'Infra-opgave is gigantisch'

'Infra-opgave is gigantisch'

Met de presentatie van het prognoserapport vernieuwingsopgave infrastructuur 2.0 heeft TNO de
nadruk willen leggen op de urgentie. Er ligt een gigantische opgave alleen lijkt nog niet iedereen zich
dat te beseffen. “Er moet nu écht wat gebeuren, anders zakt het weg”, merkt Arie Bleijenberg van
TNO op. Hij zei dit tijdens de eerste Infra Lunchlezing.


Deze lezing, begin december door De Bouwcampus in samenwerking met Platform WOW en
Platform Bruggen op touw gezet, is een vervolg op de reeks Lunchlezingen Bruggen. Deze eerste
editie stond geheel in het teken van het door TNO uitgebrachte prognoserapport
vernieuwingsopgave infrastructuur 2.0.


Peter Rasker van TNO trapte de lezing af met een korte samenvatting van het rapport met
belangrijke conclusies en aanbevelingen. TNO verwacht een enorme toename aan jaarlijkse
vernieuwingskosten. Dit loopt op tot een piek van 3,7 miljard euro per jaar in 2080. De totale kosten
tot het jaar 2100 is dan 260 miljard euro. Meer dan de helft van deze kosten zullen bij gemeenten
terecht komen.


Het is hierdoor belangrijk om de urgentie van de vernieuwingsopgave te verhogen. “Er moet nu écht
wat gebeuren, anders zakt het weg”, zegt Arie Bleijenberg, opsteller van het eerste prognoserapport
in 2021. Ook wijst hij op het belang van vooruitkijken. “Je moet ver genoeg vooruitkijken om de
totale cyclus te zien. Dit is belangrijk om de problematiek in beeld te krijgen.”


Harry Michels, transitiemanager bij de Provincie Noord-Holland nam het stokje over. Hij legt uit over
de opgave in Noord-Holland. Het gaat om 14.500 bruggen en viaducten, onderverdeeld in
beweegbare, vaste en kleine bruggen. Het doel? Vier beweegbare, 13 vaste en 175 kleine bruggen
per jaar aanpakken. Lindy Molenkamp, directeur Beheer en Uitvoering bij de Provincie Noord-
Holland haakt hierop aan. “Je kan dit alleen als je het met anderen doet.” Ze wil de opgave zoveel
mogelijk seriematig aanpakken, maar legt uit dat dat niet overal mogelijk is. Daarom is het volgens
haar van belang dat inzichtelijk wordt welke kunstwerken wel en welke niet geschikt zijn hiervoor.


Renovatie
Menno ten Cate, beheerder bij de gemeente Den Bosch sloot af. “Ik wil oproepen om niet uit te gaan
van een standaard levensduur van kunstwerken, maar te investeren in herberekeningen en
uitgebreide inspecties.” Omdat de levensduur volgens de beheerder is berekend op de gemiddelde
levensduur van de gebuikte middelen kan deze met goed onderhoud verlengd worden. “Renovatie is
het allerlaatste redmiddel,” benadrukt hij. “Als we op die manier kijken kunnen we niet alleen de
financiële gevolgen, maar ook de gevolgen van de bereikbaarheid beperken. Ook kunnen we dan de
beschikbare kennis en middelen benutten waar dit echt noodzakelijk is.”


Wil je de lunchlezing terugkijken? Klik dan hier.