De gemeente Rotterdam probeert ook samenwerking te stimuleren met behulp van de schaderegeling Ingravingen Rotterdam (SIR). Een dergelijke regeling betreft de schade die een gemeente heeft als een leidingeigenaar in gemeentegrond graaft. Elke gemeente heeft een dergelijke Schaderegeling gebaseerd op landelijke richtlijnen maar in de regeling van Rotterdam is zo ingericht dat het samenwerking in de hand help.
De schade die een gemeente heeft als een leidingeigenaar in gemeentegrond graaft is afhankelijk van het oppervlakte en de soort verharding die opgebroken wordt. Uitgangspunt is dat de veroorzaker de sleuf volgens strikte eisen weer dichtmaakt en de verharding weer hersteld, maar er is altijd schade. Er is degeneratie en dus meer of eerder onderhoud door de gemeente nodig. Ook is de schade is afhankelijk van de reguliere zetting van de ondergrond.
Er is ook nog zoiets als degeneratieschade. De degeneratieschade is afhankelijk van de leeftijd van de bestrating. Als je graaft in een gloednieuw aangelegde weg, betaal je de hoofdprijs, als je graaft in een oude bestrating, dan is de degeneratie veel minder.
Afhankelijk van deze factoren betaal je bepaalde schadevergoeding. De totale schade kan best een serieuze kostenpost zijn. Zeker in asfalt, waar de schade veelal zichtbaar blijft, maar ook in bijzondere bestrating (bijv. waterdoorlatend, natuursteen, e.d.). Rotterdam heeft nu de SIR zo ingericht dat als je graaft tijdens een wegrenovatie je helemaal geen SIR betaald. Dat is natuurlijk de bonus van het Convenant: Die promoot de ideale situatie: Als de straat toch al open gaat door werk van de gemeente (riolering en/of herbestrating) en je gaat als leidingeigenaar mee, dan betaal je niets. Veelal betekent dat een leidingeigenaar zijn leiding eerder (of later) vervangt dan volgens zijn assetmanagement nodig is, maar het ‘meegaan’ levert hem een grote kostenbesparing op. De SIR kan ook straffen uitdelen voor niet meegaan. In Rotterdam wordt bijvoorbeeld het opbreken van relatief nieuwe elementenbestrating ‘bestraft’ met een hogere SIR-tarief.
Idealiter krijg je dan op een gegeven moment een situatie dat alles in die straat even oud is. Het riool, de bestrating en alle kabels en leidingen. Dan krijg je idealiter een cyclus van bijv. 50 jaar waarin telkens de hele straat, en alles wat daaronder ligt, even oud is en allemaal toch al aan vervanging toe is. Dat ideaal is natuurlijk een utopie, maar is wel een streven waar naar toegewerkt kan worden. Zo heeft Rotterdam een vlekkenkaart waar gebieden in staan die integraal worden aangepakt. Daarvoor is rioolvervanging veelal de trigger voor en als het riool oud is, is de rest vaak ook oud. In die wijken is het dus de bedoeling dat de nutsbedrijven ook zoveel mogelijk meegaan. Dat is natuurlijk nooit helemaal haalbaar, maar het loont voor leidingeigenaren werk naar voren te schuiven of iets uit te stellen.