Het is niet alleen bouwen, bouwen, bouwen

Het is niet alleen bouwen, bouwen, bouwen

De wooncrisis lijkt vooral een kwestie van aantallen: te weinig woningen, dus we moeten vooral bouwen, bouwen, bouwen. Maar de realiteit ligt een stuk genuanceerder.

Zo las ik onlangs het artikel ‘Is er een huizencrisis in Nederland?’ in het blad Geografie. Met feiten en cijfers onderbouwen de schrijvers in het stuk de conclusie dat het probleem niet alleen in het aantal huizen zit, maar vooral in hoe ze verdeeld zijn.

Ons land telt momenteel 8,4 miljoen huishoudens waarvan 39 procent alleenwonenden. Vergrijzing is een belangrijke reden voor wat we dan huishoudverdunning noemen. Verder heeft Nederland één van de hoogste percentages aan onderbewoning van Europa. Ruim zestig procent van de mensen woont in een onderbewoond huis.

Wat we ook vaak horen is dat de huizen te duur zijn. Door meer te bouwen daalt de prijs. Dat geldt voor een gewone markt, maar dat is de woningmarkt niet. Meer bouwen laat de prijs niet dalen. Goedkope financiering en de grondprijzen beïnvloeden namelijk de prijs van woningen. Sinds 1970 schommelt het woningtekort telkens rond vier procent, terwijl in die periode de huizenprijzen met vierhonderd procent stegen.

Is er een huizencrisis in Nederland? Feit is volgens Geografie, dat als we puur kijken naar de cijfers het met die huizencrisis wel meevalt. Het aantal huishoudens en woningen is redelijk in balans. Het probleem is met name de veranderende samenstelling van huishoudens en daarmee de mismatch tussen vraag en aanbod.

Tijdens de recente Woontop ging het vooral over het maken van tempo. Alleen zit dat tempo naar mijn idee dus niet alleen in bouwen, bouwen, bouwen. Het zit vooral ook in een betere doorstroming door goed naar de verdeling van de bestaande woningvoorraad te kijken. En ook naar optoppen, slimme regelgeving en gericht beleid om de kloof tussen woningbezitters en woningzoekers te verkleinen. De oplossing ligt dus niet alleen in meer bakstenen, maar ook in betere spelregels. Dat is een kans die we niet mogen laten lopen om daadwerkelijk te kunnen versnellen.

Nynke Sijtsma, directeur De Bouwcampus