De woningnood in één klap oplossen

De woningnood in één klap oplossen

Het debat over de woningnood blijft hangen in één refrein: bouwen, bouwen, bouwen. Natuurlijk, we moeten blijven bouwen. Maar als dat het enige antwoord is, stellen we naar mijn idee niet de juiste vragen.

Want wat als het vinden van woningen minstens zo belangrijk is als het bouwen ervan? Rijksbouwmeester Francesco Veenstra zei het onlangs treffend: als we 5 procent van onze bestaande voorraad beter benutten, lossen we de woningnood in één klap op. Vijf procent! Dat is optoppen, splitsen, transformeren, delen. Dat is meters maken zonder een weiland vol te zetten.

En toch? Toch richt vrijwel alle aandacht, beleid, programma’s én financiële middelen zich nog op nieuwbouw. In strategieën staat het benutten van de bestaande bouw vaak wel genoemd, maar we doen er niet of nauwelijks iets mee. Dat is echt een gemiste kans. Want het is sneller, goedkoper en duurzamer.

De opgave is niet: óf het een, óf het ander. De opgave is: én bouwen, én benutten. En vooral: het benutten veel serieuzer nemen dan we nu doen. Want je kunt nu eenmaal sneller een zolderkamer verhuren dan een hele woonwijk bouwen. Je kunt vandaag nog beleid aanpassen dat splitsen of optoppen mogelijk maakt. Je kunt morgen beginnen met het ombouwen van een leeg kantoor.

Maar wie trekt dit? In mijn ogen: iedereen die in Nederland bouwt. Gemeenten, corporaties, ontwikkelaars, publiek én privaat. Kijk nog eens goed naar je eigen voorraad. Wat is er mogelijk? Wat kun je nu doen? En ja, er zijn ongetwijfeld obstakels. Van aansluitingen tot hypotheekvoorwaarden, van wetgeving tot verzekeringen. Maar regels kun je aanpassen. En dat kost toch vaak minder tijd dan het opstellen van een nieuw bestemmingsplan met al z’n besluitvormingsprocessen.

Laten we dus vanaf nu de potentie van de bestaande bouw serieus nemen. Niet als bijvangst, maar als volwaardige pijler onder de woningbouwopgave. Want wie het kleine niet eert...

Nynke Sijtsma