeld, terwijl ook daar al oplossingen voor zijn.

Kortom, werk aan de winkel dus.  Dit jaar in 2025 willen we door middel van een Future Search actielijnen opstellen om zo tot een doorbraak te komen.

Transitieresultaten

In 2024 zijn er gesprekken gevoerd met verschillende betrokken partijen, waaruit blijkt dat bedrijven behoefte hebben aan een betere bundeling van kennis en het uitwisselen van ervaringen over houtbouw. Daarnaast ontbreekt er een integraal afwegingsmodel om effectief met houtbouw aan de slag te gaan, wat wel als een belangrijke behoefte wordt gezien. Geëvalueerde projecten tonen aan dat (hoge) houtbouw in Nederland goed mogelijk is, mits de juiste partijen vroegtijdig betrokken worden en circulaire en duurzame principes centraal staan in het ontwerpproces.

Hoewel enkele projecten met hoge duurzaamheidsambities zijn gerealiseerd, was de ‘taal’ van Het Nieuwe Normaal nog niet beschikbaar, wat resulteerde in beperkt inzicht in de uitgerekende indicatoren. Er is echter wel inzicht in de toegepaste circulaire principes, wat de potentie van houtbouw benadrukt, maar ook wijst op de noodzaak van verdere ontwikkeling van gestandaardiseerde meet- en evaluatiemethoden.

Nieuws

Bouwcampus Team

Lees verder

Vernieuwde Energie voor Vastgoed

Vernieuwde Energie voor Vastgoed

Een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening

Een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening is essentieel voor de toekomst van Nederland. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten een wijkgerichte aanpak ontwikkelen om woningen en gebouwen van het aardgas te halen. Dit vraagt om concrete keuzes: welke wijken wanneer overgaan op alternatieve warmtebronnen en infrastructuur. Uiterlijk 31 december 2026 moeten alle gemeenten beschikken over een Warmteprogramma, waarin deze keuzes worden vastgelegd. De eerste generatie Transitievisies Warmte uit 2021 vormt hiervoor de basis, maar een actualisatie is noodzakelijk.

Aanleiding

De warmtetransitie komt in een nieuwe fase. Gemeenten hebben hun visie op duurzame verwarming bepaald, nu is het tijd om deze te vertalen naar uitvoerbare plannen. Ondertussen verduurzamen vastgoedeigenaren al op eigen initiatief hun gebouwen, bijvoorbeeld met isolatie, zonnepanelen of warmtepompen. Maar zonder afstemming ontstaat versnippering en mist de samenhang die nodig is om écht impact te maken.

  • Doel

    Een gecoördineerde en haalbare overstap naar aardgasvrije wijken. Gemeenten vervullen hierin een regierol: zij stellen samen met woningcorporaties, bedrijven en bewoners vast wanneer welke wijken overstappen op duurzame warmte. Zo kunnen investeringen in installaties en onderhoud beter worden afgestemd en ontstaan er kansen voor gezamenlijke uitvoering.

  • Onze aanpak

    Het traject naar het Warmteprogramma vraagt om samenwerking en duidelijke afspraken. Gemeenten zijn gestart met het vertalen van hun visie naar een wijkgerichte planning. Daarbij zoeken zij actief de samenwerking met vastgoedeigenaren om tot integrale plannen te komen. Het bepalen van een realistisch afhaalmoment van het gas per wijk is daarin een cruciale stap. Alleen door samen op te trekken, maken we de overstap naar duurzame warmte haalbaar én betaalbaar. Wij brengen partijen bij elkaar en ondersteunen hen bij het opzetten van een samenwerking.

Doe ook mee!

Geef warmte de ruimte, doe mee aan de energietransitie
De overstap naar een aardgasvrije gebouwde omgeving is een onmisbare stap richting een duurzame toekomst. Door samen te werken aan een wijkgerichte aanpak, maken we slimme keuzes over het moment en de manier waarop wijken overstappen op duurzame warmtebronnen. Zo zorgen we voor een betrouwbare energievoorziening én voorkomen we onnodige investeringen in verouderde systemen.

De Bouwcampus verbindt partijen die samen werk willen maken van deze warmtetransitie. Gemeenten, vastgoedeigenaren en publieke instellingen bundelen hun krachten om te komen tot realistische plannen en uitvoerbare oplossingen.

Wil jij ook bijdragen aan een duurzame warmtevoorziening? Sluit je aan en maak samen met anderen het verschil. Overleg de mogelijkheden met Michiel: michiel.daimoseaux@debouwcampus.nl

Goede voorbeelden uit de praktijk

Hoe geef je vorm aan de warmtetransitie of bouw je woningen binnen de grenzen van een overvol stroomnet? In deze reeks lichten we inspirerende voorbeelden uit waarin publieke en private partijen samenwerken aan toekomstbestendige oplossingen. Van netbewuste nieuwbouw tot slim afgestemde verduurzaming van vastgoed, deze projecten laten zien hoe het wél kan.

Merwede: Bouwen binnen de grenzen van het stroomnet

In Utrecht verrijst de nieuwe stadswijk Merwede – de eerste wijk in Europa die gebouwd wordt met een groepscontract voor stroomverbruik. In totaal worden 4.225 woningen aangesloten binnen een gezamenlijk stroombudget van 5 megawatt. Door slimme maatregelen zoals het uitstellen van laadmomenten voor elektrische auto’s en het gebruik van een collectief warmtesysteem, blijft de belasting op het elektriciteitsnet beperkt. De wijk is ontwikkeld in nauwe samenwerking tussen gemeente, netbeheerder, ontwikkelaars en warmteleveranciers. Merwede laat zien dat ook met beperkte netcapaciteit duurzame woningbouw op grote schaal mogelijk is.

Lees meer over dit project op de website van Energietransitie Provincie Utrecht

Bouwcampus Team

Lees verder

Podcast Regionale innovatiehubs

Hubberdepub: Dé podcast met en over de renovatiehubs

Naar de podcastserie

Zeven innovatiehubs presenteren zich in de podcast

In de podcast ‘Hubberdepub renovatietalks’ staan de innovatiehubs en de rol die ze hebben in de regio centraal. Deze hubs zijn: Pioneering, BouwLab R&Do, Spark,BuildinG, The Green Village, C-Creators en het Utrechts Renovatie Centrum. De achtste innovatiehub is het in Leiden gevestigde iCircle. De podcast met iCircle volgt later.

‘Wat de hubs doen mag best meer in de spotlights staan’

De Bouwcampus heeft het initiatief genomen om de zeven innovatiehubs in de Podcast Hubberdepub te introduceren. Een podcast met de innovatiehubs is niet alleen een interessant initiatief, maar ook een essentieel onderwerp, zegt Rob Konings, transitiemanager bij De Bouwcampus. “Innovatie is namelijk cruciaal om de grote uitdagingen waar we momenteel voor staan aan te pakken. Dit gaat niet alleen om technische oplossingen, maar ook om het verbinden van mensen en ideeën. Deze initiatieven mogen best meer in de schijnwerpers komen te staan”, aldus Konings. Wat de innovatiehubs doen, is volgens hem van groot belang en heeft directe impact op de toekomst. “Daarom geven we hen een platform , zodat meer mensen de kans krijgen om te ontdekken wat er allemaal gebeurt binnen die hubs. Het delen van deze kennis en ontwikkelingen kan inspireren en laten zien wat er mogelijk is als mensen samenkomen om te innoveren. Zo kunnen meer mensen genieten van en bijdragen aan de impact die deze hubs hebben.”

De podcastserie

In deze eerste aflevering trappen transitiemanager Rob Konings en Bram Natter de serie af.

Pioneering: ‘Bouwen aan een ecosysteem voor innovatie’

We spreken voor deze podcast met Freek Kranen over Pioneering op het voormalige Philipsterrein in Zwolle. Een plek waar industrie plaats maak voor tal van startups en innovatieve bedrijven. Hier bouwt Freek Kranen, innovatiemakelaar woningbouw en renovatie bij de innovatiehub Pioneering aan, wat hij noemt, een nieuw ecosysteem voor innovatie. “We werken met elkaar aan een volhoudbare duurzame toekomst.” Pioneering opereert vooral tussen woningcorporaties, overheden, kennisinstellingen en de bouwsector. “Wij bewegen ons als een soort van verbindende gidsen.”

C-Creators: ‘Kennis ontwikkelen en delen’

Het Amsterdamse C-Creators is opgericht om kennis te ontwikkelen en te delen. Maar ook om te verbinden, benadrukken Fien Peters en Hylke Faber van de Amsterdamse innovatiehub in deze podcast. “We willen ervoor zorgen dat alle betrokken partijnen weten waar die kennis kan vinden en wat je kan doen om sneller te gaan met bijvoorbeeld circulair bouwen”, vertelt Fien Peters. Hylke Faber ziet C-creators heel nadrukkelijk als spin in het web zodat partijen elkaar kunnen vinden. “Dus een aannemer die graag met een gemeente wil praten, maar daar geen ingang heeft verbinden we ook.”

Spark: ‘Een plek om te pionieren’

Gijs Derks heeft in deze podcast geen moeite om Spark in ’s-Hertogenboch te omschrijven: “Het is een soort make up zone. Veel van de apparaten en machines die hier staan zijn beschikbaar voor ZZP ers of starters die eigenlijk die spullen niet kunnen kopen.” Een broedplaatsplek waar ze kunnen onderzoeken, pionieren en uitvinden. “En,” voegt Dirks er aan toe, “daarmee ook sneller iets naar de markt kunnen brengen wat bijdraagt aan bijvoorbeeld de verduurzaming van de gebouwde omgeving.” Door Community of Practices rond de renovatieopgave te zetten wil Spark kennis ontwikkelen en delen.

The Green Village: ‘Een laboratorium in de open lucht’

In deze podcast praten we met Merel Miedema, programmamanager duurzaam bouwen en renoveren en Stefan Hoekstra, projectmanager toekomst toekomstig energiesystemen over The Green Village. Deze innovatiehub in Delft is een fieldlab waar duurzame innovaties in de gebouwde omgeving worden getest. “En wij doen dat op de thema’s duurzaam bouwen, renoveren, toekomstig energiesysteem en klimaat, adaptieve stad”, legt Miedema uit. The Green Village is wat zij noemt een openlucht laboratorium. “Vooral omdat we ons hier niet aan het bouwbesluit hoeven te houden.”

Utrechts Renovatiecentrum: ‘Nog volop in ontwikkeling’

Rogier Laterveer van het Utrechts Renovatiecentrum steekt in deze podcast niet onder stoelen of banken dat ‘zijn’ innovatiehub nog volop in ontwikkeling is. Hoewel het Utrechts Renovatiecentrum al jaren actief is, is Laterveer nu druk bezig om het bedrijfsleven met studenten voor de renovatieopgave met elkaar te verbinden. “We zien ook dat de opgave steeds groter wordt en dat het bedrijfsleven en de burgers ons heel hard nodig hebben. We willen een onafhankelijk platform zijn waar we waarde toevoegen en waar we inzichten geven.” Laterveer noemt het een hotspot van allemaal gave dingen die er kunnen gebeuren.

BuildinG: ‘Nauw samen met het onderwijs’

In deze podcast een gesprek met Piet Zijlstra, senior proeftuinen bij het in Groningen gevestigde BuildinG. Deze innovatiehub werkt nauw samen met tal van onderwijsinstellingen. “Wij zien dat het best wel belangrijk is dat mbo en het hbo samen optrekken en zorgen voor impact in de regio”, zegt Zijlstra. De opgave is dan ook groot. Naast de bouw van 200.000 nieuwe woningen moeten er zeker 20.000 woningen gerenoveerd en verduurzaamd worden. “Dat moeten we innovatief aanpakken en daar werken studenten aan mee.”

Bouwlab R&Do: ‘Digitalisering helpt de renovatieopgave’

Bouwlab R&DO is gevestigd in Haarlem. De innovatiehub richt zich voor een belangrijk deel op digitalisering en industrialisatie. In deze podcast vertellen Rob van Buren en Wilfred van Beuningen hoe zij partijen helpen hier invulling aan te geven. Zo hebben zij onder andere een blauwdruk voor een digitale bouwketen geschreven. Overigens neemt ook renovatie daarin een belangrijke plaats in. “De renovatieopgave is uitermate complex. En om die complexiteit wat minder te maken, de kosten naar beneden te brengen en de snelheid te vergroten moet je digitaliseren,” aldus Bob van Buren.

Lees verder

Optopcoalities

Optoppen: dé manier om snel woningen aan de voorraad toe te voegen

Optoppen: meer woningen, zonder bij te bouwen

Optoppen is een slimme manier om nieuwe woningen toe te voegen in bestaande buurten, zonder extra ruimte in te nemen op de grond. Door één of meerdere woonlagen op bestaande gebouwen te plaatsen, benutten we de hoogte én versterken we de stad. Het levert niet alleen extra woningen op, maar biedt ook kansen voor verduurzaming van het bestaande pand en verbetering van de leefomgeving. De Bouwcampus brengt partijen bij elkaar om optoppen sneller, efficiënter en op grotere schaal mogelijk te maken.

Optopcoalities maken optoppen makkelijker

Vijf verschillende coalities hebben zich  gebogen over het fenomeen optoppen. Iedere coalities richtte zich op een specifiek onderwerp van optoppen. Deze onderwerpen varieerden van de juridische belemmeringen van optoppen tot het vergaren van data van complexen die geschikt zijn om daar een laag woningen aan toe te voegen. In de onderstaande film komen alle coalities aan het woord.
De optopcoalities waren een initiatief van De Bouwcampus, Holland Houtland en de provincie Zuid Holland.

Alle Optopcoalities op een rij

  • Optopo

    Toen Optopo 1,5 jaar geleden begon, zag het consortium enthousiasme voor optoppen, maar de vraag was: waar te beginnen? Er werden cijfers genoemd, zoals 100.000 of 50.000 optopwoningen, maar de echte potentie per complex was onduidelijk. Daarom ontwikkelden zij de Optopo-tool, die gebouwen een optop-potentiescore geeft op basis van een multicriteria-analyse. Stakeholders kunnen zelf prioriteiten instellen, bijvoorbeeld verduurzaming. Met onze dynamische kaart in het PIM-platform voor Zuid-Holland kan men afwegingen maken en direct zien welke gebouwen het meest geschikt zijn voor optoppen. Dit bevordert het gesprek en het inzicht in potentie.

    Lees meer

  • Wonen op niveau

    Wonen op Niveau heeft de aanpak voor het optoppen van garageboxen en parkeerterreinen in twee delen gesplitst. Eerst voerden ze een geografische analyse uit in heel Zuid-Holland om de potentiële locaties en aantallen te bepalen. Daarnaast hielden ze interviews met wooncorporaties, gemeenten en kennispartners om kwalitatief te onderzoeken welke obstakels er zijn en hoe opschaling mogelijk is. Dit bevestigde dat garageboxen en parkeerterreinen veel potentie hebben, zowel sociaal als ruimtelijk. Ze zijn verspreid over wijken, waardoor verdichting goed gespreid kan worden. Gemeenten en wooncorporaties steunen deze initiatieven ook sterk.

    Lees meer

  • Creative City Solutions

    Creative City Solutions onderzocht honderd oplossingen en ontdekte drie typen opstoppingen: mega-opstoppingen (bijv. 400 woningen toevoegen), transformatie-opstoppingen (leegstaande panden ombouwen), en oppoppen in bewoonde staat, waar de grootste kansen liggen. Elk project vereist echter haalbaarheidsstudies, die vaak duur zijn (€60.000-80.000). Omdat veel processen herhaald worden, ontwikkelden ze een platform om besluitvormers en initiatiefnemers te helpen deze trajecten efficiënter te doorlopen. Zo kunnen kosten worden bespaard voordat duidelijk is of een opstopping haalbaar is.

    Lees meer

  • Optopcollectief

    Het Optopcollectief heeft twee knelpunten geïdentificeerd: juridische barrières voor het optoppen van appartementencomplexen en financiering. Uit onderzoek bleek dat VvE’s vrijwel unanieme steun nodig hebben voor optoppen, wat lastig is omdat één tegenstem het plan kan stoppen. In Frankrijk is slechts een tweederde meerderheid vereist, wat het Optopcollectief nu ook in Nederland bepleit heeft. Eerder dit jaar (2024) heeft de Tweede Kamer unaniem een motie aangenomen om dit te onderzoeken. In Frankrijk leidde een wetswijziging tot een stijging in optopprojecten. Het Optopcollectief hoopt op vergelijkbare resultaten in Nederland. 

    Lees meer

  • VORM-Avans

    De grootste uitdaging bij optoppen is niet alleen het maken van plannen, maar ervoor zorgen dat de projecten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. In Rotterdam IJsselmonde is de optopcoalitie VORM-Avans concreet aan de slag gegaan met een optopproject. De volgende stap is de afronding en succesvolle realisatie, zodat dezelfde woningen kunnen toepassen op meerdere bouwblokken van woningcorporatie Woonbron in de buurt.

    “Als dat lukt, voegen we echt woningen toe en maken we samen een verschil. Optoppen kan zo bijdragen aan het aanpakken van het woningtekort,” aldus VORM-Avans.

    Lees meer

Hoe nu verder?

De volgende stap is het opschalen van de optopprojecten, gezien de urgentie van het woningbouwprogramma. De eerste pilots zijn gestart, maar voor grootschalige implementatie moeten we anders te werk gaan dan voorheen. De landelijke aanpak van het ministerie van VRO, in samenwerking met partners, is bedoeld om bouwstromen te bundelen, processen te standaardiseren en slimmer te werken. De lessen die de teams de afgelopen twee jaar hebben geleerd, moeten nu versneld en op nieuwe manieren worden toegepast om sneller resultaten te boeken dan we gewend zijn. Dit is essentieel om aan de woningbouwdoelen te voldoen, aldus de initiatiefnemers De Bouwcampus, Holland Houtland en de provincie Zuid Holland.

Over de fundering bij optoppen

Creative City Solutions belicht in een nieuw rapport de technische uitdagingen van optoppen in stedelijke gebieden, met een focus op fundering en constructie. Het document biedt concrete oplossingen om het gewicht van nieuwe verdiepingen te verminderen en stelt constructieve strategieën voor om bestaande gebouwen te versterken. Deze aanpak maakt het mogelijk om bestaande structuren optimaal te benutten voor optoppingen, waardoor duurzame stadsontwikkeling wordt bevorderd. Het rapport biedt waardevolle inzichten voor projectontwikkelaars, architecten en beleidsmakers die zich richten op het oplossen van het woningtekort met innovatieve bouwtechnieken.

Meer informatie

Lees verder

Innovatie en Opschaling Woningbouw

ZDWA magazine: Alles over industrieel bouwen

Naar het magazine

Versnellen van de woningbouw

De woningbouwsector staat voor een enorme uitdaging: het realiseren van sneller, betaalbaarder en duurzamer bouwen. Het Programma Innovatie en Opschaling Woningbouw heeft als visie om innovatieve technieken en processen breed toe te passen, zodat woningbouw efficiënter wordt en bijdraagt aan een toekomstbestendige leefomgeving.

Traditionele bouwmethoden kunnen de woningbouwdoelstellingen niet halen. Nederland heeft jaarlijks 100.000 nieuwe woningen nodig, waarvan tweederde betaalbaar moet zijn. Daarom is opschaling van conceptuele, industriële en digitale bouwtechnieken noodzakelijk. Dit programma richt zich niet alleen op woningbouw, maar ook op bredere maatschappelijke thema’s zoals duurzaamheid, energietransitie en klimaatadaptatie. Het doel is het creëren van gezonde, veerkrachtige leefomgevingen die bijdragen aan de leefbaarheid van steden en dorpen.

Missie

De missie van het programma is het realiseren van doorbraken in woningbouwinnovaties en het opschalen van bewezen technieken. Hierdoor wordt sneller en efficiënter bouwen mogelijk.

Samenwerking tussen overheid, markt en kennisinstellingen is essentieel. Het programma functioneert als een coördinerend ecosysteem, waarin succesvolle initiatieven worden ondersteund en opgeschaald. Binnen vijf jaar wil het programma:

  • 50% van de nieuwbouwwoningen industrieel bouwen tegen 2030;
  • Doorlooptijden in woningbouw verkorten door digitale vergunningverlening en parallel plannen;
  • Het aandeel digitaal ondersteunde gebiedsontwikkeling en bouwplanning aanzienlijk vergroten.

Doelstellingen

Het programma heeft als hoofddoel sneller, beter en betaalbaar bouwen te realiseren via innovaties in:

  • Industrieel en conceptueel bouwen: Verlaagt de bouwtijd, drukt de kosten en vermindert de afhankelijkheid van schaarse arbeidskrachten.
  • Digitalisering: Vergemakkelijkt vergunningverlening en efficiënte gebiedsontwikkeling.
  • Maatschappelijke innovaties: Integratie in lokale behoeften en verbetering van leefbaarheid.
  • Open innovatie: Oplossen van belemmeringen in regelgeving en netbewust bouwen.

Obstakels zoals lange vergunningstrajecten, versnipperde samenwerking en complexe regelgeving worden aangepakt via pilots, wetgevingsaanpassingen en versnellers. De effectiviteit wordt gemeten aan:

  • Het aantal gerealiseerde woningen;
  • Verkorte doorlooptijden en kostenbesparingen;
  • Het opschalen van innovaties in de sector.

Programmalijnen

Het programma Innovatie en Opschaling Woningbouw kent vier zogenoemde kernlijnen.

  • Programmalijn 1: Conceptueel en Industrieel bouwen

    We willen sneller, beter en betaalbaarder woningen realiseren. Daarom zetten we in op conceptueel en industrieel bouwen: woningen die grotendeels in de fabriek worden voorbereid en op locatie in korte tijd in elkaar worden gezet. Dit zorgt voor minder kosten, minder stikstofuitstoot en meer kwaliteit. Samen met bouwers, gemeenten en corporaties zorgen we dat woningen sneller, betaalbaarder en duurzamer beschikbaar komen.
    Ons doel: in 2030 wordt de helft van alle nieuwbouwwoningen industrieel gebouwd. Zo kunnen we sneller inspelen op de woningnood en tegelijkertijd duurzame en toekomstbestendige woonwijken realiseren.

  • Programmalijn 2: Data en digitalisering

    Door slim gebruik te maken van data en digitale technieken kunnen we woningbouwprojecten sneller en efficiënter uitvoeren. Met partners uit de sector ontwikkelen we digitale vergunningverlening, datagedreven gebiedsontwikkeling en slimme bouwoplossingen Denk aan het gebruik van BIM-modellen en kunstmatige intelligentie om planningen en wetgeving te toetsen.
    Ons doel: in 2029 is digitaal werken de norm in de woningbouw en wordt in minstens 50% van de projecten gebruikgemaakt van data-gedreven oplossingen. Zo verkorten we de doorlooptijd, verminderen we de administratieve lasten en bouwen we meer woningen in minder tijd.

  • Programmalijn 3: Innovatieve oplossingen

    Veel woningbouwprojecten lopen vertraging op door allerlei belemmeringen: van netcongestie tot bezwaarprocedures. Met Programmalijn 3 ontwikkelen we innovatieve en schaalbare oplossingen om dit soort knelpunten te doorbreken. Dat kan gaan om nieuwe bouwtechnieken, slimme financieringsmodellen of emissievrije bouwlogistiek. We ontwikkelen en testen ideeen samen met bedrijven, gemeenten en kennisinstellingen.

    Ons doel: de doorlooptijd van woningbouwprojecten met 25% verkorten. Zo maken we ruimte voor meer betaalbare, duurzame woningen en zorgen we dat goede ideeën sneller breed worden toegepast.

  • Programmalijn 4: Maatschappelijke innovaties in gebiedsontwikkeling

    Bij gebiedsontwikkeling gaat het niet alleen om woningen bouwen, maar ook om gezondheid, klimaat, werk en mobiliteit. Met Programmalijn 4 bundelen we innovaties in grote projecten, zoals bij spoorzones en de grootschalige ontwikkeling van Rijnenburg (75.000 woningen). We zoeken samen met gemeenten, ontwikkelaars en investeerders naar nieuwe financieringsvormen, slimme samenwerkingen en standaardaanpakken die vertraging voorkomen.
    Ons doel: in 2029 zijn in 25 gebieden innovaties toegepast die woningbouw versnellen en versterken. Zo laten we zien dat het wel kan: sneller bouwen, mét oog voor gezondheid, klimaat, en leefbaarheid

  • 5. Versnellers

    Versnellers zijn concrete innovaties die direct bijdragen aan snellere woningbouw. Voorbeelden:

    • Industriële bouwstromen: 40% snellere bouwtijd.
    • Digitale vergunningverlening: Kortere besluitvorming.
    • Netbewust bouwen: Efficiënter gebruik van elektriciteit.

    Opschaling gebeurt via samenwerking met overheden, bouwbedrijven en kennisinstellingen en een landelijke uitrolstrategie.

Doe ook mee!

Ben jij ook enthousiast over de toekomst van industriële woningbouw? Sluit je aan bij de transitie en help mee bouwen aan een duurzame en versneld groeiende woningmarkt. Stuur een e-mail naar atto.harsta@debouwcampus.nl om betrokken te raken bij dit baanbrekende initiatief.

Goede voorbeelden uit de praktijk

In de transitie naar duurzame en efficiënte woningbouw zijn praktijkvoorbeelden essentieel om te laten zien hoe innovaties en nieuwe werkmethodes daadwerkelijk kunnen bijdragen aan het oplossen van de woningbouwcrisis. Door gebruik te maken van industriële bouwmethoden, circulaire concepten en modulariteit, kunnen we sneller, duurzamer en kostenefficiënter bouwen. Deze voorbeelden tonen aan dat het mogelijk is om de woningbouwsector te transformeren, mits er wordt samengewerkt.

SAWA: het eerste volledig houten woongebouw in Rotterdam

SAWA, het hoogste houten appartementengebouw in Rotterdam, is een pionier op het gebied van duurzaam bouwen. Het gebouw is volledig opgebouwd uit geprefabriceerde modules die op de bouwplaats in elkaar worden gezet. Dit zorgt niet alleen voor een verkorting van de bouwtijd, maar ook voor een aanzienlijke vermindering van de CO₂-uitstoot. SAWA is een perfect voorbeeld van hoe industriële bouwmethoden kunnen worden gecombineerd met duurzaamheid om innovatieve en toekomstbestendige woonoplossingen te creëren.

Wij namen een kijkje bij SAWA. Het filmpje met de terugblik vind je hier.

Duurzaam gebouwd: Waldorp Four

Waldorp Four in Den Haag is een opvallend project dat modulaire prefab-bouw inzet om de woningbouw te versnellen. Het gebouw, met een hoogte van 70 meter, bestaat uit geprefabriceerde units die in de fabriek worden geproduceerd en vervolgens op de bouwplaats worden gemonteerd. Deze aanpak vermindert de bouwtijd en de overlast voor de omgeving, terwijl de woningen voldoen aan strenge duurzaamheidseisen. Waldorp Four is een uitstekend voorbeeld van hoe modulaire bouw kan bijdragen aan de oplossing van de woningnood, terwijl het tegelijkertijd duurzaam en toekomstbestendig is.

Nieuws

Bouwcampus Team

Lees verder

Circulaire Herinrichting

EINDELOOS: hét magazine over circulaire herinrichting

Naar het magazine

Circulariteit als vanzelfsprekendheid

Circulariteit is onmisbaar voor de toekomst van de gebouwde omgeving. Nederland wil in 2030 50% minder primaire grondstoffen gebruiken. Dat vraagt om slimme oplossingen voor circulaire herinrichting van vastgoed. Door gebouwen, installaties en materialen her te gebruiken én te kiezen voor biobased alternatieven, verlagen we de CO₂-uitstoot en beperken we de afhankelijkheid van schaarse grondstoffen. De Bouwcampus werkt samen met partners aan concrete oplossingen: van een marktplaats voor circulaire bouwmaterialen tot meetbare standaarden en flexibele ontwerpprincipes. Ontdek hoe circulair hergebruik ook jouw vastgoed toekomstbestendig kan maken.

Aanleiding

Circulariteit is hot topic. De ambities zijn hoog: over zes jaar moet Nederland de helft minder primaire grondstoffen gebruiken. Dit betekent de helft minder mineralen, metalen en fossiel. Om het gebruik van virgin materialen te verminderen, moeten we onze economie anders inrichten. 

Het produceren van materialen voor de bouw stoot veel CO2 uit. Wereldwijd is dit zo’n 11 procent van alle emissie. Maar het kan ook anders: met biobased materialen en door onderdelen te hergebruiken – van gebouwen en installaties tot wanden en wastafels. Op die manier kunnen we de bouw verduurzamen. 

  • Doel

    Het structureel toepassen van circulariteit in de herinrichting van vastgoed. Naast het voorkomen van grondstoffenuitputting en het anticiperen op leveringsrisico’s van materialen, moet een circulaire economie leiden tot een bouwpraktijk die geen schade toebrengt aan ons milieu. De herinrichting van kantoorpanden is daar een onderdeel van. 

  • Onze aanpak

    Het traject Circulaire Herinrichting bevindt zich in de uitwerkingfase. In 2022 is de richting voor het traject verder uitgedacht: het circulair maken van het inbouwpakket (installaties, interieur en spullen). Er is gezocht naar partijen die willen starten met circulair herontwikkelen. In 2023 zijn wij gestart met de coalitievorming rondom de startvraag: ‘Hoe zorgen we voor legitimiteit van een circulaire aanpak bij de integrale herinrichting van (bestaande) utiliteitsgebouwen? Daarnaast is de vraagformulering en stakeholderafbakening verder aangescherpt. 

  • De actielijnen

    Dit heeft geleid tot de samenwerking met een vaste groep stakeholders. Deze groep stakeholders is betrokken bij de opstart en huidige uitvoering van verschillende actielijnen binnen het traject:  

      1. Het opzetten van een gemeenschappelijke marktplaats voor circulaire bouwmaterialen. Deze actielijn is opgepakt door Insert. Het resultaat is een centrale marktplaats waar herbruikbare materialen uit de bouw op kunnen worden aangeboden.
      2. Het ontwikkelen van een gemeenschappelijke standaard die de impact van circulariteit bepaalt. In deze actielijn wordt de eenduidige taal en standaard voor circulariteit die Het Nieuwe Normaal biedt verder uitgewerkt. Dit resulteert in een leidraad die circulariteit meetbaar en toepasbaar maakt.
      3. Het ontwerpen van multifunctionele toepassingen voor gebouwen. Hierin worden ontwerpuitgangspunten voor flexibel gebruik gedefinieerd. Deze actielijn is opgepakt door één van de grootste vastgoedeigenaren van het land: de Politie.
      4. Het maken van een flowchart voor beslissingen rondom de toepassing van circulaire oplossingen. Hier is de Flowchart Circulaire Herinrichting uit ontstaan.
      5. De uitvraag. Deze actielijn zit momenteel in de verkenningsfase. Hierin komen de eerste vier actielijnen samen. Door middel van het analyseren van uitvragen en marktconsultaties wordt een handreiking geschreven over hoe je hergebruik beter kan borgen in aanbestedingen, inkoopprocessen, selectie, of gunningscriteria.

Doe ook mee!

Geef materialen een tweede leven – doe mee aan circulaire herinrichting
Het circulair herinrichten van gebouwen is een krachtige stap binnen de materialentransitie. In plaats van bruikbare producten weg te gooien, geven we ze een nieuw leven. Denk aan hergebruik van vloeren, plafonds, binnenwanden en installatiematerialen zoals kabelgoten en ventilatiekanalen. Zo dragen we concreet bij aan de circulaire economie én verminderen we onnodige CO₂-uitstoot en grondstoffengebruik.

De Bouwcampus brengt partijen samen die hierin het verschil willen maken. Ons doel? Stoppen met verspilling van waardevolle materialen. Inmiddels werken al meer dan 60 organisaties mee aan dit initiatief – van opdrachtgevers, leveranciers en architecten tot installateurs, assetmanagers en eindgebruikers.

Wil jij ook bijdragen aan circulair bouwen en herinrichten? Sluit je aan en maak impact! Klik hier voor het aanmeldformulier.

Goede voorbeelden uit de praktijk

Hoe geef je materialen écht een tweede leven? Deze inspirerende projecten laten zien hoe circulair herinrichten in de praktijk werkt. Van het hergebruik van plafonds, wanden en installaties tot slimme samenwerking tussen ontwerpers, gebruikers en leveranciers. Ontdek hoe Kantoor vol Afval (KaVA), het Voedingscentrum en The Hive vooroplopen in de transitie naar een circulaire gebouwde omgeving.

Circulair herinrichten volgens KaVA-principes

Momenteel is het druk in KaVA, ook wel Kantoor Vol Afval. “Inmiddels zijn drie kantoorruimtes verhuurd en zit de vierde huurovereenkomst in de pijplijn,” vertelt Sevan Markerink, projectleider bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Op 19 juni 2024 markeerde de opening het succes van KaVA. Samen met achttien partners werkte het RVB aan de renovatie van het oude marinekantoor in Valkenburg met als doel: oefenen met circulaire herbouw en kennisontwikkeling. Die doelen zijn behaald. Circulair bouwen leverde een CO2-vermindering van bijna veertig procent.

Lees hier verder

Het Voedingscentrum: bouwen met ‘afval’

Eind 2017 besloot het Voedingscentrum in Den Haag de ambitie voor duurzame voeding door te trekken naar een duurzame werkruimte. Het nieuwe kantoor brengt voeding, duurzaamheid en circulair bouwen samen tot een adaptief geheel met oog op de toekomst. Architectenbureau LIAG ging de uitdaging aan. Architect Thomas Bögl: “Voor ons kantoor was het Voedingscentrum een heel groot sociaal experiment.”

Lees hier verder

Circulair herinrichten in de praktijk: The Hive

Bart Breedijk, programmamanager Duurzaamheid Services bij Heijmans, ziet veel projecten die zich richten op het circulair inrichten van nieuwbouw. Maar zelden gaat het over de herinrichting van bestaande gebouwen, waar hij zich op richt. The Hive, het innovatiecentrum van Heijmans laat zien wat er allemaal mogelijk is.

Lees hier verder

Nieuws

Bouwcampus Team

Lees verder

Seriematig aanbesteden: Hoe dan?

Handvatten voor seriematig aanbesteden

In de infrastructuursector is het traditioneel gebruikelijk geweest voor opdrachtgevers en uitvoerders om zich te richten op projecten op individuele basis. Echter, we staan voor een golf van duizenden kleinere en grotere bruggen, viaducten, sluizen en gemalen die moeten worden vervangen of gerenoveerd.

Om deze uitdaging aan te gaan binnen de bredere maatschappelijke context van klimaatverandering, stikstofreductie en woningtekort, is een verschuiving naar een andere werkwijze noodzakelijk. De Bouwcampus richt zich op een meer gestandaardiseerde aanpak, waarbij meerdere kunstwerken in één aanbesteding worden samengebracht en er meer nadruk wordt gelegd op industrialisatie.

Bouwstenen voor seriematig aanbesteden

Bij grote opgaven in de infrastructuur is het logisch én noodzakelijk om seriematiger te gaan aanbesteden. Dat vraagt om andere manieren van organiseren, samenwerken en contracteren. Maar hoe doe je dat in de praktijk?

De Bouwcampus heeft gesignaleerd dat er in de sector behoefte is aan concrete voorbeelden en handvatten om hiermee aan de slag te gaan. In 2025 werken we hier actief aan, samen met partijen uit de sector.

Hiervoor zoeken we doorlopend enthousiaste mensen die willen bijdragen. We werken op basis van scenario’s en wensen van opdrachtgevers uit, hoe seriematig aanbesteden er in de praktijk uitziet.

Het resultaat?
Bouwstenen: bruikbare inzichten, modellen en voorbeelden die opdrachtgevers en marktpartijen direct kunnen inzetten. Denk aan:

  • Afweegmodellen voor het kiezen tussen clusteren of splitsen van opdrachten.
  • Voorbeelden van contractvormen, zoals de twee-fasenaanpak of het raamcontract.
  • Handvatten voor samenwerking tussen meerdere opdrachtgevers binnen één contract.

Daarnaast bouwen we aan een community die actief met deze bouwstenen aan de slag gaat.

De eerste resultaten zijn in januari 2025 gelanceerd tijdens de InfraTech. Een impressie hiervan vind je hier. 

Wil je meewerken aan De Bouwstenen? Neem dan contact op met Henberto Remmerts via henberto.remmerts@debouwcampus.nl. Kijk in de agenda voor komende Bouwstenen-sessies.

De verslagen en opgeleverde tools vind je hieronder:

Seriematig aanbesteden: de theorie

Wil je aan de slag met een seriematige aanpak, maar weet je nog niet helemaal hoe? Dan hebben wij een groeiend aantal handvatten die je hierbij kunnen helpen. Mis jij nog een handvat? Laat het ons weten! Dan gaan we daar samen mee aan de slag.

  • Handreiking Slimme Series in de V&R opgave

    Een gevarieërde groep infraprofessionals heeft onder begeleiding van De Bouwcampus de handreiking slimme series in de V&R opgave opgesteld. Deze beoogt assetmanagers te ondersteunen bij het vinden van slimmere en efficiëntere benaderingen om met een seriematige aanpak de V&R opgave op tijd en met voldoende capaciteit op te lossen. De handreiking biedt concrete stappen en aanbeveling om effectief aan de slag te gaan. Dit omvat het adresseren van praktische obstakels en het bevorderen van synergie tussen opdrachtgevers en marktpartijen. 

    Hierbij doorloopt het de volgende fasen.

    • Assetmanagement en onderhoudsstatus
    • Beleidskader opdrachtgever
    • Scenario’s mogelijke series
    • Inkoop & Contracteren

    DOWNLOAD DE HANDREIKING

  • Whitepaper juridische (on)mogelijkheden van een seriematige aanpak

    Uit de verschillende werkgroepen is gebleken dat er onzekerheid en onduidelijkheid is over de ruimte die wet- en regelgeving, waarvan in het bijzonder aanbestedingsrecht, biedt voor een seriematige aanpak. Dat belemmert het creatieve denkproces en het aanbestedingsrecht wordt zelfs als obstakel gezien. Wat ons betreft is dat onnodig.

    In samenwerking met advocatenkantoor CMS,  hebben we de whitepaper opgesteld om te laten zien welke ruimte er wél is binnen het aanbestedingsrecht. Hierin helpen we een aantal misverstanden over de (on)mogelijkheden uit de wereld om zo een bijdrage te leveren aan de ideeënontwikkeling voor een seriematige aanpak van de vervangings- en renovatieopgave in de infrastructuur.

    DOWNLOAD HIER DE WHITEPAPER

  • Bouwstenen voor seriematig aanbesteden

    De Bouwcampus heeft gesignaleerd dat er behoefte is aan concrete voorbeelden om met seriematig aanbesteden aan de slag te gaan. Daaraan gaat komende maanden worden gewerkt en hiervoor zoeken we nu enthousiaste mensen uit de sector. Zo willen we op basis van concrete wensen en scenario’s van opdrachtgevers uitwerken hoe seriematig aanbesteden er uit ziet. 

    Het resultaat hiervan?

    • Bouwstenen voor aanbestedingsstukken
    • Afweegmodellen om te kiezen uit verschillende opties
    • Een community die na het opstellen van de bouwstenen ermee aan de slag gaat

    De eerste resultaten zijn in januari 2025 gelanceerd tijdens de Infratech. Een impressie hiervan vind je hier. Wil je meewerken aan De Bouwstenen? Neem dan contact op met Henberto Remmerts via henberto.remmerts@debouwcampus.nl.

    We hebben inmiddels een kick-offbijeenkomst achter de rug. Lees HIER het verslag.

    Ook de tweede bijeenkomst heeft inmiddels plaatsgevonden. Het verslag lees je HIER.

    De derde sessie was 3 oktober. Lees HIER het verslag.

    De vierde sessie vond plaats op 5 november. Lees HIER het verslag.

    Lees HIER het verslag van de vijfde sessie op 5 december.

    Lees HIER het verslag van 9 januari.

    Lees HIER het verslag van 18 februari.

  • Whitepapers over programmatisch en seriematig inkopen

    Tauw heeft twee whitepapers uitgebracht. Eén whitepaper gaat over het het programmatisch en seriematig inkopen voor waterschappen. De andere whitepaper zoomt in op programmatisch inkopen en de ingrediënten om doelen en ambities op hoger niveau te behalen. 

    Download whitepaper programmatisch inkopen Waterschappen

    Download whitepaper programmatisch inkopen

  • Externe kennisbronnen

    PIANOo

    PIANOo.nl is het expertisecentrum voor aanbesteden binnen de Nederlandse (semi-)publieke sector. De website biedt praktische en juridische kennis over het inkoopproces, Europese en nationale aanbestedingsregels, duurzaam en maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI), en innovatief aanbesteden. Overheidsprofessionals kunnen er terecht voor richtlijnen, modellen, sjablonen, tools en advies, evenals voor netwerkbijeenkomsten en ondersteuning via de PIANOo-desk. Het platform helpt organisaties professioneel, rechtmatig en doelgericht in te kopen.

    CROW

    CROW is een onafhankelijk, nationaal kennisplatform dat vakkennis ontwikkelt en deelt op het gebied van infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Professionals bij overheden en bedrijven kunnen er terecht voor richtlijnen, handleidingen, aanbevelingen, opleidingen. Daarnaast faciliteert CROW thematische platforms over onderwerpen als bruggen, wegmetingen, parkeren, mobiliteit en openbare ruimte, waar experts samenwerken, projecten aansturen en kennis uitwisselen om Nederland veilig, leefbaar en duurzaam in te richten.

    Platform WOW

    Platform WOW is hét landelijk netwerk voor (vaar)weg- en waterbeheerders in Nederland, zoals gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat, waterschappen, havenbedrijven, drinkwaterbedrijven en kennisinstellingen. Het platform bevordert ontmoeting, samenwerking en kennisdeling tussen vakgenoten door middel van evenementen, webinars, samenwerkingsprojecten en personele uitwisselingen.

Nieuws

Bouwcampus Team

Lees verder