
Praktijkprogramma Herinrichting Stedelijke Ondergrond
De ondergrond staat op de agenda
Aanleiding
We moeten een nieuwe werkwijze ontwikkelen als het gaat om de herinrichting van de stedelijke ondergrond. Zo’n nieuwe werkwijze is nodig om maatschappelijke doelen (oa energietransitie, klimaatadaptatie, elektrificatie van mobiliteit) tegen acceptabele kosten en met minimale overlast te bereiken. Dit vereist op de eerste plaats meer samenwerking, een betere coördinatie, met scenario’s vooruitkijken, gezamenlijk ontwerpen, financieren én uitvoeren. De stedelijke ondergrond is al vol en wordt steeds voller. Kortom, het is een complexe transitie waar veel verschillende partijen bij betrokken zijn.
Ruim vijf jaar lang heeft De Bouwcampus zich beziggehouden met het aanjagen van de samenwerking tussen deze partijen. Dankzij de inzet van diverse transitiemanagers en transitiemedewerkers zijn er verschillende samenwerkingsverbanden tot stand gebracht.
Prominent op de agenda
Het is dan ook duidelijk dat mede door de inzet van het transitieteam HSO, de bewustwording over de dilemma’s die er in de stedelijke ondergrond zijn fors is toegenomen. Het thema staat daarmee dan ook prominent op de agenda. Zo krijgt de ontwikkeling van kennis en technieken op meerdere plaatsen een goede invulling. Denk in dit kader aan het Centrum Ondergronds Bouwen (COB), Kennisplatform CROW, Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB), Kennis en Onderwijscentrum Bodem en Ondergrond (KOBO) en de verschillende onderwijsinstellingen.
Nieuwe fase
En daarmee komt HSO nu als het ware in een nieuwe fase. In onze ogen is dat een volgende volwassenheidsfase. Die nieuwe fase vult De Bouwcampus in door de aandacht voor en inrichting van de ondergrond in de lopende transitieopgaven in te bedden. Ons uitgangspunt is namelijk dat ‘ruimte’ de optelling is van bovengrond, de plattegrond en de ondergrond. Elke transitie heeft aandacht voor ruimte en daarmee impliciet dus ook voor de ondergrond.
Hoe
Binnen De Bouwcampus hebben we het nu over de wijze waarop we de aandacht voor de ondergrond in de andere opgaven een plek gaan geven.
Wat is er bereikt
In de afgelopen vijf jaar hebben verschillende transitiemanagers en transitiemedewerkers zich met de herinrichting van de stedelijke ondergrond beziggehouden. In een kort overzicht zetten we de behaalde resultaten op een rij.
Vol onder het maaiveld
In samenwerking met het Centrum Ondergronds Bouwen (COB) zijn een 14-tal innovaties voorgesteld om op een andere (lees: innovatieve) wijze om te gaan met de ondergrond. Hier zijn via stappen van selecties en uitwerking met de coalitie van “koplopergemeenten” twee projecten overgebleven om nader uit te werken. Dat zijn het werken met algoritmen bij het ontwerp en inrichten en het ontwikkelen van een verticaal kabels en leidingensysteem (VKLS). Parallel is een systeem van diepe stedelijke leidingtunnels (DILT) samen met Amsterdam en Rotterdam verder uitgewerkt.
‘Hulp bij Richtlijnen’ en ‘Kennisarena’
Deze twee producten die we samen met Centrum Ondergronds Bouwen (COB) hebben gemaakt, vormen een belangrijke kennisbank en handleiding bij het gebruik van de ondergrond.
De Samenwerkwijzer
Met MijnAansluitingen.nl en het COB hebben we ‘de samenwerkwijzer’ gerealiseerd. De Samenwerkwijzer is ontwikkeld voor samenwerkingsverbanden die integraal programmeren in de fysieke leefomgeving, of hiermee willen beginnen. Zowel voor startende als bestaande samenwerkingen, biedt de Samenwerkwijzer inzicht.
Ga hier naar de Samenwerkwijzer
Optimaal benutten van samenwerkingsverbanden
Door initiatieven en onderhoudsbehoeften vast te leggen in convenanten kunnen samenwerkingsverbanden optimaal worden benut. Voorbeelden van gemeenten waar met convenanten is samengewerkt zijn bijvoorbeeld Tilburg, Rotterdam en Zoetermeer.
We hebben de Samenwerkwijzer ontwikkeld voor samenwerkingsverbanden die werken aan integrale planafstemming van projecten tussen boven- en ondergrond, of hiermee willen starten. De Samenwerkwijzer bestaat uit: 1) stappenplan die helpt samenwerkingsverbanden op te zetten en optimaal in te richten, 2) een bibliotheek met concrete hulpmiddelen die helpen samenwerkingsverbanden te optimaliseren en 3) een samenwerkscan die in 10 minuten laat zien waar jouw samenwerkingsverband nu staat en op welke fronten deze kan worden verbeterd.