Het stapelen van ambities, bij de planvorming zoveel mogelijk partijen betrekken en indien nodig genoegen nemen met een lager rendement. Het zijn belangrijke lessen van SAWA, het houten en circulaire woongebouw in Rotterdam. Tijdens de tweede editie van Transitie in de Praktijk die De Bouwcampus met SAWA als decor op touw zette, kwamen deze lessen nadrukkelijk naar voren. Maar ook dat we een leercurve moeten maken op het gebied van circulair en biobased bouwen en er een platform nodig is dat innovatieve concepten gaat ondersteunen. Met als doel dat niet elke gemeenten opnieuw het wiel hoeft uit te vinden.
Op de Lloydpier in Rotterdam verrijst SAWA: het eerste volledig circulaire woongebouw van hout. Met een hoogte van 50 meter, is het gelijk het hoogste houten gebouw van Nederland. SAWA is een project van Nice Developers en MEI Architecten wordt in een nauwe samenwerking met ERA Contour gerealiseerd. Nog niet eerder is in Nederland een dergelijk innovatief woonproject van deze omvang verwezenlijkt. Het prestigieuze project sleepte inmiddels al acht internationale architectuurprijzen in de wacht. Tijdens deze editie van Transitie in de Praktijk stond de vraag centraal ‘wat is er nodig om in de bestaande stad circulair op te schalen’. “Met andere woorden, hoe kunnen we meer SAWA’s realiseren. Het succes van SAWA is ook een succes voor het gebied. Uiteindelijk moet het doel zijn dat mensen er fijn wonen”, opent Nynke Sijtsma, directeur van De Bouwcampus de bijeenkomst. “Als we kijken naar de enorme opgave waar we in Nederland voor staan, qua woningbouw maar ook qua duurzaamheid en betaalbare woningen realiseren, dan komen we er niet als we blijven werken in het huidige systeem. Wanneer we dat systeem alleen maar gaan optimaliseren dan missen we heel veel kansen.” Een brede vertegenwoordiging uit de sector gaf gehoor aan de uitnodiging om vanuit hun eigen invalshoek te bedenken hoe versneld kan worden bewogen van mooie iconische voorbeelden naar kwalitatieve, gebiedsgerichte schaalbare oplossingen.
Stapelen van ambities
Een belangrijke les van Sawa”, zegt Robert Winkel van Mei Architecten en Nice Developers, “is dat we hier ambities hebben gestapeld. Dus én biodiversiteit, én circulair, én betaalbare woningen én CO2 opslag door houtbouw. En dat het stapelen van die ambities mogelijk is, dat laten we hier nu zien.” Maar ook dat het betrekken van zoveel mogelijk partijen kan leiden tot nul bezwaren. “We hebben iedereen in het verhaal meegenomen”, benadrukt Winkel. “Bewoners, de diensten van de gemeente Rotterdam, de wethouder, de mensen die het moeten maken. Letterlijk iedereen.”
Volgens de architect wordt dat nog wel eens vergeten of worden er stappen in het proces overgeslagen om bijvoorbeeld snelheid te maken. “En dat is precies wat je dus niet moet doen. Je moet met iedereen op tijd gaan praten. Het leuke is dat dan ook heel veel partijen vader en moeder van het succes worden. De versnelling heeft er hier in gezeten dat er geen bezwaren zijn geweest. Omdat die er niet waren hebben we Sawa in vijf jaar tijd kunnen ontwikkelen. Inderdaad van planvorming tot uitvoering.”
“Het is fijn om in een gezelschap als dit vrij met elkaar van gedachten te kunnen wisselen”, zegt Hans Meurs, directeur van Vorm. Hij was gevraagd om met ‘zijn’ Optopper en BuurtBoost een reflectie te geven en zo de dialoog aan te zwengelen. “Uit de discussie die ontstond kwam duidelijk naar voren, dat projecten als SAWA en ons concept van de Optopper, om daarmee woningen op bestaande complexen te realiseren, baat hebben bij een meer onderlinge afstemming. Als we elk experiment in elke stad opnieuw helemaal moeten laten beoordelen en we doen daar elke keer maanden over, dan helpt dat niet als we willen snellen.” Winkel knikt: “Om de beweging op gang te brengen is het belangrijk om af te spreken dat de toetsing van regels voor heel Nederland geldt. Want als we elke keer weer opnieuw de innovatie moeten beoordelen, schiet het niet op. Dat moet slimmer kunnen.”
Platform
Dat slimmer kunnen vinden de aanwezigen in bijvoorbeeld het in het leven roepen van een platform dat unieke oplossingen beoordeelt. Als er een positieve beoordeling is kunnen vergunningverleners die overnemen. Meurs: “Dan hoeft niet elke stad dat opnieuw te beoordelen. Want dat kost zo’n stad en hun ambtenaren heel veel tijd en heel veel geld. Maar nog belangrijker, de doorlooptijd van de projecten neemt er niet door af.” “Waar we naar toe willen”, vertelt Vincent Gruis, Hoogleraar Housing Management aan de TU Delft, “is dat een concept dat op technische aspecten is getoetst en waar een gemeente een bouwvergunning op heeft verleend, door een landelijk team wordt bekeken. Daarmee wordt het voor andere gemeenten veel makkelijker om de bouwvergunning voor dat product goed te keuren.” Gruis benadrukt dat er nu vaak onnodig veel tijd in het beoordelen van innovatieve projecten als Sawa gaat zitten.
Kennisdelen
De Rotterdamse wethouder Klimaat, Bouwen en Wonen, Chantal Zeegers kan zich daar wel in vinden. “Het is goed om in het vergunnningentraject de kennis op het terrein van circulaire houtbouw beter te verankeren en te organiseren. Want de eerste keer dat je voor houtbouw een vergunning moet verstrekken en zeker voor zo’n toren als Sawa, dan wil je zeker weten dat het klopt. Wij zijn verantwoordelijk voor de bouw, de veiligheid. Dus je moet als gemeente echt heel zeker weten dat het deugdelijk is.” Volgens Zeegers heeft de gemeente veel geïnvesteerd in de kennis die hiervoor nodig is. “Die kennis willen we voor komende projecten behouden zodat we niet telkens hetzelfde onderzoek te doen. We kunnen die kennis ook met andere gemeenten delen en daar leren wij weer van.” Dat is wat de deelnemers als de leercurve bestempelen die nodig is om uiteindelijk biobased en circulaire projecten in de bestaande stad te versnellen.”
Tijd winnen
“We hebben het heel vaak over versnellen”, blikt Sijtsma op de Transitie in de Praktijk terug, “maar dat versnellen ga je denk ik bereiken, en dat is ook hier bij SAWA gebleken, door aan de voorkant alle mensen die daar een rol in hebben heel snel te betrekken en mee te laten denken. En dan niet iets voorleggen van: ‘zo is het geworden en wat vind je ervan?’ Als je het aan de voorkant goed regelt, dan ga je uiteindelijk aan de achterkant heel veel tijd winnen.”