Vruchtbare kruisbestuiving op tweede Damwandendag

Vruchtbare kruisbestuiving op tweede Damwandendag

Met veel enthousiasme gingen meer dan zestig specialisten op het gebied van damwanden met elkaar in gesprek tijdens de tweede Damwandendag in Nieuwegein, die 17 juni j.l plaatsvond. Deze ‘bijeenkomst van koplopers die vernieuwing durven brengen in de sector’ werd een vruchtbare kruisbestuiving tussen opdrachtgevers, aannemers, adviseurs, ingenieurs en toeleveranciers.

Op het hoofdkantoor van de Koninklijke Metaalunie klinkt trompetgeschal. Correctie: trombonegeschal. Op muzikale wijze worden de aanwezigen door Leo Oosterveen, (De Bouwcampus) aangespoord om plaats te nemen in de zaal waar, na een eerdere editie op 12 november 2024, de tweede Damwandendag wordt gehouden. Het doel van de bijeenkomst: het verder verbeteren van de ketensamenwerking door middel van speciale werkgroepen die in twee sessies van drie kwartier een of meerdere thema’s voor hun rekening zullen nemen.

Vergezicht

De dag begint met een vergezicht van Susan Vos (Rijkswaterstaat) en Hein van Laar (Vereniging van Waterbouwers). Hoe staat de sector er over tien jaar bij? Vos: “De toekomst is nog een soort droom, waarin alles in een flow gaat, maar waar intussen ook allerlei nieuwe inzichten zijn opgedaan. Wat is bijvoorbeeld de levensduur van een damwand? Dat weten we nu nog niet.” Ook Van Laar ziet een toekomst voor zich waarin de samenwerking ‘optimaal’ is: “Over tien jaar zullen we zeggen: het is maar goed dat we tien jaar geleden met die werkgroepen gestart zijn!”

Oosterveen loopt samen met mede-organisator Tijs Bergmans (De Bouwcampus) de vorderingen langs die het afgelopen halfjaar zijn gemaakt. Zo zijn er werkgroepen, platforms en communities opgezet. Oosterveen: “We zijn echt verder dan de meeste werkgroepen misschien denken.”

Presentaties

Dan is het de beurt aan achtereenvolgens aannemer Sytse Koopmans (Werkgroep Circulariteit), Mark van Berchum (Vernieuwing Contractlandschap), Freark van der Sluis (Samen Leren en Innoveren) en Bart Boers (Inspectie & Monitoring, onder de naam Werkgroep Levensduur) om een korte presentatie te geven over de voortgang van hun respectievelijke werkgroep.

Koopmans deelt een aantal observaties ten aanzien van andere werkgroepen die in het veld actief zijn, maar zoekt nog naar focus; waar kan de Werkgroep Circulariteit zich binnen het thema het beste op richten?

Van Berchum gaat de komende maanden de bestaande contractvormen inventariseren en inzichtelijk maken, want: “Er zijn veel verschillende contract- en aanbestedingsvormen, wat op zich niet erg is, maar de gekozen vorm past niet altijd bij de opgave. Daarbij staat de vorm vaak in de weg van nieuwe ideeën.”

Van der Sluis heeft de knelpunten in een volzin als volgt samengevat: ‘Het gebrek aan uniformiteit en eenduidigheid in processen, richtlijnen, rekenmodellen en werkwijzen tussen verschillende organisaties belemmert de effectieve voorbereiding en uitvoering van damwandconstructies, waardoor gezamenlijke vervangingsopgave, duurzaamheidsdoelen en ontwikkeling van innovaties niet of onvoldoende worden behaald. Ook is het idee ontstaan om naast de werkgroep, waarvan het lastig is gebleken om voldoende deelnemers te werven, tevens een klankbordgroep te starten.

Boers legt het accent op data: “We vergaren data door middel van inspectie, monitoring en APK-checks, maar waar gaat die data naartoe? En hoe kom je eraan, als je een damwand gaat ontwerpen? Daarnaast werkt iedereen volgens een eigen methode en worden de APK-checks dus op verschillende manieren uitgevoerd.”

Marktplaats

Na een korte koffiebreak sluiten de aanwezigen zich aan bij een van de vier werkgroepen, waarbij de ‘wet van de twee voeten’ geldt: verplaats je naar een andere tafel als je niets leert of bijdraagt. Dat is niet aan dovemansoren gericht. Sommige groepen vallen in kleinere groepjes uiteen om bepaalde onderwerpen uit te diepen, om daarna weer op te gaan in de hoofdwerkgroep. De onderwerpen die ingebracht worden zijn dan ook legio. Duurzaamheid. Vervangingsbeleid. Innovatie, en vooral: wat voor soort innovatie? Contracten en protocollen. Ondernemersrisico’s. Certificatie. Wanneer is het areaal goed genoeg? Inventarisatie van oude constructies. Waar moet de nul-meting aan voldoen? De markt, die zich sneller ontwikkelt dan ingenieursbureaus kunnen bijhouden. Transparantie en de angst ervoor. Zo passeren een flink aantal discussiepunten de revue.

Na afloop van deze ‘marktplaats van ideeën’ worden de belangrijkste inzichten met de rest gedeeld. Sytse Koopmans: “Waar we op zijn uitgekomen is dat we eigenlijk de commerciële belangen zouden moeten loskoppelen en we ons gezamenlijk moeten focussen op het logische belang. Dat betekent wel dat je daar iets onafhankelijks voor nodig hebt. Daar zouden we de komende tijd met elkaar aan kunnen werken.”

Mark van Berchum: “De rode draad is samenwerking. We moeten als hele keten een perspectief hebben voor de lange termijn. Alleen dan kunnen we dingen goed gaan organiseren. Ook moeten we de link leggen met andere werkgroepen, bijvoorbeeld op het gebied van circulariteit en certificering, zodat we een nog betere kruisbestuiving krijgen.”

Freark van der Sluis: “Het overkoepelende belang dat we hebben is duurzaamheid. Dat moeten we nog centraler gaan neerzetten. En waar we ook achter zijn gekomen: we denken binnen de sector nog steeds teveel vanuit staal. Dat is een, maar zeker niet de oplossing. We moeten onze ogen openhouden voor de mogelijkheden van hout.”

Bart Boers: “We zien dat de normen om te inspecteren dermate bekneld zijn dat er van alles mogelijk is, maar heel veel niet wordt gedaan. De wens is dan ook om een duidelijke richtlijn te formuleren en daarvoor een nul-meting te maken - waarin je meteen de gegevens meeneemt die de ontwerper nodig heeft.”

Blinde vlekken

De afsluitende woorden zijn voor Susan Vos en Hein van Laar. Vos: “Ik ben heel blij met hoe het is gegaan vandaag en wat het heeft opgeleverd. De discussie over hout en staal heeft mij best wel aan het denken gezet. Bij Rijkswaterstaat wordt er al snel gezegd dat hout niet kan, maar is dat geen blinde vlek van ons? En zien we misschien meer blinde vlekken over het hoofd?”

Van Laar: “Wat ik heb gemerkt is dat er toch nog wel angst zit op het loslaten van dingen die we al vele jaren op een bepaalde manier aanpakken. Ik zou zeggen: laat het los! Ik ben ervan overtuigd dat wanneer we als keten goed samenwerken, dat je als opdrachtgever uiteindelijk minder betaalt en we als keten meer verdienen.”

Een derde Damwandendag staat vooralsnog niet op de planning. Het is dan ook de bedoeling dat de werkgroepen zelfstandig doorgaan en hun bevindingen terugkoppelen. Mocht je je willen aansluiten bij een van de werkgroepen, meld je dan aan via dit formulier.