Skip to main content

‘Na het eerste gesprek begon het te kriebelen’

Tijn Brands nieuwe transitiemanager bij De Bouwcampus

De Bouwcampus heeft er sinds deze maand een nieuwe transitiemanager bij: Tijn Brands. Hij volgt binnen het kernteam Rob Konings op, die de afgelopen jaren een belangrijke rol speelde in de verankering van de ‘vier V’s van transitie’: Vermeerderen, Verspreiden, Verankeren en Verleggen. Brands brengt een ander profiel mee, maar een vergelijkbare drijfveer: bijdragen aan een bouwsector die fundamenteel verandert. “Ik vind het belangrijk dat mijn werk maatschappelijk relevant is. Dat is wat mij bij De Bouwcampus trekt.”

Brands begon zijn loopbaan als architect, tot de financiële crisis roet in het eten gooide. “Het bureau waar ik werkte moest mensen laten gaan, dus ik moest iets anders zoeken. Uiteindelijk ben ik terechtgekomen bij het Ingenieursbureau Den Haag (IbDH), een fantastische plek om midden in de praktijk te staan.”

In 2015 maakte hij de overstap naar het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), waar hij aan de slag ging als kenniscoördinator bouwkunde. “Een nieuwe rol, die eigenlijk nog moest worden uitgevonden,” vertelt hij. “Het idee was om beter te begrijpen hoe kennis binnen zo’n grote organisatie met 3000 mensen circuleert. Welke kennis is er, wie heeft die, en hoe kun je zorgen dat iedereen daarvan profiteert?”

Die rol breidde zich gaandeweg uit. Zo werd Brands ook kenniscoördinator duurzaamheid, met thema’s als circulariteit, houtbouw, veiligheid en BIM. “Houtbouw heeft de laatste twee jaar echt een vlucht genomen. Binnen het RVB krijg je dan heel concrete vragen: kan een gevangeniscel van hout? Of een wapenkamer bij Defensie? Soms kan het, soms niet maar het zijn wel precies de discussies die je verder brengen.”

Brug

Zijn overstap naar De Bouwcampus kwam min of meer onverwacht, vertelt Brands. “Ik kende directeur Nynke Sijtsma nog uit de tijd dat ze hoofd Architectuur en Techniek was bij het RVB. Toen ze belde, dacht ik eerst: ‘wat grappig, waarom belt ze mij?’ Maar na een goed gesprek begon het bij mij wel te kriebelen. Na bijna negen jaar bij het RVB was het tijd voor iets nieuws.”

Hoewel, helemaal loslaten doet hij zijn oude werkgever ook weer niet: Brands blijft één dag per week actief bij het Rijksvastgoedbedrijf. “Dat vind ik eigenlijk ideaal. Het maakt mij een soort brug tussen twee werelden: die van de overheid als opdrachtgever en die van De Bouwcampus als onafhankelijke aanjager van transitie. Beide organisaties kunnen veel van elkaar leren. De Bouwcampus kan gebruikmaken van de kennis en schaal van het RVB, en omgekeerd kan het RVB profiteren van de energie en vernieuwing die hier leeft.”

Maatschappelijke urgentie

Wat hem vooral drijft, is de maatschappelijke relevantie van de bouwopgave. “De woningnood raakt mensen in hun dagelijks leven. Een huis is naar mijn mening veel meer dan alleen een dak boven je hoofd. Het gaat over zelfstandigheid, autonomie, de mogelijkheid om je leven vorm te geven. Ik heb zelf altijd de vrijheid gehad om op mezelf te wonen, te studeren, naar het buitenland te gaan. Dat gun ik iedereen.”

Het is dan ook precies om die reden dat het Innovatie- en Opschalingsprogramma Woningbouw (IOP) hem zo aanspreekt. “Het is naar mijn gevoel een van de meest relevante opgaven van dit moment. We moeten de woningbouw versnellen. En als je weet dat de bouw verantwoordelijk is voor 40 procent van de CO₂-uitstoot, dan voelt het bijna als een no-brainer dat we daar eveneens echt iets mee moeten doen.”

Atypische organisatie

Sinds zijn eerste dagen op de campus valt hem vooral één ding op: “De Bouwcampus is een atypische organisatie. Niet hiërarchisch, maar nieuwsgierig. Mensen nemen hier geen genoegen met ‘zo doen we het nou eenmaal’. Ze willen snappen waarom iets niet lukt, en dan kijken of het niet tóch anders kan.”

Die houding typeert volgens Brands het ‘Bouwcampus-DNA’. “Het zit in die combinatie van openheid, lef en systemisch denken. We willen geen praatclub zijn, maar echt iets in beweging zetten. En dat spreekt mij enorm aan.”

Vlindereffect

Zijn blik is optimistisch, maar realistisch. “We proberen iets te veranderen in een heel log systeem, dus dat gaat nooit vanzelf. Maar ik geloof in het vlindereffect dat één gerichte beweging, op de juiste plek, een hele keten van verandering kan losmaken.” Om er na een korte stilte aan toe te voegen: “De kunst is om die plekken te vinden.”

Met zijn achtergrond als ontwerper en zijn ervaring in kennisontwikkeling en duurzaamheid brengt Brands precies dat samen: analytisch vermogen, creativiteit en verbinding. En dat past, zegt hij, bij de koers van De Bouwcampus. “Ik zie hier een enorme drive om de bouw echt te vernieuwen. Dat wil ik verder versterken met mijn ervaring, mijn netwerk, en hopelijk ook een beetje frisse energie.”



25 november 2025