Niet minder clubjes, maar beter verbonden

Niet minder clubjes, maar beter verbonden

Het is een bekend en regelmatig terugkerend geluid in onze sector: “Er zijn zoveel organisaties in de bouw. Kan dat niet wat minder? Kunnen ze niet beter samen?” Of het nu gaat over gevels, funderingen, of circulariteit, overal zijn er wel verenigingen, stichtingen of platforms die zich met een deelonderwerp bezighouden. En ja, dat zijn er veel. Maar dat is niet per se het probleem. Sterker nog, voor technische of specialistische onderwerpen hebben we die organisaties nodig. Niemand wil immers dat een gesprek over funderingstechnieken wordt gevoerd zonder de aanwezigheid van funderingsspecialisten. Of dat bij het ontwerp van een dak geen dakdekker aan tafel zit.

Toch knelt het ergens. Niet omdat er te veel kennis is, maar omdat de verbinding ontbreekt. Wat mist, is namelijk de dwarsdoorsnede. De samenhang. Want in de praktijk kennen mensen elkaar vooral in vaste rollen: als opdrachtgever of opdrachtnemer, als ingenieur of beleidsmaker. En dat leidt ertoe dat iedereen vanuit zijn of haar eigen perspectief praat, vaak zónder dat die perspectieven echt naast elkaar worden gelegd. Een voorbeeld: als je in de bouwsector vraagt naar het personeelstekort, zal een betonboorder of dakdekker zeggen dat hij zijn vacatures maar niet gevuld krijgt. Terwijl het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) op basis van de cijfers zegt dat het op macroniveau allemaal best meevalt. Twee waarheden, allebei legitiem, maar ze komen elkaar zelden tegen in één gesprek.

Het gevolg? Belangrijke vraagstukken worden óf te technisch besproken óf te abstract. En daardoor blijven kansen liggen. Wat we nodig hebben is niet minder organisaties, maar een beter georganiseerde keten. Dat vraagt om het lef om samen te werken zonder meteen je eigen positie te willen verdedigen. Het vraagt om de juiste mensen over de juiste onderwerpen bij elkaar aan tafel. Ook als dat betekent dat er ongemakkelijke verschillen in perspectief boven tafel komen.

Alleen dan maken we écht werk van de grote opgaven waar we sectorbreed een oplossing voor moeten vinden. Dus: minder mopperen over het aantal clubjes. En meer aandacht voor waar en hoe we de juiste gesprekken voeren.

Nynke Sijtsma
Directeur De Bouwcampus