‘Seriematig werken vraagt om méér dan identieke kunstwerken’
Bouwcampus en Cohezy in reactie op Cobouw-opinie Hennes de Ridder
De recente opiniebijdrage van prof. dr. ir. Hennes de Ridder in Cobouw over het seriematig aanbesteden van de Vervangings- en Renovatieopgave van Rijkswaterstaat, heeft binnen de sector de nodige stof doen opwaaien. In zijn artikel stelt De Ridder dat seriematig werken alleen voordelen oplevert wanneer het gaat om volledig identieke kunstwerken. Een analyse die volgens De Bouwcampus én Cohezy voorbijgaat aan de kern van seriematig organiseren: leren, samenwerken en continu verbeteren.
In hun reacties leggen Harald Versteeg, transitiemanager De Bouwcampus en Cécile Claessen en Jacco Zwemer namens Cohezy uit dat de basis van seriematig aanbesteden niet ligt in identieke ontwerpen, maar juist in het organiseren van een structurele leer- en verbetercyclus. “Het gaat helemaal niet om het stapelen van kopieën, maar om het organiseren van herhaling en leervermogen over een reeks projecten,” aldus Versteeg.
Samenwerking
Die visie is tot stand gekomen in samenwerking met zo’n 150 organisaties uit de sector. Continuïteit in werkpakketten is daarbij essentieel: deze maakt het voor ontwerpers, bouwers en producenten mogelijk om te investeren, te standaardiseren en het werkproces iteratief te verbeteren. Versteeg benadrukt dat het clusteren van kunstwerken prima past binnen deze aanpak, maar dat een competitieve minicompetitie per werk zoals De Ridder voorstelt juist continuïteit ondermijnt.
De Bouwcampus wijst bovendien op concrete praktijkvoorbeelden, zoals de Vlaamse aanpak waarbij 49 bruggen en viaducten in één aanbesteding zijn samengebracht. De winst ligt daar in parallelle ontwerpfases, snellere vergunningprocedures en procesuniformiteit ondanks dat de bruggen niet identiek waren. Versteeg: “Dit wordt door bedrijven zelf gezien als een realistische en kansrijke route voor versnelling.”
Cohezy
Ook Cohezy (platform voor projectcoaching) reageert inhoudelijk op De Ridders analyse. Waar De Ridder vooral vanuit technisch systeemdenken redeneert, benadrukken Cécile Claessen en Jacco Zwemer dat seriematig werken in de praktijk vooral een organisatie- en samenwerkingsvraagstuk is. “Seriematig werken levert inderdaad geen lopendebandproductie op maar wél beter ingespeelde teams die direct leren toepassen in het volgende project.”
Uit hun Cohezy XL-bijeenkomst met 25 professionals blijkt dat juist de sociale en organisatorische kant van seriematig werken de grootste meerwaarde oplevert. “Teams raken namelijk beter op elkaar ingespeeld, kennis stroomt direct door naar het volgende project en de gezamenlijke focus verschuift van één project naar portfoliosturing.”
Hoewel De Bouwcampus en Cohezy elk een andere invalshoek kiezen, ontstaat er een opvallende gedeelde conclusie: seriematig werken is geen technocratisch ideaalmodel en geen copy-past benadering, maar een manier om schaarse capaciteit effectiever in te zetten én een sterke leer- en verbetercyclus op te bouwen.
Waar De Ridder vooral de technische component van seriematige productiesystemen accentueert, laten beide organisaties zien dat de sector in de praktijk al anders werkt en dat daar juist kansen liggen om de grote vervangings- en renovatieopgave te versnellen.
Opschalen
Volgens De Bouwcampus heeft de sector namelijk inmiddels voldoende ervaring en praktijkvoorbeelden om verder op te schalen: “De vervangings- en renovatieopgave vraagt nu om opschalen, niet om terughoudendheid. Laten we de lessen uit Vlaanderen én uit de Nederlandse praktijk benutten om slimmer, sneller en met hogere kwaliteit te vernieuwen.”
Lees hier:
De opinie van prof. dr. ir. Hennes de Ridder (Cobouw 7 november)
De reactie van Harald Versteeg (Cobouw 14 november)
De reactie van Cécile Claessen en Jacco Zwemer Cohezy (Cobouw 17 november)