Majorie Jans: ‘Zorgen dat de schwung erin blijft’
Als eerste directeur stond zij aan de basis van De Bouwcampus. Nu, zes jaar na haar vertrek, is Majorie Jans terug. Dit keer in de rol van bestuurslid. Daarmee neemt de directeur Transacties en Projecten bij het Rijksvastgoedbedrijf, de plek in van Roger Mol. “Ik heb er zin in. De taak van het bestuur is er om ervoor te zorgen dat de schwung erin blijft.”
Sinds 1 april is ze in haar functie als directeur Transacties en Projecten ook terug op het nest dat Rijksvastgoedbedrijf (RVB) heet. Ze werkte bij het RVB toen de eerste contouren van De Bouwcampus zichtbaar werden. “De Bouwfraude lag al jaren achter ons maar toch vonden opdrachtgevers en opdrachtnemers het nog moeilijk om met elkaar in gesprek te gaan. Er was een plek nodig waar men elkaar vrijuit kon ontmoeten. Maar vooral ook een ontmoetingsplaats om innovatieve oplossingen te creëren voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van wonen, werken en leven.” Jans werd in 2014 gevraagd om als directeur daadwerkelijk vorm aan De Bouwcampus te gaan geven.
Fantastische periode
Ze kijkt daar met heel veel plezier op terug. “Ik vond het een fantastische periode. Opdrachtgevers en opdrachtnemers die letterlijk in co-creatie met elkaar aan de slag gingen. De marktvisie is bij De Bouwcampus gelanceerd en we zijn de lobby gestart om de bouw meer op de agenda te krijgen. Daar is toen de Bouwagenda uit voortgekomen. Maar ook het Betonakkoord is er ontstaan.” Jans genoot vooral van wat ze het zwaan-kleef-aan effect noemt. “Steeds meer partijen sloten zich aan omdat we over grenzen en vakgebieden heen keken. En dat doet De Bouwcampus natuurlijk nu nog steeds. Het kan namelijk altijd duurzamer, multifunctioneler, flexibeler én toekomstbestendiger.”
In 2017 nam ze afscheid van De Bouwcampus om beleidsdirecteur Huisvesting en Facilitymanagement en Chief Procurement Officer (CPO) te worden bij de Staf Korpsleiding van de Nationale Politie. Wel is ze De Bouwcampus altijd blijven volgen. “Maar je gaat je opvolgers natuurlijk nooit voor de voeten lopen.” Overigens zegt ze destijds wel haar vraagtekens te hebben gehad toen besloten werd om de focus te leggen op de drie beleidsterreinen, bebouwde omgeving, infrastructuur en stedelijke ondergrond. “Ik vroeg mij af of daarmee de bouw in z’n volle breedte wel kon worden bereikt? Inmiddels is mij duidelijk geworden dat dit wel het geval is en heb ik de drie velden omarmd.”
Opgaven
Als geen ander ziet Jans dat de opgaven op alle terreinen zo groot zijn, dat een andere manier van werken noodzakelijk is. “Of we het nu hebben over de aanpak van de infrastructuur, het bouwen van voldoende woningen of wat er in de grond moet gebeuren om de energietransitie mogelijk te maken. Dan is het belangrijk dat opdrachtgevers en opdrachtnemers sámen optrekken. Dat opdrachtgevers weten wat ze aan de markt kunnen en moeten vragen. En de markt op zijn beurt weet wat ze kunnen bieden. Ik zie ook dat binnen de drie opgaven van De Bouwcampus de woningbouw veel van infra kan leren en omgekeerd. Die crossovers biedt De Bouwcampus de sector en dat is natuurlijk geweldig.”
Over een antwoord op de vraag wanneer in haar ogen een transitie geslaagd is, moet ze heel even nadenken. Dan zegt ze: “Naar mijn idee als iets normaal wordt. Dat een nieuwe of andere aanpak helemaal is ingeburgerd en niemand er meer over na hoeft te denken. Tegelijkertijd”, voegt ze eraan toe, “blijft het altijd in beweging en moet de sector altijd op de nieuwe toekomst blijven anticiperen. Zeg maar, de transitie van de transitie. Het blijft levendig en een transitie is daardoor ook nooit echt af.”
Bekendheid
Waar volgens Jans nog wel een flinke uitdaging ligt is het vergroten van bekendheid van De Bouwcampus. “Het beeld dat de buitenwacht van De Bouwcampus heeft is soms nog heel diffuus. Hier bij het Rijksvastgoedbedrijf zijn er ook vast nog heel wat collega’s die geen idee hebben. Uiteindelijk is het ook van belang voor de transitie dat we wat er hier gebeurt, in de volle breedte onder de aandacht brengen. We moeten partijen blijven boeien. Dat betekent naar mijn idee dat we de succesfactoren moeten delen en veel inspirerende voorbeelden laten zien.”
Ze kijkt uit naar haar nieuwe rol als bestuurslid van De Bouwcampus. “Ik ga mij daar de komende tijd goed in verdiepen. Het is ik ook belangrijk om als bestuur te kijken naar wat er goed gaat en waar we een volgende stap kunnen en moeten zetten. Ik zeg altijd: ‘we moeten op de boeggolf blijven surfen en zorgen dat de schwung erin blijft’.”
Foto Erik Jansen