Dat is opmerkelijk, want wie de gesprekken volgt in onze reeks ‘Operatie Backstage’ hoort juist hoe bedrijven tegenwoordig veel scherper hun keuzes maken. Ze willen werken aan projecten die passen bij hun waarden, hun mensen en hun continuïteit. Ze streven naar samenwerking, transparantie en inhoudelijke invloed. Dat is iets anders dan: “zeg maar wat we moeten doen en voor hoeveel.”
De infrasector zit momenteel in een vreemd spanningsveld. Marges stijgen, orderboeken zijn goed gevuld, maar de echte transitie blijft uit. Bedrijven zien wel degelijk de potentie van een ander systeem met langdurige relaties, ketens die leren, een gezamenlijke verantwoordelijkheid en veel hogere marges. Maar tegelijkertijd houden ze de kaarten tegen de borst. Waarom? Omdat het huidige systeem al comfortabel genoeg is?
Als burger zouden we allemaal pleiten voor meer samenwerking, innovatie en duurzaamheid. Vanuit het bedrijfsbelang denkend wordt toch gekozen voor het bekende systeem met voorspelbaarheid, bekende marge en bekende risico’s. Die spagaat is begrijpelijk, maar ook funest voor de vernieuwing waar iedereen, lees de maatschappij, om roept.
Opdrachtgevers signaleren inmiddels een teruglopende interesse: minder inschrijvers, minder concurrentie. En terecht, want een serie van acht bruggen die in twee percelen wordt opgeknipt, levert voor bedrijven onvoldoende continuïteit op en geen businesscase voor de aanleg van bijvoorbeeld een bruggenwerf. Maar, nogmaals, dat moet opdrachtgevers dan wel vóór de aanbesteding worden gezegd.
De vraag is dus niet meer of we het systeem moeten veranderen, maar hoe partijen in dialoog komen over wat daarvoor nodig is? Het starten van deze dialoog is een verantwoordelijkheid van aannemers, leveranciers, ingenieursbureaus en opdrachtgevers. Iedereen met de verantwoordelijkheden in de eigen organisatie en samen verantwoordelijk voor de toekomst van de sector en daarmee van Nederland.
Nynke Sijtsma, directeur De Bouwcampus
Deze column verscheen in november 2025 in Cobouw