Het belang van tussenstappen

Het belang van tussenstappen

Onlangs brachten wij met een gemêleerd gezelschap onder wie waarnemend directeur generaal Volkshuisvesting en Bouwen, Jan Willem Beaujean, een bezoek aan een woningfabriek in Breda. In een flinke hal verrijzen daar fasegewijs complete huizen. In totaal ‘rollen’ er iedere zeven weken veertig energieneutrale en duurzame woningen uit de fabriekshal. De ruimte is zo efficiënt mogelijk en met oog op de toekomst ingericht. Want over niet al te lange tijd rijden robots hier door de ruime paden die diverse handelingen geautomatiseerd uit gaan voeren. 

De directie zet daarmee dan ook een stip op de horizon waar het naar streeft. En dat is dus een hightech omgeving waar de woningen straks met minimale mankracht gerealiseerd gaan worden. Investeerders staan al te trappelen om een en ander te financieren. De huidige situatie is dus duidelijk een tussenstap. Tegelijkertijd wel een hele belangrijke stap omdat deze fase ruimte biedt om het product en het proces te verbeteren en te innoveren. Maar vooral moet de vraag die naar de woningen ontstaat voor de noodzakelijke trek in de schoorsteen zorgen.

Met andere woorden, om de stap naar opschaling te zetten zijn bouwstromen nodig. Voor de huizenfabriek betekent dat een voorspelbare stroom van woningen. Een fabriek mag immers niet stilvallen. Maar ook in de infra geldt dat een stroom aan infrawerken zorgt voor innovatie en versnelling. De vraag is hoe kom je tot een stroom? Daarin hebben een opdrachtgevers een belangrijke taak. In de woningbouw zien we corporaties en gemeenten binnen bouwstromen woningbouwprojecten bundelen. Ook dat gaat stapsgewijs van kleinere naar steeds grotere aantallen.

In de infra moeten de eerste echt grote stappen naar een stroom nog worden gezet. Angst dat aanbestedingsregels een seriematige aanbesteding verbieden blijkt een flinke drempel te zijn. Een beperking die opdrachtgevers zichtzelf opleggen want uit recent onderzoek van Croon Advocaten blijkt dat de regels een seriematige aanbesteding geen strobreed in de weg legt. Kortom die eerste stap naar een andere aanpak kan de sector met een gerust hart zetten.

Nynke Sijtsma

Directeur De Bouwcampus